“Plotseling verstarden mijn vingers. Al mijn energie verplaatste zich in een krankzinnige seconde naar mijn handen en voeten. De auto zwenkte. Ik trapte hard op de rem, kneep mijn ogen dicht en wachtte op de klap.”Laura is de belangrijkste hoofdpersoon in dit boek. Ze is opgegroeid in Wervershoof, een dorpje in West-Friesland. Nu ze volwassen is keert ze terug naar deze streek, met zijn jaarlijkse kermis. Ze verblijft tijdelijk bij haar ouders en ervaart daar dezelfde beklemmende gevoelens als in haar jeugd:
“Het ging zoals het altijd ging. Zolang je het niet zag, bestond het niet. Het verleden werd onder tafel geschoven met de bedoeling om daar nooit meer onder vandaan te komen. Er zou niet meer over gepraat worden, en ze zouden op de oude voet verder gaan. Als het aan haar ouders lag.”Micha, Fredje en Amos zijn andere hoofdpersonen. Al hun levens zijn op een of andere manier verbonden vanuit het verleden. Door een ontvoering, een zelfdoding en 1 (of meerdere?) moorden raken ze ook nu bij elkaar betrokken. Laura’s zus Daniella speelt ook een grote rol, samen met de vriendenclub waar zij bij hoort.
Schrijf jouw recensie!