Internationaal georiënteerd is Suzanna Esther zeker wel. Opgegroeid in Amstelveen zocht ze op haar 16e domicilie in Amsterdam. Acht jaar later stak ze de oceaan over om een jaar in Amerika te verblijven. Frankrijk zag haar de landgrenzen overtrekken toen ze dertig was maar na zes jaar werd het toch weer Nederland. Naast zich internationaal oriënteren is taal een andere passie voor haar. Een actueel dagboek, columns, korte verhalen en natuurlijk haar debuut, de novelle Wervelstof en het daaropvolgende succesvolle De stem, zijn daar concrete bewijzen van. Onlangs verscheen het derde boek van haar hand; 2020 Kamp Alpha dat, na het lezen, de gedachte niet wegneemt dat er nog een eigenschap ongenoemd is gebleven, enige vorm van voorspellend vermogen lijkt haar namelijk ook niet vreemd.

Sophie Duval, net afgestudeerd als tandarts, is bevriend met de in Hoorn woonachtige Arjen Terlinden. Tussen de twee tortelduifjes gaat het goed tot het moment dat een verraderlijke bacterie in Nederland rondwaart en steeds meer slachtoffers eist. Omdat is vastgesteld dat huisdieren de verspreiders zijn, wordt een verbod uitgevaardigd op het houden er van. Sophie is van mening dat haar vriend zijn Jack Russel de deur uit moet doen maar dat is hij geenszins van plan. Het conflict loopt zo hoog op dat de relatie al snel geen toekomst meer heeft en Sophie bij hem vertrekt. Als een razzia-achtige actie bij zijn buurvrouw het verlies van haar huisdier betekent, is Arjen vastbesloten om zijn hond Karel bij hem te houden. Lisette Jaring is dakloos en onafscheidelijk van haar vriendje, Fred de fret. Zonder elkaar te kennen neemt ze hetzelfde besluit als Arjen en wil niet zonder Fred verder. Ze weten beiden de maatregelen van de aan het bewind zijnde nieuwe partij BPL (Burger Plicht Loont) het hoofd te bieden en reageren op een brief die ze ontvangen van het verzet. Daar ontmoeten ze elkaar voor het eerst en besluiten samen voor het behoud van hun huisdier te knokken…

‘Zijn armen tintelen en even beeldde hij zich in dat hij de man achter zich met een hoge kickboks-trap het wapen afhandig maakte. Hij kan het razendsnel oprapen en de klootzak een trap in zijn kruis geven, maar wat kon hij daarna doen’

Het verhaal dat voorzichtig begint, komt pas echt op gang als voor iedereen duidelijk is wat er precies speelt en het team Arjen en Li de handen ineenslaan en zich gaan verzetten tegen de uitgevaardigde plannen. Het duo raakt van het ene gevaar in het andere verzeild en ervaart lijfelijk dat het hun tegenstanders ernst is met alles wat ze ver- en gebieden.

Esther heeft zich buitengewoon goed ingelezen en laten informeren over de thema’s en onderwerpen die het verhaal in 2020 Kamp Alpha dragen. De spanning en de daaraan gerelateerde gevaarlijke situaties doseert ze feilloos. De beide belangrijkste personages zijn sterk neergezet en spelen hun rol met verve. De auteur weet de kern van het verhaal, het ondergeschikt zijn aan machthebbers, met veel overtuiging voor het voetlicht te brengen. Een beetje jammer is de voorspelbaarheid maar dit wordt ruim gecompenseerd door de weg die Arjen en Lisette samen afleggen. Overigens hebben ze beide nog voldoende potentie om samen nog een volgend avontuur aan te gaan. En met het niet volledig gesloten einde dat die optie nog volledig openhoudt, zou de auteur eens over die mogelijkheid serieus moeten nadenken.

Samengevat bevat dit derde boek een goed leesbaar verhaal met correct inhoudelijke informatie over een onderwerp dat helaas op dit moment heel dichtbij is, zelfs onder ons. Goed, maar niet minder dramatisch, is te lezen dat we een aantal zaken, ook al is het boek voor COVID-19 uitbrak geschreven, nu ook werkelijk zien gebeuren. Dus non-fictie en fictie schuren tegen elkaar…