De succesvolle detectivereeksen uit Scandinavië zijn niet meer bij te houden. Telkens wanneer je denkt dat de markt zo onderhand wel verzadigd zal zijn komt er weer een nieuwe serie met aansprekende personages en vaak beklemmende settings en verhalen. Een recente aanwinst is Samuel Björk uit Noorwegen. Hij heeft inmiddels twee boeken (Ik Reis Alleen en De Doodsvogel) geschreven over het speurdersduo Holger Munch en Mia Krüger, die door uitgeverij Luitingh-Sijthoff zijn uitgegeven. Beide personages hebben naast hun speurwerk een nogal moeilijk privéleven. Holger is een wat norse vijftiger die nooit helemaal over zijn echtscheiding heen is gekomen, aan overgewicht leidt en zwaar verslaafd is aan sigaretten. Mia is een zwaar depressieve vrouwelijke twintiger die vecht tegen de demonen uit haar verleden en regelmatig aan zelfmoord denkt.
Ondertussen staat er al weer een derde boek met Holger en Mia in de planning. Samuel Björk blijkt zelf een zeer bescheiden en vriendelijke man te zijn. Als ik hem vraag wat zijn indrukken van Amsterdam zijn, antwoordt hij dat hij al een paar keer eerder in de stad is geweest en dat hij - zo voegt hij lachend toe - zelfs met zijn toenmalige semivriendin een tijdje in Scheveningen heeft gewoond. Gevraagd naar zijn leven voordat hij zijn eerste roman schreef, vertelt hij dat hij theaterstukken heeft geschreven, aanvankelijk alleen voor lokale theatergroepen, maar later ook voor grotere theaters. Verder schreef hij mee aan een televisieserie voor de nationale Noorse televisie. Daarnaast is hij muzikant en heeft hij al een album uitgebracht die aardig wat succes heeft gebracht. Daarna kwamen we natuurlijk over de reden van zijn komst naar Nederland te spreken.
Wanneer en hoe ontstonden Mia en Holger? Ze kwamen pas voor mij tot leven toen ik het eerste boek schreef. Ik had namelijk al een verhaallijn bedacht, maar ik had op dat moment nog niet de personages die het verhaal vorm konden gaan geven. Ik was eigenlijk ook helemaal niet zo op zoek naar heel specifieke personages en ik had dan ook geen vastomlijnde karaktertrekken die ik in mijn hoofd had zitten. Toen ik het eerste hoofdstuk aan het schrijven was kwam ik Mia tegen die helemaal depressief in haar eentje op een eiland zat, een eindje uit de Noorse fjordenkust en ik raakte onwillekeurig door haar gefascineerd. Ik wilde graag meer weten over wat haar daar had gebracht en ik ben vanuit die fascinatie over haar gaan schrijven. De andere personages, waaronder Holger, volgden eigenlijk automatisch in haar kielzog.
Waar was je toen het verhaal voor de eerste roman ontstond? Zat je in een café of was je ergens onderweg? Nee hoor, ik zat gewoon thuis. Ik woonde op dat moment alleen met mijn zoon en was een alleenstaande vader. Ik gaf hem mijn creditcard en zei tegen hem dat hij buiten de deur moest gaan eten. We woonden in een klein appartement en ik wilde zo weinig mogelijk afleiding. Als hij werkelijk iets nodig had dan kon hij me altijd benaderen, maar ik was toen werkelijk bijzonder op mijn rust gesteld.
Hij zal toen vast en zeker hebben gedacht dat je een geweldige vader was. Samuel moet daar hard om lachen. Ja, dat denk ik eigenlijk ook wel. Wat ik ongelooflijk fijn vond was dat niemand wist dat ik op dat moment bezig was met het schrijven van een manuscript voor een thriller. Ik had dit ook nog nooit eerder geprobeerd, het was dus een groot onbekend gebied voor mij. Het gaf me een grote vrijheid om te doen wat ik wilde en ik voelde me daardoor echt ongelooflijk creatief. Het mooie was dat ik er ook helemaal niets mee hoefde te doen. Ik ging er niet van uit dat het verhaal ooit zou worden gepubliceerd, ik schreef op dat moment alleen maar puur voor de fun. Ik hoefde me alleen maar af te vragen wat er zou gebeuren als ik dit en dit op die en die manier zou schrijven. Bovendien was het voor mij de eerste keer dat ik in de derde persoon in de verleden tijd schreef. Dat was dus wel even aanpassen geblazen. Het vereiste een totale heroriëntatie van de manier waarop ik tot dan toe had geschreven.
Heeft je verleden als playwright je nog geholpen bij het schrijven van de boeken? Het heeft zeker zijn voordelen gehad bij het schrijven van de dialogen. In toneelstukken dragen de dialogen het stuk. Het is de basis van alles. Ik denk dat dialogen mijn sterke punt zijn en dat dit ook terug te zien is in de romans die ik nu schrijf. Een belangrijk deel van het verhaal en de spanning zijn ook terug te vinden in de dialogen.
Wat verklaart volgens jou het enorme succes van het eerste boek? Het is al naar veel landen vertaald en het lijkt overal goed te verkopen. Er zijn inmiddels meer dan 60000 exemplaren van het boek verkocht in Nederland. In Duitsland was het zelfs de nummer 1 op de bestsellerlijst van Der Spiegel, iets dat ongehoord is voor een debutant uit Noorwegen. Ik moet er ook een beetje naar gissen, maar ik denk dat de personages één van de redenen is waarom mensen de serie zo fijn vinden. Ik heb veel tijd en aandacht aan ze besteed en dat betaalt zich denk ik nu uit. Lezers moeten niet alleen geboeid worden door het plot van een verhaal, maar ze moeten ook het gevoel hebben dat de personages die een verhaal bevolken echt leven en dat ze ook met heen mee kunnen leven. Verder is er natuurlijk ook gewoon de geluksfactor. Er zijn zoveel goede boeken die nauwelijks hebben verkocht. Ik denk dat mijn timing gewoon meezat en dat ik met zulke goede uitgevers samen heb mogen werken.
Wist je meteen al toen je het eerste boek schreef dat het het eerste deel van een serie zou worden? Het is aanvankelijk nooit mijn bedoeling geweest om meerdere boeken over deze personages te schrijven. Mijn agent kwam op een gegeven moment met het idee dat ik een serie zou kunnen schrijven en zij wist vervolgens drie boeken te verkopen aan meer dan dertig landen. Dat was nog voordat ik de boeken had gepland en geschreven, dus ja, toen moest ik natuurlijk wel. Die laatste opmerking gaat gepaard met een luide lach.
Ik wilde net vragen hoeveel boeken we mogen verwachten. Het gaat in elk geval dus om drie boeken, maar wat mij betreft worden het er meer. Er loopt een rode draad door de eerste drie boeken die ze met elkaar verbindt, maar ze zijn prima zelfstandig leesbaar. Na het derde boek zal de rode draad eindigen en komt het onderliggende verhaal tot een voorlopige afronding. Hierna zullen de diverse personages even in wat rustiger vaarwater terecht komen, maar dan heb ik alweer allerlei nieuwe avonturen voor ze in petto in de boeken vier, vijf en zes. Ik ben voorlopig nog lang niet klaar met mijn personages en ik kan niet wachten om er achter te komen wat ze nog allemaal mee gaan maken.
Wat ervaar jij eigenlijk als de grootste uitdaging: het neerzetten van de plot of het neerzetten van de personages? Ik heb altijd zo vreselijk veel verhalen in mijn hoofd dat ik er af en toe wat moe van wordt. Het moeilijkste vind ik dan ook altijd het redigeren. Telkens weer wanneer ik in de planfase van een boek zit, speel ik met zo verschrikkelijk veel verhalen en ook personages in mijn hoofd. Dat is echt een telkens terugkerend probleem bij mij. Dan denk ik: nee, nee, dat kan nog niet gebeuren in dit boek of dat personage kan nog niet in dat boek, dat zal moeten wachten tot een volgend boek. Verder vind ik Mia als personage een enorme uitdaging om over te schrijven. Ze is zo'n ongelooflijk complex personage en ik geef ontzettend veel om haar. Soms heb ik het gevoel alsof ze het elk moment uit kan schreeuwen naar mij als ik haar verkeerd behandel of verkeerd neerzet op papier. Ik hoop dan ook telkens weer dat ik haar recht doe als ik over haar schrijf. De andere personages in de serie zijn daarentegen relatief eenvoudig voor mij om over te schrijven.
Er zitten behoorlijk wat verschillende personages in de serie. Stond de hele cast als het ware al klaar toen je met de serie begon of groeiden ze voor jou als schrijver als het ware op organische wijze? De personages stonden zeker nog niet van tevoren vast. Ze ontstonden echt pas tijdens het schrijfproces. Mensen stellen me telkens weer de vraag: hoe verzin je dat toch alles? Ik heb geen flauw idee. Ik ga zitten, begin wat te schrijven en dan stellen zich allerlei fictieve personen zich aan me voor. Wat ik altijd wel erg belangrijk heb gevonden is dat de personages complementair waren aan elkaar. Ze moesten elkaar op de een of andere manier aanvullen. Als een bepaald personage me bij nader inzien niet zo goed bevalt dan kan ik altijd besluiten om weer afscheid van hem of haar te nemen.
Zelf vind ik vooral Mia een sterke indruk maken. Een lezer zei eens tegen me dat het voor haar voelde alsof Mia altijd fysiek in dezelfde kamer aanwezig was terwijl ze het eerste boek in de reeks, Ik Reis Alleen, las. Voor mij als schrijver is dat het grootste compliment denkbaar. Als ik de personages echt tot leven kan laten komen voor de lezer dan denk ik dat ik mijn werk goed heb gedaan. Iemand anders zei tegen me: joh, jouw personages zijn zo interessant dat je niet eens een crimeplot nodig hebt! Daar moeten we beiden om lachen. Ik ben er echter van overtuigd dat je het beste van beide werelden kunt hebben. Het is mogelijk om een verhaal te vertellen waarbij je de lezer als het ware door de bladzijdes heen jaagt en tegelijkertijd interessante en gelaagde personages te scheppen die je als lezer graag wilt blijven volgen.
Waar zoek je eigenlijk je verhalen? Of vinden de verhalen jou? Ik ben nooit actief op zoek naar verhalen. Ik spit ook geen kranten door, want die verhalen zijn in feite allemaal al een keer verteld. Ik ga mijn hoofd in en probeer allereerst een soort van visuele setting te vinden. Het volgende waar ik naar op zoek ga is een motief voor datgene wat er zich in mijn fantasie plaatsvindt. Als het voor mijn gevoel dan allemaal past en geloofwaardig aanvoelt, begin ik de eerste woorden op te schrijven. Om de een of andere reden bedenk ik altijd vreemde en buitenissige gebeurtenissen met spectaculair uitgevoerde moorden. Af en toe heb ik het idee dat ik het ook wel eens te bont maak. Zo schreef ik ooit eens over iemand die een familie aantreft in een afgesloten trailer waar het ver onder het vriespunt was. Ze hingen daar opgeknoopt aan een stel touwen. Dat soort theatrale beelden ontstaan spontaan en willekeurig in mijn hoofd. Het is volkomen ontsproten aan mijn fantasie. Vaak denk ik later dan toch: meh, nee, dat zullen we maar niet doen. En dan gooi ik mijn verzinsels weer overboord.
De personen in je boeken hebben allemaal iets in het verleden doorgemaakt waardoor ze emotioneel beschadigd zijn geraakt. Vind je het leuk om daarover te schrijven? Ja, deze mensen interesseren me zeer, zowel in mijn werk als daarbuiten. Het zijn natuurlijk ook de interessantste mensen om over te schrijven. Stel je voor dat er alleen maar perfecte mensen in mijn boeken rond zouden dwalen, wat zouden ze in hemelsnaam moeten doen? Werken, voor de kinderen zorgen, en de vuilnis buiten zetten? Het mooie van beschadigde mensen is dat ze niet alleen het gevecht met de buitenwereld, maar ook met zichzelf aan moeten gaan. Ze willen op de een of andere manier hun leven beteren, maar dat blijkt een moeizame alledaagse strijd te zijn. Dat is de essentie van goede drama. Bovendien hebben ze natuurlijk ook boeiendere verhalen te vertellen dan de doorsnee persoon. Als schrijver is het interessant om aan die personages te werken, om te zien hoe ze als het ware evolueren en hoe je je ook zelf ontwikkelt als schrijver. Ik ben onlangs begonnen met het schrijven aan boek 3 uit de serie en volgens mij begin ik steeds beter te begrijpen waar de oorzaak van Mia's depressiviteit vandaan komt. Ik ben van plan om dat te gaan repareren, zodat ze weer verder kan in de daaropvolgende delen.
Het eerste deel in de serie was natuurlijk een enorm commercieel succes. Gaf dat extra druk voor het schrijven van het tweede deel? Het was inderdaad moeilijk. Ik heb echt wel angsten uitgestaan tijdens het schrijven van het tweede deel. Toen ik het eerste boek schreef had ik zo veel plezier en ik kon gewoon doen wat ik wilde. Aan het tweede deel heb ik echt hard moeten werken. Ik wilde zo graag het succes van het eerste boek benaderen en het liefste evenaren. Het was een constante strijd met de negatieve gedachtes in mijn hoofd: Nee, dit wordt het niet, het was een eenmalig succes, een gelukstreffer, enzovoort. Ik heb daardoor echt heel erg zorgvuldig geschreven, terwijl ik bij het schrijven van het eerste deel me eigenlijk als een klein kind gedroeg. Ik speelde maar wat. Ik denk echter dat de lezer het verschil niet of nauwelijks zal merken. Het resultaat was wél dat in het tweede deel veel meer werk is gaan zitten dan in het eerste deel. Toen ik echter het einde van het boek naderde, werd ik steeds zelfverzekerder en ging het schrijven me steeds gemakkelijker af. Ik voelde me net als een paard dat de stal rook. Dat zal op zo'n tachtig procent van het boek zijn geweest. Ik had toen het idee dat het in orde zou komen en ik voelde me weer een beetje kind worden.
Is er dan altijd de angst voor de lege pagina die je aanstaart? Of voor het moment dat je denkt: Shit! Waar moet ik nu heen? Ik heb daar andere auteurs over horen praten, maar die angst heb ik zelf niet. Toen ik aan deze serie begon had ik eerder te veel dan te weinig ideeën, dus dat was op zich het probleem niet. Het thrillergenre biedt gelukkig ook duidelijke kaders. Zo lang je daar binnen blijft, ben je relatief veilig. Het moet natuurlijk spannend zijn en er moet een moord of meerdere moorden zijn die moeten worden opgelost. Ik vind die duidelijke kaders erg comfortabel en voel me daardoor lekker in mijn vel zitten. Door dat comfort kan ik juist af en toe ook speels uitpakken.
Zijn er afleidingen tijdens het schrijven? Er is natuurlijk zoiets als een leven naast het schrijven. Het hele leven is één grote afleiding. Eten, slapen, het betalen van de rekeningen, de huishoudelijke klussen... Alles neemt tijd in beslag en gaat ten koste van de tijd die ik aan het schrijven had willen besteden. Het liefste zou ik 24/7 willen schrijven. Ik heb echter ook een dochter van vier maanden aan wie ik nu alle tijd van de wereld zou willen besteden. Ze brengt me zoveel geluk en er is maar zo weinig tijd.
Ik heb met diverse schrijvers gesproken die het internet een grote bron van afleiding vinden. Gelukkig speelt dat voor mij niet. Ik ben lange tijd ziek geweest, waardoor ik niet kon werken en amper het huis kon verlaten. In die tijd heb ik veel van mijn tijd aan internet besteed, en geloof me, ik heb alles gezien wat er is. Op een gegeven moment raakte ik helemaal verzadigd en was ik er wel op uitgekeken om mezelf op die manier te vermaken. Daarnaast heb ik op tv alle series en documentaires gezien die er ooit zijn gemaakt, maar goed, ik begrijp heel goed de enorme aantrekkingskracht die het internet op andere schrijvers kan hebben. Zeker als je even geen zin hebt of geen inspiratie kunt vinden.
Dat lijkt me dus ook al zo lastig. Je moet altijd gemotiveerd blijven. Ook al ben je een jaar of langer bezig met het schrijven van een roman. Ik denk dat ik wat dat betreft echt wel gezegend ben. Ik voel het schrijven niet echt als werk. Het schrijven van het tweede boek vond ik weliswaar een echte uitdaging, maar dan wel op een goede manier. Het schrijven was zwaar, maar tegelijkertijd ook ontzettend leuk. Telkens wanneer ik weer aan de slag ga, ben ik namelijk zelf ook altijd weer erg nieuwsgierig naar wat er gaat gebeuren en hoe de personages zich verder ontwikkelen. In het eerste boek was Mia altijd zo moe vanwege haar depressiviteit. Het leidde me tot een punt dat ik wilde dat ze in het tweede boek naar de sportschool zou gaan en haar levensstijl drastisch zou veranderen. Het zijn misschien kleine, maar daardoor niet minder belangrijke aspecten in hoe een personage evolueert.
Ik neem maar even voor het gemak aan dat Mia jouw favoriete personage in de serie is? Ja, als ik een personage zou moeten noemen dan is dat zeker Mia, maar ik hou in zekere zin van ze allemaal. De personages die in het politieteam met elkaar samenwerken zijn ook allemaal complementair aan elkaar. Ze zorgen goed voor elkaar en ze hebben ook respect voor elkaar. Ik ben zelf trouwens ook bijzonder gecharmeerd van Gabriel Morck, de hacker en nieuwste aanwinst van het team. Ik weet zelf maar weinig van politieprocedures af en Gabriel was een beetje mijn alibi om dat gebrek aan kennis te maskeren. Ik had een personage nodig die zelf ook nog fris en groen achter de oren was en zodoende de vragen kon stellen over politiezaken die voor mij als schrijver ook nog niet helemaal duidelijk waren. Ik hoop dat het voor de lezer ook een fijne en gemakkelijke manier is om achter de werking van de verschillende politieprocedures te komen.
Over de ontwikkeling van de personages gesproken, wat kunnen we van ze in de volgende delen verwachten? Ik heb een vrij duidelijk beeld van wat er in de volgende boeken met ze staat te gebeuren, maar daar wil ik nu liever nog niet al te veel over kwijt. Ik probeer nog iets dieper in te gaan op de achtergrond rondom de zelfmoord van Mia's zus en de reden waarom ze verslaafd raakte aan drugs. Iedereen denkt dat de reden van Mia's depressiviteit door de zelfmoord van haar tweelingzus komt, maar bij het schrijven het derde deel kwam ik er achter dat er meer aan de hand is. Ik wil in dat derde deel vervolgens wel tot een afronding van dat verhaal komen. Mia zal nooit een doorsnee persoon worden, maar ze zal wel in staat zijn om het verleden achter zich te laten en haar verdriet een plaats te geven.
Zelf ben ik wel een beetje fan van Holger. Hij is een man die met allerlei gedoe te maken heeft waar veel mannen van middelbare leeftijd zich naar ik vermoed goed in kunnen herkennen. Hij heeft iets te veel overgewicht, houdt van lekker eten en heeft ook nog een rookverslaving. Daarnaast vind ik het interessant dat de familie van Holger zo'n grote rol heeft. Ja, de families van de politiemensen zijn en blijven belangrijk in de komende delen. Ik denk ook dat dit een meerwaarde geeft aan de serie. Je kunt echt naar huis gaan met de hoofdpersonen. Ik vergelijk mijn boeken met tv-seizoenen. Er is het misdaadverhaal, maar je krijgt als lezer ook allerlei dingen te zien die zich in het huiselijk leven van de diverse personages afspelen. Je gaat je daardoor als lezer hopelijk meer betrokken voelen. Om Mia als voorbeeld te nemen, het is al snel duidelijk dat zij is geadopteerd, maar waar zijn dan haar echte ouders gebleven? Vanaf het vierde boek wil ik meer tijd nemen om in die geschiedenis te duiken. Dat zal dan denk ik uitgesmeerd gaan worden in de delen vier, vijf en zes.
Denk je eigenlijk altijd na over de volgende roman? Altijd. Ik ben wat dat betreft totaal hopeloos. Ik moet echt eens wat meer gaan leven in deze wereld. Ik leef bijna constant in mijn imaginaire wereld, de wereld die ik op papier probeer te zetten. Ik kan een willekeurige wandeling maken en me afvragen waar ik in hemelsnaam heen ben gewandeld en waarheen ik ook alweer onderweg was. Soms leg ik wel eens spullen weg om meteen de seconde daarna te vergeten waar ik ze ook alweer had gelaten. Ik ben zo ontzettend verstrooid dat het gewoon niet meer normaal is. Ik zit altijd met mijn gedachten bij de verhalen die ik moet vertellen.
Hoe zit dat eigenlijk met je muziek en je stukken voor het theater? Ook daar kan ik altijd mee bezig zijn. Op het ogenblik speelt er een theaterstuk in het nationale Noorse theater waaraan ik heb geschreven. De serie met Mia en Holger neemt nu echter verreweg het meeste van mijn tijd in beslag. Dat vind ik prima, want het is echt heel leuk om hier mee bezig te zijn.
Het klinkt alsof je het perfecte leventje leidt. Je hebt van iets dat als een hobby begon je werk kunnen maken. Het heeft mijn leven totaal veranderd. Wel is het zo dat ik veel van mijn ervaringen uit mijn vroegere leven voor deze serie heb kunnen gebruiken. Iedereen die ik heb ontmoet, elke gebeurtenis die ik heb meegemaakt, alles levert brandstof op voor de boeken die ik schrijf. Ik zou denk ik nog wel twintig boeken kunnen schrijven en er nog steeds niet moe van worden. Ideeën heb ik in elk geval genoeg.
Zou iemand die jou goed kent bepaalde elementen van jouw persoonlijkheid in sommige van de personages kunnen herkennen? Ik denk alleen de mensen die me behoorlijk na staan. Er zijn bepaalde karaktertrekjes in Mia die wel naar mij herleidbaar zijn. Dan heb ik het niet over haar donkere depressieve kant, maar meer over haar gevoelige kant. Alles om haar heen komt heel direct bij haar naar binnen, zowel het goede als het slechte. Ze is heel ontvankelijk voor allerlei mentale vibraties van buitenaf, waardoor ze zichzelf af en toe in bescherming moet nemen. Ik ben zelf ook wel een beetje zo. Op de momenten dat Mia zich in zichzelf terugtrekt om de gedachtegangen en de motieven van een misdadiger te proberen te doorgronden kan ik haar daardoor goed volgen. Natuurlijk is er het grote verschil dat ik al weet wie wat heeft gedaan, maar we denken wel ongeveer op dezelfde manier.
Soms heb ik problemen om haar razendsnelle gedachtegangen te volgen. Het is me meer dan eens overkomen dat ik haar kwijt was. Ik heb daar meerder discussies met mijn redacteur over gehad. Uiteindelijk besloten we dat ik toch zoveel mogelijk in het hoof van Mia zou kruipen ook al zou dat zo nu en dan misschien tot ogenschijnlijke chaos leiden.
Dat is dan goed gelukt. Sommige passages in jouw boeken voelen inderdaad daardoor wat chaotisch aan. Samuel Bjork kan daar hartelijk om lachen. Dank je wel! Dan heb ik mijn doel bereikt. Ik ben een beetje als een schilder die er van houdt om de verf tegen het canvas te smijten en dan naar het resultaat te kijken. Het is leuk om op die manier te schrijven. Als ik altijd binnen de lijntjes zou moeten kleuren dan zou het schrijven voor mij een saaie aangelegenheid worden.