Overslaan en naar de inhoud gaan

Waartoe leidt a-sterfelijkheid?

Onlangs heeft uitgeverij Iceberg Books de eerste drie boeken gepubliceerd van mijn Science Fiction serie Ontdekking van de mens: een verhaal over het uiteenvallen van onze samenleving juist op het moment dat we voor het eerst in contact komen met buitenaardse beschavingen.

Op ThrillZone schrijf ik een reeks columns over de achtergrond van dit verhaal. Deze zevende en laatste column gaat over a-sterfelijkheid, en waartoe dit zou kunnen leiden.

In Ontdekking van de mens wordt er serieus gewerkt aan een medisch programma dat de mens a-sterfelijk kan maken. Denk hierbij niet aan magische of goddelijke onkwetsbaarheid waarbij een menselijk lichaam door niets en niemand vernietigd kan worden en ook niet aan geestelijke immortaliteit waarbij een digitale kopie van het geheugen en de persoonlijkheid van een overleden persoon in een opgekweekt kloonlichaam of in een supercomputer geladen kan worden zodat deze persoon na een korte fysieke afwezigheid kan wederopstaan. Dit zijn vormen van onsterfelijkheid. A-sterfelijk is iets anders. A-sterfelijke mensen kunnen nog steeds sterven, bijvoorbeeld door verbranding, bevriezing, vergiftiging, oorlogsgeweld, een zwaar ongeluk of gebrek aan zuurstof, voedsel of water. Niets kan hen uit de dood terugbrengen als hun lichaam eenmaal onherstelbaar is beschadigd. A-sterfelijke mensen verouderen echter niet, en hebben een immuun- en herstelsysteem dat hen beschermt tegen ziekten, slijtage, verval en veroudering.

Waarom streven naar a-sterfelijkheid? Voor (de toekomst van) de mensheid als geheel is een mogelijk antwoord hierop: Alleen met individuele a-sterfelijkheid kunnen astronauten ooit de duur van interstellaire ruimtereizen overleven. Zonder a-sterfelijkheid zal de mensheid nooit aan bemande interstellaire ruimtevaart beginnen. De mens zal gevangen blijven zitten in het eigen zonnestelsel totdat de Aarde wordt getroffen door een massaal uitstervingsevent van natuurlijke of artificiële aard. Einde mensheid.

Een van de hoofdpersonen heeft zo haar eigen redenen om a-sterfelijk te willen zijn. Zij zegt hierover: ‘De mogelijkheid om zelf over vijftien of twintig jaar a-sterfelijk te zijn, dat is wat mij drijft om mijn leven aan dit onderzoek te geven. Ergens tussen 2082 en 2087 zal ik de eeuwige jeugd verwerven en zullen mijn lichaam en geest niet langer onderhevig zijn aan verval. Eeuwig in de kracht van mijn leven. Kunnen losbreken van en opstijgen uit de vreugdeloze cyclus van opkomst en ondergang der generaties. Eén worden met het eeuwige zonder het leven te verliezen. Nooit de dood in de ogen hoeven zien. Alles verbleekt vergeleken bij dit perspectief. Het geeft blijvende betekenis aan mijn bestaan, aan al mijn herinneringen, daden en werken die anders na mijn dood in een onzekere duisternis tussen vreemde vingers zouden wegglippen. Ik kies voor dat eeuwige allesomvattende bestaan.’

De onderzoekers in mijn verhaal realiseren zich terdege dat een eeuwige jeugd op termijn tot fundamentele problemen zal leiden, die moeten worden opgelost voordat ze beginnen op te treden. Zo zal het geheugen groter en betrouwbaarder gemaakt moeten worden om te voorkomen dat het na het overschrijden van de natuurlijke levensduur overvol raakt en oude herinneringen noodgedwongen overschreven zullen worden door nieuwe herinneringen, waardoor a-sterfelijke mensen na verloop van tijd hun eigen oorsprong en jeugd vergeten en ontheemd raken. Er zal een effectieve therapie gevonden moeten worden voor de potentieel verlammende angst om een eeuwig leven te verliezen. Ook de nodige juridische, politieke en ethische vraagstukken zullen moeten worden opgelost voordat de eerste a-sterfelijke mens het levenslicht kan zien. Bijvoorbeeld: wie valt het recht ten deel om a-sterfelijk te worden en wie niet? Heeft een a-sterfelijke dezelfde rechten en plichten als een sterfelijke?

Een hoofdpersoon in het verhaal voelt zich als herboren nadat hij a-sterfelijk is geworden. Hij is egocentrischer, agressiever en paringsdriftiger dan ooit, alsof hij weer adolescent is. Alles waarnaar hij verlangt, krijgt hij uiteindelijk ook, omdat hij sowieso al tot de extreem rijken behoort en nu ook nog eens alle tijd van de wereld heeft om zijn doelen te bereiken. Zijn a-sterfelijkheid zorgt dat hij niets liever wil dan nieuwe dingen beleven, ontdekken en creëren. Wat anders te doen met een eeuwig leven? Maar de vrees om tijdens deze nieuwe en dus onvoorspelbare bezigheden tegen een fataal ongeluk aan te lopen, veroorzaakt een permanente inwendige tweestrijd. De eeuwige jeugd is eindelijk verworven, maar de angst om haar te verliezen maakte het bijna onmogelijk om er onbezorgd van te genieten. Ook andere effecten treden op. Langdurige liefdesrelaties met sterfelijke mensen worden steeds moeilijker, door het vooruitzicht van het uit elkaar groeien en een pijnlijk afscheid door ouderdom of dood. Dit geldt ook voor vriendschappen. Intieme relaties onderhouden met andere a-sterfelijken zal zo mogelijk nog gecompliceerder zijn, gezien het immer groeiende ego van een eeuwig levende. Exponentieel groeiende kennis en wijsheid zal hem steeds meer macht en rijkdom geven. Omdat de dood niet meer komt, zullen erfgenamen nooit iets krijgen. Zoals hij bang is om de eeuwige jeugd te verliezen, zo is hij bang om verworven status, macht en bezit te verliezen. Dit belast de toch al overladen a-sterfelijke geest met eeuwige zorgen. Hebzucht en gierigheid worden dominante karaktereigenschappen, wat de afstand tot medemensen verder vergroot. Met het jaar voelt hij zich verder verheven boven het gewone volk, de inferieure primatensoort waaruit hij, de eeuwig jeugdige, met zoveel moeite is opgekweekt. Er zal een tijd komen dat hij geen verwantschap en medeleven meer voelt met de volksmassa, zoals de volksmassa geen verwantschap en medeleven meer voelt met de bonobo, chimpansee en gorilla. De universele rechten van de mens zullen door hem niet meer worden erkend en gerespecteerd, zoals de mens de universele rechten van de bonobo, chimpansee en gorilla allang niet meer erkent en respecteert.

Maar zover komt het in mijn verhaal echter niet. Het feit dat alleen extreem rijke mensen zich een a-sterfelijkheidsbehandeling kunnen veroorloven, drijft vroegtijdig een wig in de collectieve ziel van de mensheid. De fundamentele ongelijkheid in overlevingsvermogen is niet verenigbaar met de universele rechten van de mens. De overgrote meerderheid van de wereldbevolking stemt in met een wet die het nastreven van a-sterfelijkheid verbiedt. Het nieuws dat een paar rijke mensen ondanks het verbod toch a-sterfelijk zijn worden, veroorzaakt een polarisatie in de maatschappij die dieper en breder is dan die ooit tussen blank en zwart is geweest. Het splijt de mensheid in twee soorten die nooit meer verenigbaar zullen zijn.

 

Afbeelding
Thrill-Zone-2 logo.png
Redactie

Reactie toevoegen

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.