Larry Bond is weer helemaal terug na een (Nederlandse) afwezigheid van jaren. We recenseerden zijn een-na-laatste werk al, Vluchtplan met onderzeebootman Jerry Mitchell in de hoofdrol. Onlangs verscheen zijn nieuwste boek, Ramkoers.
Het jaar is 2016. China’s economie lijkt voor de buitenwereld gezond en voortvarend, maar niets is minder waar. De leiders in het communistische land voorzien een groot tekort aan fossiele brandstoffen. Hun oog valt op de Spratly-eilanden, een reeks eilanden in de Zuid-Chinese Zee met grote oliereserves. De grootmacht maakt een plan om de eilandengroep te bezetten: Neptunus’ Drietand. De openingszet is een torpedoaanval op een vissersboot onder Vietnamese vlag, geladen met munitie. Dat is de lont in het kruitvat, want al snel hebben een aantal buurlanden in de gaten wat China van plan is. Vietnam, India, Japan, de Fillipijnen en later ook andere bondgenoten vormen samen de Litorale Alliantie om een halt aan China’s expansiedrift toe te roepen. Het resultaat is een oorlog die in het begin nog onder het zeeoppervlak wordt uitgevochten, maar al snel ook bovengronds slachtoffers eist. In dit strijdgewoel bevindt zich de moderne North Dakota, een Amerikaanse onderzeeboot onder het bevel van Jerry Mitchell. Zij zijn de vooruitgeschoven post van de Verenigde Staten, die angstvallig proberen de strijdende landen uit elkaar te houden. Wat volgt is een missie die het uiterste vergt van Mitchell en zijn bemanning.
Ramkoers is een “moderne ouderwetse onderzeebootthriller”, maar met meer diepgang (wat een woordspeling) dan de andere boeken in dat genre. Bond weet een all out oorlog in al zijn facetten goed neer te zetten zodat het scenario realistisch over komt. Net als in Vluchtplan beschrijft hij deze crisissituatie vanuit meerdere perspectieven. Zo is er de Japanse economische wetenschapper Komamura, die een boek schreef over de precaire situatie op het Aziatische continent en daarmee eigenlijk de blauwdruk creëerde voor de Litorale Alliantie. Aan de andere kant is er het Chinese politbureau, waar de communistische leiders halsbrekende toeren uithalen om toch hun doel te behalen: de groei van de Chinese economie op gang houden. Dan is er nog de Amerikaanse zijde, met Mitchell in zijn onderzeeboot maar ook met de Amerikaanse president die zich voor de grootste uitdaging uit zijn politieke loopbaan geplaatst ziet. Want kiest hij de zijde van de oude bondgenoten in de Litorale Alliantie of gaat hij de lieve vree bewaren en zo de Amerikaanse economie beschermen? Al deze invalshoeken maken “Ramkoers” spannend op een manier zodat de lezer geïnteresseerd blijft. Want Bond heeft wel een risico genomen die voor sommige lezers afschrikkend kan werken: met al deze invalshoeken komen evenzovele namen, van Chi tot Xi en van Komamura tot Kasagi om maar wat te noemen. Het maakt het er bij tijd en wijlen niet gemakkelijker op. De lezer moet blijven opletten in welke ‘bespreekkamer’ hij zich op dat moment bevindt en vanuit welke invalshoek Larry Bond nu weer bezig is. Het risico is daardoor aanwezig dat de lezer door al deze namen het spreekwoordelijke bos niet meer ziet.
Maar mocht je deze drempel kunnen nemen en dat is voor de geïnteresseerde lezer goed te doen, dan is er een schitterende technothriller die dit genre weer opnieuw leven in blaast. Want Bond beschrijft de politieke situaties en de gevechten met zoveel detail, dat de lezer zich bij tijd en wijlen in het strijdgewoel waant. Een achtbaanrit die even op gang moet komen en met een redelijke hoge moeilijkheidsgraad, maar eenmaal op weg pas op de laatste pagina stopt. Nu maar hopen dat het rustig blijft op het Aziatische continent, want de gevolgen zijn volgens Bond enorm.
Het jaar is 2016. China’s economie lijkt voor de buitenwereld gezond en voortvarend, maar niets is minder waar. De leiders in het communistische land voorzien een groot tekort aan fossiele brandstoffen. Hun oog valt op de Spratly-eilanden, een reeks eilanden in de Zuid-Chinese Zee met grote oliereserves. De grootmacht maakt een plan om de eilandengroep te bezetten: Neptunus’ Drietand. De openingszet is een torpedoaanval op een vissersboot onder Vietnamese vlag, geladen met munitie. Dat is de lont in het kruitvat, want al snel hebben een aantal buurlanden in de gaten wat China van plan is. Vietnam, India, Japan, de Fillipijnen en later ook andere bondgenoten vormen samen de Litorale Alliantie om een halt aan China’s expansiedrift toe te roepen. Het resultaat is een oorlog die in het begin nog onder het zeeoppervlak wordt uitgevochten, maar al snel ook bovengronds slachtoffers eist. In dit strijdgewoel bevindt zich de moderne North Dakota, een Amerikaanse onderzeeboot onder het bevel van Jerry Mitchell. Zij zijn de vooruitgeschoven post van de Verenigde Staten, die angstvallig proberen de strijdende landen uit elkaar te houden. Wat volgt is een missie die het uiterste vergt van Mitchell en zijn bemanning.
Ramkoers is een “moderne ouderwetse onderzeebootthriller”, maar met meer diepgang (wat een woordspeling) dan de andere boeken in dat genre. Bond weet een all out oorlog in al zijn facetten goed neer te zetten zodat het scenario realistisch over komt. Net als in Vluchtplan beschrijft hij deze crisissituatie vanuit meerdere perspectieven. Zo is er de Japanse economische wetenschapper Komamura, die een boek schreef over de precaire situatie op het Aziatische continent en daarmee eigenlijk de blauwdruk creëerde voor de Litorale Alliantie. Aan de andere kant is er het Chinese politbureau, waar de communistische leiders halsbrekende toeren uithalen om toch hun doel te behalen: de groei van de Chinese economie op gang houden. Dan is er nog de Amerikaanse zijde, met Mitchell in zijn onderzeeboot maar ook met de Amerikaanse president die zich voor de grootste uitdaging uit zijn politieke loopbaan geplaatst ziet. Want kiest hij de zijde van de oude bondgenoten in de Litorale Alliantie of gaat hij de lieve vree bewaren en zo de Amerikaanse economie beschermen? Al deze invalshoeken maken “Ramkoers” spannend op een manier zodat de lezer geïnteresseerd blijft. Want Bond heeft wel een risico genomen die voor sommige lezers afschrikkend kan werken: met al deze invalshoeken komen evenzovele namen, van Chi tot Xi en van Komamura tot Kasagi om maar wat te noemen. Het maakt het er bij tijd en wijlen niet gemakkelijker op. De lezer moet blijven opletten in welke ‘bespreekkamer’ hij zich op dat moment bevindt en vanuit welke invalshoek Larry Bond nu weer bezig is. Het risico is daardoor aanwezig dat de lezer door al deze namen het spreekwoordelijke bos niet meer ziet. Maar mocht je deze drempel kunnen nemen en dat is voor de geïnteresseerde lezer goed te doen, dan is er een schitterende technothriller die dit genre weer opnieuw leven in blaast. Want Bond beschrijft de politieke situaties en de gevechten met zoveel detail, dat de lezer zich bij tijd en wijlen in het strijdgewoel waant. Een achtbaanrit die even op gang moet komen en met een redelijke hoge moeilijkheidsgraad, maar eenmaal op weg pas op de laatste pagina stopt. Nu maar hopen dat het rustig blijft op het Aziatische continent, want de gevolgen zijn volgens Bond enorm.