KR Valgaeren (1979) groeide op in de Vlaamse provinciestad Turnhout, waar hij actief was als filmjournalist, theater- en radiomaker. Hij verhuisde in 2006 definitief naar Leuven, waar hij Nederlandse en Engelse Taal- en Letterkunde studeerde aan de Katholieke Universiteit. Hij ontwikkelde een passie voor de negentiende-eeuwse literatuur en de gothic novel in het bijzonder. Vijf jaar lang werkte hij aan zijn debuut De Ziener, een boek dat in 2012 prompt de Schaduwprijs won. In 2012 verscheen ook het vervolg, dat Bloedlijn is getiteld. Pas vier jaar later kwam Seance uit, en nog enkele jaren later verscheen het Blackwell-tweeluik. Met Salve Mater bewandelt hij opnieuw het pad van de gothic novel.
Rebecca en haar dochter Pearl krijgen een woning aangeboden in het midden van een historisch park, dat in het verleden wel een heel schokkende functie had. Wanneer de oude boom zonder wederzijds goedvinden van de bewoners wordt ontworteld, en gerooid, beginnen de muren te praten, en verdwijnt Pearl. De tijd verschuift, en Salve Mater, de voormalige psychiatrische instelling uit de vorige eeuw, nu dus omgebouwd tot een luxeappartement, opent nog een keer haar deuren. In de gangen riekt het naar bloederige taferelen, en een duister mysterie, waarin ernst in zieke triomf verandert. Achter elke hoek schuilt waanzin, terwijl er in de kapel de dood wordt gevierd. Uit alle macht probeert Rebecca zich aan de nieuwe situatie aan te passen, waarbij de pijlen al snel op zichzelf worden gezet. Zal ze Pearl ooit kunnen terugvinden?
KR Valgaeren laat zijn personages op de voormalige plek van een psychiatrische inrichting wonen. Zoals in de meeste boeken van de auteur betreft ook deze keer een intrigerende insteek met een sereen randje. De spanning wordt gestaag opgevoerd, met een bovennatuurlijke ondertoon. De auteur weet zijn lezers al snel de rillingen te bezorgen.
Er wordt naar bestaande verhalen geknipoogd, zoals dat er vergelijkingen worden gemaakt met enkele verhalen van Stephen King, en The Excorsist. Dit zet een duidelijke toon in de richting van de paranormale horror. Op sommige momenten wordt er een droge humor toegepast, en dat resulteert in pijnlijke ernst. Er is een griezelige intonatie door de hele verhaallijn ontstaan. Er wordt dus een sfeer gehanteerd die ronduit gruwelijk is, waarbij een vleugje tijdsverschuivingen is toegepast. Lezers willen toch het fijne van de situatie weten, vooral omdat het boek is ingedeeld in passende delen, die de titels Symptomen, Diagnose, en Behandeling hebben gekregen. Over het thema psychiatrische inrichting is dus goed nagedacht.
Het wordt duidelijk dat Rebecca een zeer bewogen achtergrondverhaal met haar ex heeft, waaruit Pearl, haar verdwenen dochter is voortgekomen. Wie eerder al eens het werk van deze schrijver heeft gelezen, weet hoe bloederig hij te werk kan gaan. Wanneer er sprake is van een omgeving waarin de wanen welig tieren, dan weet men eigenlijk al dat je als lezer maar beter een ijzersterke maag kunt hebben. Geestelijk voorbereid of niet, ernst zal in Salve Mater snel escaleren in zelfingenomen triomf, waarvan de lezer niet zeker weet of het gekozen pad van de schrijver wel zo normaal is. Het boek wordt al snel een heuse slachting, waarbij lezers zich geheel in de stijl van het verhaal zich zullen gaan afvragen, wanneer is de lezer, en niet waar is de lezer. De schrijver is dus in dit boek zelf ook op een geniale manier het zieke brein aan het zijn. Een diehard horror-fan kan dit wel waarderen.
Tevens is er in dit boek opnieuw aandacht voor het medische falen in de geschiedenis van de zorg, en dan met name als het om de mentale gesteldheid van de mens gaat. Hierbij wordt ook het onderwerp verkeerd medicijngebruik ter sprake gebracht. In feite wordt er dus tevens iets herkenbaars, en de bijkomende problematiek van elke tijd aangestipt.
Op slinkse, maar meesterlijke wijze heeft de auteur onverwacht een oude bekende uit zijn oeuvre weten terug te laten komen, die elk hoofd van de doorgewinterde horrorliefhebber, en fan van Valgaeren’s boeken, overhoop zal gooien. Vanaf daar wordt het naast horror ook een duister mysterie, die naar de nodige ontknopingen lonkt. Hoewel de lezer kan verwachten dat dit boek met een enorme cliffhanger eindigt, heeft de auteur opnieuw een indrukwekkende gothic novel geschreven, die je maar beter niet kan lezen wanneer je al hoofdpijn hebt.
