Het is een zonovergoten dag als ik met de trein in Amsterdam arriveer en richting het Ambassade Hotel wandel voor een interview met Hjorth Rosenfeldt. Aangezien ik vanwege een voorafgaande afspraak een paar uur te vroeg ben, besluit ik een tussenstop te maken bij een nabijgelegen café op het Spuiplein. De warmte heeft me dorstig gemaakt en even aarzel ik wat ik zal doen. Ik heb eigenlijk het meeste zin in een groot glas ijskoud bier, maar dat valt misschien lastig te combineren met het interview later op de dag. Toch maar één doen dan. Ondertussen blader ik mijn aantekeningen nog eens door, kijk wat om me heen en vat ik nog eens voor mezelf samen wat ik van de beide heren afweet.
Hjorth Rosenfeldt is - voor wie het nog niet wist - een Zweeds mannelijk schrijversduo, bestaande uit Hans Rosenfeldt (1964) en Michael Hjorth (1963), die internationale bekendheid hebben opgebouwd met hun boekenreeks de Bergmankronieken, een romanreeks met een psycholoog (Sebastian Bergman) in de hoofdrol. Het vierde deel van de Bergmankronieken, Het Stille Meisje, is onlangs in Nederland verschenen. Sebastian Bergman wordt regelmatig te hulp geroepen door de Zweedse politie wanneer er sprake is geweest van een zwaar misdrijf en ze iemand nodig hebben die een psychologisch profiel van de daders kan maken. Sebastian is zelf echter nogal een moeilijke man om mee samen te werken. Hij is een psycholoog die zelf behoorlijk veel psychologische littekens tijdens zijn leven heeft opgedaan en daardoor behoorlijk cynisch en sceptisch in het leven staat. Hij laat niemand emotioneel dichtbij hem komen, probeert mensen die zo onverstandig zijn dat toch te proberen voortdurend te kwetsen en vrouwen ziet hij enkel als potentiële prooien voor in bed. Hans Rosenfeldt en Michael Hjorth blijken twee zeer sympathieke en goedgeluimde mannen te zijn, bij wie de lach altijd vlak om de hoek ligt. Als ik ze in de lobby van het hotel ontmoet, valt me onwillekeurig op hoe groot deze mannen zijn. Een snelle zoektocht op google na het interview leert me dat Hans Rosenfeldt maar liefst 2.03 meter lang is. Welke trivia je allemaal niet kunt vinden op het internet. Maar goed, terug naar het interview. Als ik hun vraag hoe ze het in vredesnaam voor elkaar hebben gekregen om met Sebastian Bergman een hoofdpersoon te creëren die zoveel onhebbelijke en onsympathieke karaktereigenschappen heeft, maar toch kennelijk zo veel lezers aanspreekt, antwoordt Hans Rosenfeldt dat ze daar zelf eigenlijk ook best verrast door waren. 'Ik denk dat het belangrijkste is dat we echt van hem houden, dat we ongelooflijk graag over hem schrijven en dat hoewel hij een ongelikte beer is, hij niet alleen maar slecht is en alleen maar schaduwkanten heeft. Hij kan gewoon niet beter. Hij probeert een beter mens te zijn, ook voor anderen, maar faalt daar hopeloos in. Hij is eigenlijk helemaal niet gelukkig als hij weer eens andere mensen kwetst. Er zit echter geen rem op bij hem en dat heeft van alles te maken met zijn traumatische verleden. Degene die hij uiteindelijk het meeste pijn doet met zijn acties is zichzelf.' Michael Hjorth vult aan dat hij het idee van een briljante psycholoog die andere mensen moet analyseren, maar zichzelf niet in het juiste perspectief kan zien en psychisch met zichzelf in de knoop zit, geweldig vindt. Hij maakt altijd de verkeerde keuzes, omdat hij door een enorm ego en een onverwerkt verleden wordt gedreven. Hij is een briljante man, die ongelooflijk veel gebreken heeft. Hans voegt daar nog aan toe dat Sebastian door constant de verkeerde beslissingen in zijn leven te nemen zichzelf eigenlijk aan het bestraffen is. Alsof hij van mening is dat hij geen geluk verdient. Eigenlijk maakt hem dat heel tragisch en dat zal de reden zijn waarom zoveel lezers met zijn lot begaan zijn, meer dan wanneer hij alleen maar slecht zou zijn geweest.
Daar kan ik me wel in vinden. In het begin van de serie vond ik hem een behoorlijke eikel, maar gaandeweg ga je toch steeds meer met hem meevoelen en wil je dat hij op de een of andere manier de juiste keuzes maakt, dat hij zijn leven betert en met zichzelf in het reine komt.
Hans Rosenfeldt: 'Dat is Sebastian ook ten voete uit. Hij is een complexe man die constant met zichzelf overhoop ligt.' Michael Hjorth: 'Ergens wil hij een betere man zijn, maar hij trapt telkens in dezelfde valkuilen.'
Naast Sebastian zijn er nog heel wat andere personages die in de serie voorkomen. Stonden deze allemaal vanaf het begin af aan al vast of vulden jullie hun karakters en achtergronden pas in tijdens het schrijven?
Michael Hjorth: 'We hadden vanaf het begin al wel een basisteam voor ogen. Vooral in het begin hebben we veel tijd in de verschillende karakters geïnvesteerd, maar op een gegeven moment begonnen ze steeds meer vanzelf te ontwikkelen en konden we ons meer gaan focussen op het verhaal. We wilden in elk geval niet dat de hoofdpersoon van onze serie een politieman zou zijn, dat hij bevoegd zou zijn om een wapen te dragen, en dat betekende weer dat we een politieteam om hem heen moesten schrijven. Het team ontstond echter bijna net zo snel als Sebastian zelf.'
Hans Rosenfeldt: 'Het basisteam stond inderdaad al snel vast, maar gaandeweg de serie introduceerden we steeds meer personages die zijn blijven hangen. Zoals Jennifer.'
Michael Hjorth: 'Of wat te denken van Haraldsson?'
Hans Rosenfeldt: 'Ja, Haraldsson zat in de eerste twee boeken, Jennifer in boek drie en vier en zal ook terugkeren in het vijfde boek. Verder hebben we Billy, die tot de originele cast behoort, een vriendin en later echtgenote gegeven. Dat was iets dat we van tevoren ook niet zo hadden gepland. De basispersonages stonden dus vanaf het begin inderdaad al redelijk vast, maar ontwikkelen zich wel gedurende de reeks.'
Op dit punt in het interview aangekomen denk ik aan de cliffhanger van Het Stille Meisje en de rol van Billy daarin. Ik vraag hen daarom of er personages zijn wiens karakterontwikkeling hen ook zelf hebben verrast. Kennelijk zaten we allen op dezelfde golflengte, want de vraag wordt door luid gelach van de beide heren onthaald. 'Billy!', roept Michael Hjorth. 'Haha, ja, die zagen we echt niet aankomen', vult Hans Rosenfeldt aan. 'Je zou kunnen zeggen dat hij zich danig heeft ontwikkeld.' Beide mannen barsten weer in gelach uit. Hans Rosenfeldt: 'Wat we van tevoren echt niet hadden verwacht, was dat Jennifer in minimaal drie boeken haar opwachting zou maken. Eigenlijk was het ook niet echt de bedoeling dat Haraldsson in twee boeken zou voorkomen.'
Haraldsson was toevallig wel een van mijn favoriete personages in de reeks tot nog toe.
Ook deze opmerking wordt op gelach onthaald. Hans Rosenfeldt: 'Elke keer dat we weer aan een nieuw boek beginnen, zeggen we tegen elkaar: "Zullen we proberen om Haraldsson er weer op de een of andere manier in proberen te sluizen?" Maar dan denken we meteen: zou dat er niet al te dik bovenop liggen?' Beide mannen lachen om de gedachte.
Toen Haraldsson vrij onverwachts terugkeerde in het tweede deel, fronste ik al mijn wenkbrauwen en dacht: hmmm, is dit niet een beetje vergezocht?
Beide mannen beamen dit volmondig. Hans Rosenfeldt: 'Toch leeft hij nog steeds. Dus het is helemaal niet uitgesloten dat hij ooit nog eens terugkeert.'
Michael Hjorth: 'Eigenlijk is Haraldsson een mooie illustratie van hoe we als schrijvers te werk gaan. We introduceren een personage, geven hem een achtergrond en dan laten we hem of haar groeien. Van tevoren is niet altijd even duidelijk waarheen die groei zal gaan.'
Hans Rosenfeldt: 'Een mooi voorbeeld daarvan is Ellinor, die we als een vriendin van Sebastian in het tweede boek introduceren en die een levensgevaarlijke stalker in het derde boek wordt.'
Zij moet tot nu toe wel de grootste griezel in de serie zijn geweest.
Hans Rosenfeldt: 'Ja, ze is gevaarlijk. Op het ogenblik zit ze in de gevangenis, maar ze zou binnenkort wel eens op vrije voeten kunnen komen.'
Wie is jullie eigen favoriete personage uit de serie?
Hans Rosenfeldt: 'Sowieso vinden we het allebei leuk om over Sebastian te schrijven, maar ik hou eigenlijk wel een beetje van alle personages. Als ik er iemand uit zou moeten pikken om wie ik het minste geef dan is dat denk ik toch Vanya.' Michael Hjorth: 'Ik geef juist heel veel om Vanya!' Hans Rosenfeldt: 'Prima, er moet toch iemand om haar geven. Op het ogenblik heb ik het meest met Torkel, ik begrijp hem maar al te goed.' Beide mannen kunnen hier hard om lachen. Ik denk even aan het ingewikkelde leven van Torkel, maar Michael Hjorth gaat vlot verder: 'Nee, man, ik ben echt gek op Vanya en ze krijgt heel wat ellende te verwerken.' Hans Rosenfeldt: 'Billy is natuurlijk ook erg interessant geworden'. Michael Hjorth: 'Ja, maar ik mag hem niet zo.' Beide mannen komen tot de conclusie dat ze het nieuwe personage Jennifer allebei erg leuk vinden.
Jullie komen allebei uit de televisiewereld. Heeft dat jullie schrijven beïnvloed?
Michael Hjorth: 'Ik denk dat je dat wel kunt zeggen, ja. Het heeft in elk geval invloed op hoe we de plot van onze boeken bedenken en hoe we tegen onze personages aankijken.' Hans Rosenfeldt: 'We benaderen onze hoofdstukken als scènes en wanneer we van scene veranderen, geven we daar niet meteen heel veel tekst en uitleg bij. We kijken naar onze boeken alsof het geschreven films zijn. We laten onze personages als het ware acteren in onze boeken. Dat geeft denk ik een andere dynamiek en vaart aan het verhaal dat we vertellen.'
Over vaart gesproken, de Scandinavische thrillers staan vaak bekend om hun langzame maar gedegen opbouw, waarbij veel aandacht wordt besteed aan de karakters en maatschappelijke thema's. Verschillen jullie daarin van andere Scandinavische schrijvers?
Michael Hjorth: 'Goh, dat weet ik eigenlijk niet zo precies. Wat vind jezelf?'
Ik heb zelf het idee dat doordat jullie veel personages in jullie boeken hebben verwerkt en regelmatig heen en weer springen tussen hun verschillende verhaallijnen dat er inderdaad wel een suggestie van snelheid wordt gewekt. Net zoals in films waarin snel van scene naar scene kan worden gesprongen.
Hans Rosenfeldt: 'Ik denk dat dat wel zo ongeveer klopt, behalve dat we met Sebastian wel een echt hoofdpersonage hebben. Dat neemt niet weg dat het team om hem heen ook hun levens hebben en dat die uitgebreid aan bod komen. In de meeste thrillers zie je een 50-50 verdeling wanneer het aankomt op de personages en het misdaadverhaal. In ons geval gaat het denk ik meer naar 80-20. Ik denk ook dat dat de kracht is van deze reeks en waarom we zoveel enthousiaste reacties van lezers krijgen. Mensen geven echt om de personages in de reeks. Ik denk ook dat dit tegelijk het moeilijkste is om te bereiken. Bijna iedereen kan wel een plot bij een misdaadroman bedenken, maar om personages te creëren wier levens en lotgevallen je als lezer na aan het hart staan, dat is echt heel wat moeilijker. Wat dat betreft is het hetzelfde als met televisieprodukties. Verhalen en plots verzinnen is het gemakkelijke deel, maar de personages die in de verhalen voorkomen voor een breed publiek aansprekend te maken, dat is een echte uitdaging.'
Wat jullie natuurlijk ook doen, is aan het eind van elk boek een stevige cliffhanger inbouwen.
Hans Rosenfeldt: 'Hoe overtuig je mensen anders om een volgend boek te kopen?!' Michael Hjorth laat weer eens zijn luide lach horen.
Denken jullie dat het nog echt nodig is om de nieuwsgierigheid van de lezers vast te houden?
Michael Hjorth: 'Ik denk dat we het zelf gewoon erg leuk vinden om met een uitsmijter te eindigen.'
Hans Rosenfeldt: 'Ik denk dat we ze eigenlijk niet langer nodig hebben, maar de cliffhanger van het eerste boek werkte erg goed en zette meteen de toon voor de rest van de serie.'
Michael Hjorth: 'We praten veel met elkaar over hoe elk boek zou moeten eindigen. Aan het einde van een televisie aflevering wil je dat de kijker natuurlijk ook uitkijkt naar de volgende aflevering.'
Hans Rosenfeldt: 'We zijn er trouwens net over uit hoe we het vijfde deel gaan eindigen. We hadden twee mogelijke scenario's voor ogen, waarvan we er een hebben gekozen.'
Hoe zorgen jullie ervoor dat het niveau van de serie op peil blijft? Zeker in een serie kan ik mij voorstellen dat het risico bestaat dat er een minder deel tussen zit.
Hans Rosenfeldt: 'Ik denk niet dat er garanties bestaan tegen een minder goed boek.'
Michael Hjorth: 'Persoonlijk denk ik dat we ons minste boek al hebben geschreven.'
Deze laatste opmerking kan op instemmend gelach van Hans Rosenfeldt rekenen.
Hans Rosenfeldt: 'Ik denk dat als je ons zou vragen om onze boeken van goed naar slecht te rangschikken dat we dan allebei hetzelfde boek onderaan zouden zetten.'
Michael Hjorth: 'Ja, dat denk ik ook wel.'
Hans Rosenfeldt: 'De top 3 wijkt alleen wel van elkaar af. Zullen we ze even aflopen?'
Michael Hjorth: 'Nee, laten we dat vooral niet doen!'
Beide mannen lachen weer.
Wat me trouwens opviel tijdens het lezen van jullie boeken is dat jullie geen gebruik maken van klassieke hoofdstukken. Hebben jullie daar een speciale reden voor?
Hans Rosenfeldt: 'Hmmm, nou, daar heb ik eigenlijk nooit zo bij stilgestaan. We hebben het inderdaad niet over een hoofdstuk 1 of een hoofdstuk 2. We zijn gewoon gaan schrijven en hebben daarbij onze eigen indeling gemaakt. Onze editor heeft er ook nooit een punt van gemaakt. Ik denk dat het gewoon vanzelf zo is ontstaan.'
Michael Hjorth: 'Misschien heeft het te maken met onze televisie achtergrond. Wanneer je televisieseries schrijft, maak je daarbij geen gebruik van hoofdstukken zoals die in boeken voorkomen. Als je het eerste boek (Wat verborgen is) met het televisiescript vergelijkt (noot van interviewer: oorspronkelijk waren de Bergmankronieken als tv-serie bedoeld) zie je duidelijk de verschillen. Het script had een veel simpelere tekst en werd veel meer gedreven door dialoog. In een televisiescript tref je weinig beschrijvingen aan. Het script was slechts een blueprint voor het boek. Met een script gaan allerlei mensen aan de slag, zoals de regisseur, de cameraman, etcetera. Toen Hans en ik de boeken begonnen te schrijven moesten we opeens alles zelf doen. Dat was een heel leerproces. In de boeken hadden we opeens veel meer tekst nodig. Om een voorbeeld te geven: in een boek kun je geuren beschrijven, in een script kun je dat niet. Het hoofdstukken gedeelte hebben we echter kennelijk nooit onder de knie gekregen. Of we hebben er gewoon nooit bij stilgestaan.'
Hans Rosenfeldt pakt op dit punt in het interview aangekomen een exemplaar van Het Stille Meisje op dat tussen ons in op een salontafel ligt en bladert er nieuwsgierig doorheen. 'Hmmm, nee, inderdaad geen hoofdstukken.', constateert hij. 'Misschien zouden we het eens moeten proberen?', oppert Michael. 'Als we dat zouden doen, dan zouden we echter veel minder moeten opschrijven', brengt Hans daartegenin. 'Je zou dan namelijk veel meer halve lege pagina's krijgen, waardoor onze boeken veel dikker zouden worden.'
Dus misschien een goed idee.
Michael Hjorth barst in lachen uit.
Hans Rosenfeldt: 'Het zou zomaar eens zo kunnen zijn dat je ons twee maanden schrijven per boek hebt bespaard.'
Hij kijkt Michael enthousiast aan. 'Laten we hoofdstukken gaan doen!'
Hoe gaan jullie te werk als team? Verdelen jullie de verschillende verhaallijnen en personages?
Michael Hjorth: 'We beginnen altijd met de algemene verhaallijn en dat werken we dan steeds meer uit. Dat doen we op een whiteboard, op post-its en ten slotte op de computer. Daarna verdelen we het werk. Ik kan me herinneren dat we bij het eerste boek de scènes verdeelden.'
Hans Rosenfeldt: 'Ja, inderdaad, dat ging eigenlijk vrij spontaan. We keken elkaar aan en zeiden tegen elkaar: neem jij deze scene, dan neem ik wel de volgende.'
Michael Hjorth: 'Later kwamen we er achter dat we een voorkeur hadden voor bepaalde personages. In het tweede boek schreef Hans bijvoorbeeld meer over Haraldsson en nam ik Torkel voor mijn rekening. Sebastian daarentegen hebben we nooit verdeeld. Vervolgens zijn we het werk ook gaan verdelen over de verschillende verhaallijnen, omdat het op die manier voor onszelf gemakkelijker was om overzicht te houden.'
Hans Rosenfeldt: 'Dat was inderdaad hoe we te werk zijn gegaan in het vierde boek. In het vijfde boek hebben we besloten om de scènes echter weer meer om en om te doen. We raakten elkaar namelijk soms een beetje kwijt en bovendien werd het op den duur ook saai om telkens over dezelfde verhaallijn te schrijven. We blijven echter onze voorkeuren houden. Als de een echt graag een bepaald stuk wil schrijven dan geven we elkaar daarin de ruimte.'
Wanneer hebben jullie elkaar leren kennen en hoe is het idee ontstaan om samen aan de Bergmankronieken te gaan werken?
Michael Hjorth: 'Oh, we kennen elkaar alweer zo lang. Volgens mij al vanaf 1994.'
Hans Rosenfeldt: 'Volgens mij was het al in 1992. Jij werkte toen aan Svensson Svensson.'
Michael Hjorth: 'Dat is waar ook. Ik was bezig aan deze serie en ik had in die tijd wat goede dingen over Hans gehoord. Ik heb hem toen gevraagd om een aflevering te schrijven. Zo hebben we elkaar leren kennen. Hoewel onze samenwerking zeer goed beviel zou het nog meer dan tien jaar duren voordat we weer aan een gezamenlijk project werkten. Dat was de tv-film Pyramide in de Wallander reeks. Het was gedurende deze samenwerking dat we voor het eerst over de Bergmankronieken begonnen na te denken. Het aanvankelijke idee was om er een tv-serie van te maken. Toen we bezig waren om dit idee nader uit te werken werden de boeken van Stieg Larsson gepubliceerd. Elke tv-serie die daarna ontstond moest op boeken zijn gebaseerd. De tv-serie ging toen niet door, maar we vonden het zonde om niets met onze ideeën te doen. Dat was het moment dat we bedachten dat we er een boekenserie van moesten maken.'
Hans Rosenfeldt: 'Hoewel we elkaar dus al heel lang kenden, was deze boekenreeks ons eerste echt gezamenlijke project.'
Hoe is het eigenlijk om onderdeel van een schrijversduo te zijn? Worden jullie wel eens herkend of door elkaar gehaald?
Hans Rosenfeldt: 'Nee, ik geloof niet dat dat laatste het geval is geweest.
Michael Hjorth: 'Jij bent bekender dan ik.'
Hans Rosenfeldt: 'Ik heb wat televisie- en radiowerk gedaan, maar vooral van de radio wordt je natuurlijk niet erg bekend qua gezicht.'
Michael Hjorth: 'Ik denk dat we ook verschillend in elkaar zitten. Jij bent veel extraverter dan ik en houdt ervan om aan het woord te zijn.'
Beide mannen concluderen dat ze qua persoonlijkheid heel anders in elkaar zitten en dat ze elkaar juist daardoor goed aanvullen en als team goed functioneren.
Hoe verklaren jullie het succes van de Bergmankronieken? Heeft het te maken met het karakter van Sebastian Bergman, of met jullie sublieme schrijfkwaliteiten, of...
Hans Rosenfeldt breekt me af en roept: 'Dat is het! Onze sublieme schrijfkwaliteiten!' Beide mannen bulderen nu van het lachen.
... of hebben jullie gewoon de domme mazzel dat jullie onderdeel uitmaken van een erg goed lopend subgenre, de Scandinavische misdaadroman?
Michael Hjorth: 'Ja, dat is het natuurlijk ook gewoon. We kwamen op het juiste moment met onze boekenreeks. Op het moment dat we aan het eerste boek begonnen had je net die hele hype rondom Stieg Larsson en dat heeft zeker geholpen. Op dat moment kwam ook net Forbrydelsen (The Killing) op de markt en vlak daarna Bron/Broen. De impact van de Scandinavische misdaadmachine was toen rond 2008 tot 2010 gewoon erg groot.'
Is dat niet nog steeds zo?
Hans Rosenfeldt: 'Jawel, maar de competitie is nu echt een stuk zwaarder.'
Michael Hjorth: 'Het is echt een stuk moeilijker als je nu moet debuteren. Er is al zoveel op de markt.'
Hans Rosenfeldt: 'Hoewel we dus geluk hebben gehad met onze timing, denk ik ook dat we veel toe kunnen schrijven aan het recept dat we de lezers hebben voorgeschoteld. We hebben aansprekende personages neergezet en we steken altijd erg veel tijd in onze verhalen. Mensen weten dat te waarderen. Hoe luidde het woord ook alweer? Ik ben het even vergeten. Hmmm. Oh ja!.'
Hans Rosenfeldt knipt met zijn vingers en zegt: 'Onze sublieme schrijfkwaliteiten!' Er stijgt weer een luid gelach op.
Hoe zou het komen dat de populariteit van de Scandinavische misdaadroman zo'n hoge vlucht heeft genomen?
Michael Hjorth: 'Ik denk dat het er mee te maken heeft dat bijna alle personages gebreken hebben. Het zijn niet echte helden, zoals je die regelmatig in Angelsaksische thrillers aantreft. Ook daar kun je personages aantreffen met een getroebleerde achtergrond, maar die maakt zelden echt onderdeel uit van het verhaal zelf.'
Hans Rosenfeldt: 'Wat me ook opvalt is dat mensen in het buitenland vaak een ideaalbeeld hebben van Zweden als de perfecte welvaartsstaat. Mensen komen er achter dat ook Zweden veel sociale problemen kent en dat daaruit veel misdaad voortkomt. De mensen hebben niet zozeer een accuraat beeld van hoe Zweden er tegenwoordig uitziet, maar hoe het er in het verleden uitzag. Die maatschappij bestaat echter al een tijdje niet meer. Toch zijn wij zelf niet zo heel erg bezig met allerlei sociale issues. We verkennen weliswaar de rafelranden van de maatschappij, maar we laten het geen echt leidmotief zijn.'
Dat viel me ook al op, veel Scandinavische misdaadromans zijn als het ware ingebed in allerlei sociale misstanden of willen allerlei problemen op zijn minst adresseren, maar dit ben ik in jullie romans nooit zo uitdrukkelijk tegengekomen.
Hans Rosenfeldt: 'Het is onvermijdelijk om er op zijn minst aandacht aan te besteden. Misdaad reflecteert nu eenmaal de maatschappij waarin we leven. De misdaden die heden ten dage voorkomen zijn heel anders dan die van vijftig jaar geleden. Ze houden ons als het ware een spiegel voor van onze samenleving. Dat gezegd hebbende, gebruiken we bepaalde maatschappelijke problemen nooit als uitgangspunt voor onze boeken. Het is niet zo dat we bij de start van een nieuw boek tegen elkaar zeggen: laten we het nu over drugssmokkel gaan hebben of over mensen die onder de armoedegrens leven en aan de verkeerde kant van de maatschappij terecht zijn gekomen.'
Michael Hjorth: 'In al onze boeken tot nu toe hebben we de misdaad zelf als uitgangspunt genomen. De rest is invulling. In het eerste boek ging het om een moordenaar die werd gedreven door een familietragedie, de tweede was meer een high concept thriller over een seriemoordenaar, het derde boek werd meer gedreven door allerlei complotten waarbij de geheime dienst om de hoek kwam kijken en bij het vierde boek zijn we eigenlijk weer een beetje naar de basics teruggegaan, waarin de roots van Sebastian Bergman meer aan de orde kwam.'
Hans Rosenfeldt: 'Het was ook de bedoeling dat Sebastian in het vierde deel weer meer screentime zou krijgen, want hij was in het vorige deel een beetje op de achtergrond verzeild geraakt. Hij was eigenlijk nauwelijks betrokken bij de hoofdplot en dat was toch wel een gebrek van dat boek. We moesten hem er dus op de een of andere manier weer meer bij betrekken. Het verhaal over het vermiste meisje dat de leeftijd had van zijn overleden dochter was natuurlijk een mooie insteek daarvoor.'
Het Stille Meisje voelt ook aan als het meest complete boek tot nu toe. Alles lijkt op de een of andere manier mooi in elkaar te passen. Het verleden en het heden van Sebastian komen mooi samen. En ik miste inderdaad een beetje zijn aanwezigheid in het vorige boek.
Hans Rosenfeldt: 'En we deden iets in het derde boek iets waarvan we achteraf tot de conclusie kwamen dat het niet echt bij onze schrijfstijl paste. We gingen multi-plotten, meerdere verhaallijnen naast elkaar plaatsen. Over het algemeen beginnen we met een verhaallijn en daarbij raken dan in de loop van het boek steeds meer mensen bij betrokken. Verder betrokken we enkele hoofdpersonages te weinig bij het verhaal. Dat hebben we nu weer rechtgezet.'
Hebben jullie af en toe wel eens uiteenlopende ideeën over welke richting een verhaal uit moet gaan?
Michael Hjorth: 'Hoewel we verschillende ideeën kunnen hebben, zijn Hans en ik niet zo heel verschillend als schrijver. We werken zogezegd met hetzelfde kleurenmateriaal. Dus ook al wil Hans de ene kant uit en ik de andere, we begrijpen van elkaar met welke kleuren we aan het spelen zijn. We komen er daardoor altijd met elkaar uit over wat uiteindelijk het beste idee zal zijn. We hebben weliswaar verschillende penselen, maar schilderen met dezelfde kleuren.
Hans Rosenfeldt: 'Het klopt dat we dezelfde voorkeuren hebben en we begrijpen elkaars keuzes. Dat scheelt echt enorm.'
Veel schrijvers zeggen dat het schrijfproces behoorlijk eenzaam is. Gaat dit eigenlijk voor jullie ook op? Jullie doen dit werk natuurlijk toch samen.
Michael Hjorth: 'Misschien af en toe tijdens het schrijven zelf. Het verhaal is echter niet van ons alleen. Ik kan niet zomaar een verandering in het verhaal doorvoeren zonder Hans daarover vooraf te consulteren. We hebben eigenlijk sowieso regelmatig overleg met elkaar.'
Hans Rosenfeldt: 'Het schrijfproces zelf kan - los van het overleg dat we met elkaar hebben - inderdaad een eenzame bezigheid zijn. Ik heb daar echter niet zoveel problemen mee. Alhoewel ik het publiek niet schuw, ben ik eigenlijk helemaal niet zo'n mensenmens. Ik heb geen dagelijkse collega's om me heen nodig, heb ook nooit het idee van kantoortuinen en flexwerken begrepen. Wat is daar zo geweldig aan? Ik zonder mij liever af, sluit de deur van mijn kantoor en ga aan de slag.'
Wat is het leukste aan het schrijverschap? Het schrijven zelf of alles wat daarna komt?
Hans Rosenfeldt: 'Het schrijven is voor mij iets bevredigends, maar het wordt pas echt bijzonder als je iets bijzonders op papier weet te zetten, iets waarvan je onmiddellijk weet: ik sla hier echt de spijker op de kop. Of wanneer bepaalde zaken opeens op een heel mooie manier samenvallen.' Hans kijkt Michael nieuwsgierig aan en vraagt hem wat hij zelf het leukste aan het schrijverschap vindt.
Michael antwoordt dat hij het geweldig vindt dat de boekenreeks helemaal van henzelf is. 'We hoeven geen verantwoording af te leggen aan of af te stemmen met een heel team, zoals bij televisie gebeurt. Aan de andere kant is dat soms ook wel eens beangstigend.' H
ans Rosenfeldt: 'Ik denk dat ik de voorkant van het schrijfproces nog wel het meest boeiende vindt, omdat we dan nog alle kanten uit kunnen. Dat is wanneer we ook het creatiefst moeten zijn. Als alles eenmaal loopt dan is het gewoon met de handen op het toetsenbord en meters maken. Schrijven is leuk, maar een verhaal bedenken is eigenlijk nog veel leuker.'
Michael Hjorth: 'Het schrijven is inderdaad leuk, maar het is tegelijkertijd verdomd veel werk om te doen. Soms heb je een vlaag van inspiratie en vloeien de zinnen als het ware uit je toetsenbord, maar het komt ook wel voor dat je tien uur zit te ploeteren op een paar zinnen en dat je aan het einde nog steeds niet tevreden bent. Het is een beetje als het delven naar diamanten. Het is hard werk, maar dan plotseling leg je iets prachtigs bloot.'
Hans Rosenfeldt: 'Het leukste is dus eigenlijk wanneer we nog in het beginstadium van een boek zitten en we uitgebreid discussies met elkaar hebben over het verhaal eruit moet komen te zien.'
Michael Hjorth: 'Yup, en dan moet iemand het allemaal gaan opschrijven.' Beide mannen kunnen daar wel om lachen. Ik krijg de indruk dat ze niet al te zeer gebukt gaan onder het schrijven. Als ik de beide heren vraag hoeveel boeken we nog kunnen verwachten, antwoordt Hans dat het de oorspronkelijke bedoeling was om er acht te schrijven. Als ik ze ten slotte vraag of ze een hint kunnen geven over welke ontwikkelingen we in de resterende delen kunnen verwachten, stelt Michael zich wat terughoudend op, maar Hans wil nog wel iets kwijt: 'Het team zal het einde van de reeks niet voltallig halen.' Michael besluit dan ook een duit in het zakje te doen. 'Nee, we zullen er onderweg wat gaan verliezen.'
Okay, laten we daarmee dit interview afsluiten. Ik vind het een mooie cliffhanger.
Het interview eindigt in stijl met wederom een luid gelach van de beide heren.