Keer niet terug is de tweede thriller op naam van Clare Donoghue. Met Kijk niet om heeft ze een hoogstaand debuut geschreven (recensie hier) en de verwachtingen van Keer niet om zijn dan ook hoog. Inspecteur Mike Lockyer en brigadier Jane Bennet spelen in Keer niet terug weer de hoofdrol.
Personages die we in het debuut hebben leren kennen keren ook in het tweede deel terug. Er wordt in Keer niet terug gerefereerd aan het verleden van Lockyer, maar hier wordt niet uitgebreid op ingegaan. Mocht je hier meer van willen weten is het aan te bevelen eerst Kijk niet om te lezen.
In Keer niet terug draait het allemaal weer om moord, onderzoek en de klopjacht naar een dader. Een vermiste student wordt gevonden in iets wat een grafkist voor moet stellen. Lockyer's taken zijn wat ingeperkt , waardoor brigadier Jane Bennett de leiding krijgt over het onderzoek na deze bizarre vondst. Bennet heeft twee verdachten in het vizier, maar beide ontkennen enige vorm van betrokkenheid. De zoektocht naar aanknopingspunten gaat verder. Maar ook als er na enige tijd later nog een lichaam wordt gevonden, hebben ze nog geen idee wie deze bizarre moorden pleegt. Bennet en Lockyer hebben te maken met een goed voorbereide moordenaar die tot op heden nog geen steken laat vallen. Kunnen ze het tij keren, door de moordenaar voor te zijn?
Donoghue weet je met een bloedstollende proloog te doen huiveren. Als lezer maak jij je gelijk een voorstelling van de omgeving van het slachtoffer en dat in iets meer dan twee bladzijdes. Je haren staan rechtovereind en Donoghue kluistert je aan het boek met deze pakkende opening. Brigadier Bennet is in Keer niet terug het hoofdpersonage van waaruit vele hoofdstukken zijn geschreven. Tussendoor komt het slachtoffer in haar benarde situatie aan het woord en na ruim honderd bladzijdes krijgt inspecteur Lockyer weer een grotere rol.
Donoghue heeft, net als in Kijk niet om, weer veel tijd en aandacht aan de personages en de omgeving besteed. Bennet ontwikkelt zich in deze thriller tot iemand die steeds beter weet hoe ze een groot onderzoek moet leiden en leunt daarbij op inspecteur Lockyer. De omgeving is realistisch, beangstigend en staat op het netvlies van de lezer. Donoghue heeft een vlotte schrijfstijl en weet een sfeer te creëren die beklemmend is. Donoghue heeft zich verdiept in tafofobie; de angst om levend begraven te worden. Ze weet dit op claustrofobische wijze over te brengen op de lezer.
Donoghue laat de lezer in het ongewisse wat er in het eerste deel is gebeurd. Ze refereert hier met het personage Lockyer geregeld aan, maar weidt zich er niet over uit. Dit maakt het voor de lezer die het debuut niet heeft gelezen soms wat rommelig en onoverzichtelijk, want je merkt dat dit belangrijk is geweest in de ontwikkeling van Lockyer. Een puntje wat meer aandacht had mogen genieten in het tweede deel.
Het onderzoek naar de moordenaar verloopt langzaam. Donoghue informeert de lezer op verschillende manieren over de vorderingen in het onderzoek. Soms ben je getuige van een briefing, een verhoor of een zoektocht en op andere momenten lees je later pas, wat zich tijdens een verhoor heeft afgespeeld. Er is sprake van een op de achtergrond aanwezige spanning, die naar het eind van het boek behoorlijk oplaait. Meerdere zaken worden met elkaar in verband gebracht, waardoor het voor de lezer blijft mee puzzelen wie deze gruwelijke daden ten uitvoer brengt. Knap gedaan!
In de climax komt het verhaal tot een verrassend en spannend einde. Lockyer en Bennet moeten met een race tegen de klok de dader vinden en dat gaat niet zonder slag of stoot en gevaar voor eigen leven. Donoghue weet het verhaal langzaam spannend en beklemmend op te bouwen, er zijn vele losse puzzelstukjes die in elkaar gevoegd moeten worden. De lezer wordt hierdoor meerdere keren op het verkeerde been gezet. In de climax bruist het van de spanning en hebben Bennet en Lockyer een hoop werk te verrichten. De puzzelstukjes lijken in elkaar te vallen, maar kunnen ook vraagtekens oproepen. Donoghue roept hierin wellicht wel het gevoel op dat het allemaal nét even wat te ver gezocht is.
Desalniettemin is Keer niet terug een spannende en bovenal beklemmende thriller, met claustrofobische omgevingen die op het netvlies van de lezer gebrand zijn. Het verhaal wordt behuisd door mooi doorontwikkelde personages. Kom maar op met deel drie van Bennet en Lockyer!
Personages die we in het debuut hebben leren kennen keren ook in het tweede deel terug. Er wordt in Keer niet terug gerefereerd aan het verleden van Lockyer, maar hier wordt niet uitgebreid op ingegaan. Mocht je hier meer van willen weten is het aan te bevelen eerst Kijk niet om te lezen.
In Keer niet terug draait het allemaal weer om moord, onderzoek en de klopjacht naar een dader. Een vermiste student wordt gevonden in iets wat een grafkist voor moet stellen. Lockyer's taken zijn wat ingeperkt , waardoor brigadier Jane Bennett de leiding krijgt over het onderzoek na deze bizarre vondst. Bennet heeft twee verdachten in het vizier, maar beide ontkennen enige vorm van betrokkenheid. De zoektocht naar aanknopingspunten gaat verder. Maar ook als er na enige tijd later nog een lichaam wordt gevonden, hebben ze nog geen idee wie deze bizarre moorden pleegt. Bennet en Lockyer hebben te maken met een goed voorbereide moordenaar die tot op heden nog geen steken laat vallen. Kunnen ze het tij keren, door de moordenaar voor te zijn?
Donoghue weet je met een bloedstollende proloog te doen huiveren. Als lezer maak jij je gelijk een voorstelling van de omgeving van het slachtoffer en dat in iets meer dan twee bladzijdes. Je haren staan rechtovereind en Donoghue kluistert je aan het boek met deze pakkende opening. Brigadier Bennet is in Keer niet terug het hoofdpersonage van waaruit vele hoofdstukken zijn geschreven. Tussendoor komt het slachtoffer in haar benarde situatie aan het woord en na ruim honderd bladzijdes krijgt inspecteur Lockyer weer een grotere rol.
Donoghue heeft, net als in Kijk niet om, weer veel tijd en aandacht aan de personages en de omgeving besteed. Bennet ontwikkelt zich in deze thriller tot iemand die steeds beter weet hoe ze een groot onderzoek moet leiden en leunt daarbij op inspecteur Lockyer. De omgeving is realistisch, beangstigend en staat op het netvlies van de lezer. Donoghue heeft een vlotte schrijfstijl en weet een sfeer te creëren die beklemmend is. Donoghue heeft zich verdiept in tafofobie; de angst om levend begraven te worden. Ze weet dit op claustrofobische wijze over te brengen op de lezer.
Donoghue laat de lezer in het ongewisse wat er in het eerste deel is gebeurd. Ze refereert hier met het personage Lockyer geregeld aan, maar weidt zich er niet over uit. Dit maakt het voor de lezer die het debuut niet heeft gelezen soms wat rommelig en onoverzichtelijk, want je merkt dat dit belangrijk is geweest in de ontwikkeling van Lockyer. Een puntje wat meer aandacht had mogen genieten in het tweede deel.
Het onderzoek naar de moordenaar verloopt langzaam. Donoghue informeert de lezer op verschillende manieren over de vorderingen in het onderzoek. Soms ben je getuige van een briefing, een verhoor of een zoektocht en op andere momenten lees je later pas, wat zich tijdens een verhoor heeft afgespeeld. Er is sprake van een op de achtergrond aanwezige spanning, die naar het eind van het boek behoorlijk oplaait. Meerdere zaken worden met elkaar in verband gebracht, waardoor het voor de lezer blijft mee puzzelen wie deze gruwelijke daden ten uitvoer brengt. Knap gedaan!
In de climax komt het verhaal tot een verrassend en spannend einde. Lockyer en Bennet moeten met een race tegen de klok de dader vinden en dat gaat niet zonder slag of stoot en gevaar voor eigen leven. Donoghue weet het verhaal langzaam spannend en beklemmend op te bouwen, er zijn vele losse puzzelstukjes die in elkaar gevoegd moeten worden. De lezer wordt hierdoor meerdere keren op het verkeerde been gezet. In de climax bruist het van de spanning en hebben Bennet en Lockyer een hoop werk te verrichten. De puzzelstukjes lijken in elkaar te vallen, maar kunnen ook vraagtekens oproepen. Donoghue roept hierin wellicht wel het gevoel op dat het allemaal nét even wat te ver gezocht is.
Desalniettemin is Keer niet terug een spannende en bovenal beklemmende thriller, met claustrofobische omgevingen die op het netvlies van de lezer gebrand zijn. Het verhaal wordt behuisd door mooi doorontwikkelde personages. Kom maar op met deel drie van Bennet en Lockyer!
Image
Marinus van de Velde
Ik ben Marinus van de Velde, van bouwjaar 1984. Ik mag mezelf de eigenaar noemen van ThrillZone! Ik lees al van jongs af aan. Mijn interesses liggen breed; Scandi, Nederlandstalig, spionage, maar ik vind Baldacci en Lee Child bijvoorbeeld ook geweldig. Lezen voor ThrillZone betekent soms het oprekken van je comfortzone en dat lukt goed!
Personages die we in het debuut hebben leren kennen keren ook in het tweede deel terug. Er wordt in Keer niet terug gerefereerd aan het verleden van Lockyer, maar hier wordt niet uitgebreid op ingegaan. Mocht je hier meer van willen weten is het aan te bevelen eerst Kijk niet om te lezen.
In Keer niet terug draait het allemaal weer om moord, onderzoek en de klopjacht naar een dader. Een vermiste student wordt gevonden in iets wat een grafkist voor moet stellen. Lockyer's taken zijn wat ingeperkt , waardoor brigadier Jane Bennett de leiding krijgt over het onderzoek na deze bizarre vondst. Bennet heeft twee verdachten in het vizier, maar beide ontkennen enige vorm van betrokkenheid. De zoektocht naar aanknopingspunten gaat verder. Maar ook als er na enige tijd later nog een lichaam wordt gevonden, hebben ze nog geen idee wie deze bizarre moorden pleegt. Bennet en Lockyer hebben te maken met een goed voorbereide moordenaar die tot op heden nog geen steken laat vallen. Kunnen ze het tij keren, door de moordenaar voor te zijn?
Donoghue weet je met een bloedstollende proloog te doen huiveren. Als lezer maak jij je gelijk een voorstelling van de omgeving van het slachtoffer en dat in iets meer dan twee bladzijdes. Je haren staan rechtovereind en Donoghue kluistert je aan het boek met deze pakkende opening. Brigadier Bennet is in Keer niet terug het hoofdpersonage van waaruit vele hoofdstukken zijn geschreven. Tussendoor komt het slachtoffer in haar benarde situatie aan het woord en na ruim honderd bladzijdes krijgt inspecteur Lockyer weer een grotere rol.
Donoghue heeft, net als in Kijk niet om, weer veel tijd en aandacht aan de personages en de omgeving besteed. Bennet ontwikkelt zich in deze thriller tot iemand die steeds beter weet hoe ze een groot onderzoek moet leiden en leunt daarbij op inspecteur Lockyer. De omgeving is realistisch, beangstigend en staat op het netvlies van de lezer. Donoghue heeft een vlotte schrijfstijl en weet een sfeer te creëren die beklemmend is. Donoghue heeft zich verdiept in tafofobie; de angst om levend begraven te worden. Ze weet dit op claustrofobische wijze over te brengen op de lezer.
Donoghue laat de lezer in het ongewisse wat er in het eerste deel is gebeurd. Ze refereert hier met het personage Lockyer geregeld aan, maar weidt zich er niet over uit. Dit maakt het voor de lezer die het debuut niet heeft gelezen soms wat rommelig en onoverzichtelijk, want je merkt dat dit belangrijk is geweest in de ontwikkeling van Lockyer. Een puntje wat meer aandacht had mogen genieten in het tweede deel.
Het onderzoek naar de moordenaar verloopt langzaam. Donoghue informeert de lezer op verschillende manieren over de vorderingen in het onderzoek. Soms ben je getuige van een briefing, een verhoor of een zoektocht en op andere momenten lees je later pas, wat zich tijdens een verhoor heeft afgespeeld. Er is sprake van een op de achtergrond aanwezige spanning, die naar het eind van het boek behoorlijk oplaait. Meerdere zaken worden met elkaar in verband gebracht, waardoor het voor de lezer blijft mee puzzelen wie deze gruwelijke daden ten uitvoer brengt. Knap gedaan!
In de climax komt het verhaal tot een verrassend en spannend einde. Lockyer en Bennet moeten met een race tegen de klok de dader vinden en dat gaat niet zonder slag of stoot en gevaar voor eigen leven. Donoghue weet het verhaal langzaam spannend en beklemmend op te bouwen, er zijn vele losse puzzelstukjes die in elkaar gevoegd moeten worden. De lezer wordt hierdoor meerdere keren op het verkeerde been gezet. In de climax bruist het van de spanning en hebben Bennet en Lockyer een hoop werk te verrichten. De puzzelstukjes lijken in elkaar te vallen, maar kunnen ook vraagtekens oproepen. Donoghue roept hierin wellicht wel het gevoel op dat het allemaal nét even wat te ver gezocht is.
Desalniettemin is Keer niet terug een spannende en bovenal beklemmende thriller, met claustrofobische omgevingen die op het netvlies van de lezer gebrand zijn. Het verhaal wordt behuisd door mooi doorontwikkelde personages. Kom maar op met deel drie van Bennet en Lockyer!