Skip to main content

Het is een gure maandagmiddag in november als we de laptop openklappen om een gesprek te voeren met niemand minder dan David Baldacci. We spraken hem ook al in april van dit jaar, maar inmiddels heeft hij (weer) een nieuwe thriller uit en is het hoog tijd om hem daarover te interviewen.

Het is ochtend in de Verenigde Staten van Amerika. Baldacci herinnert zich ons gesprek van april nog goed en vraagt hoe het nu is. “COVID slaat overal weer toe. En we hebben inmiddels een nieuwe variant las ik, Omikron. COVID 5.0 ofzo iets,” zegt hij glimlachend.

In april vertelde hij het al: de nieuwe Atlee Pine-thriller zou in het najaar verschijnen en inmiddels is het boek er ook. Spiegelbeeld in het Nederlands, in het Engels Mercy. “Dit is het vierde boek in de Atlee Pine-reeks. Ze is een FBI-agent. Toen ze zes was, werd haar zusje Mercy ontvoerd. Niemand weet wat er precies is gebeurd en het vernietigde hun familie. Haar vader vertrok bijvoorbeeld. Pine werkt in Arizona als agente, bij de Grand Canyon. Ze vindt zelf dat ze het boek over Mercy moet sluiten. Dus gaat ze op zoek naar de waarheid en die vraag speelt inmiddels vier boeken. In dit deel komt alles bij elkaar. Hier lost ze het mysterie op. De fans, die al vier boeken op het antwoord wachten, krijgen die ook. Dus bedankt fans, for hangin’ in with me,” zegt de goedlachse auteur.

In vergelijking met de andere reeksen van Baldacci is het Pine-verhaal meer persoonlijk. Klopt dit? Baldacci beaamt deze opvatting, want het zijn geen gewone zaken waar de hoofdpersoon aan werkt. Er zijn wel kleinere cases die Pine ondertussen oplost, maar de grote vraag is een persoonlijke; die van de ontvoering van haar zusje. Het is de eerste keer dat Baldacci ervoor heeft gekozen een zaak over meer boeken uit te spreiden. “Het was na deel één gewoon nog niet klaar.” Het was wel spannend en nieuw voor hem, geeft hij aan. Vooral het feit dat je niets meer kunt veranderen in de verhaallijn omdat de eerdere delen al zijn uitgebracht, was leerzaam. “Daar moest ik dus voorzichtiger mee zijn.”

Is het, met Spiegelbeeld, dan het eind van deze serie? “Nee, dat is het niet. Het is alleen klaar met de zoektocht naar de waarheid rond Mercy. Ik denk zelf dat Atlee en Carol (Blum, haar sidekick – red.) echt meer in hun hebben dan vier boeken. Ze heeft een hele carrière voor zich en die wil en kan ik wel uitwerken.”

 In april zei David Baldacci ook dat hij bezig was met een nieuwe rondom Amos Decker. Decker is een van de populairste seriepersonages van de auteur, hoever staat het ermee? “Ja, daar werk ik momenteel aan. Die moet uitkomen in het najaar van 2022.”

En ook in andere reeksen is de voortgang te zien. Zo komt binnenkort de derde Aloysius Archer-thriller uit. In Nederland gaat deze Schaduwstad heten. Het verhaal speelt zich af in 1953. Archer is inmiddels in Hollywood gearriveerd en werkt als privédetective. Het speelt zich af middenin het gouden tijdperk van Hollywood.

“In de zomer van 2022 begin ik een nieuwe reeks; The 6:20 Man. 6:20 refereert naar de trein waarmee deze persoon elke dag naar New York reist. Ik bedacht dit personage toen ik op de fiets in Florida reed,” vertelt Baldacci lachend. “Ik ging zitten en begon te schrijven. Dat ging echt snel. Het karakter is begin dertig en werkt in de hoge regionen van de financiële wereld in New York. Er gebeurt van alles in de trein en rond zijn werk.”

We kunnen niet anders dan concluderen dat hij volle bak aan het schrijven is. Een van de redenen hiervan, verklaart hij, is de pandemie. Alle reizen werden geannuleerd en hij spendeerde daardoor veel tijd thuis.

Baldacci staat bekend om zijn vele, uiteenlopende series. En eigenlijk zijn al deze series ‘slapend’. “Als ik gewoon weer een cool idee heb, dan sla ik aan het schrijven. Voor de militair John Puller bijvoorbeeld geldt dat. Op dit moment wordt daar trouwens ook een tv-serie voor Fox voor gemaakt. Maar alle series zijn dus eigenlijk slapend. En ja, dat geldt dus ook voor De Camel Club. Bij een goed idee volgt er gewoon een nieuw boek in de reeks.”

We schakelen over naar zijn privéleven. Baldacci klinkt Italiaans, toch? Dat klopt, geeft hij aan. Barga is een plaatsje in Toscane, een uur vanaf Lucca. Daar werd zijn opa geboren. Zijn oma woonde er dicht in de buurt. Beiden emigreerden met hun familie en zo arriveerden ze per boot in Ellis Island aan het eind van de 19de eeuw.  Zijn oma kwam in Richmond, Virginia terecht. Dat is een noordelijke stad in de V.S. waar het erg koud kan zijn. Veel Italianen vestigden zich daar. Dat was namelijk de eerste stop na New York als je per trein reisde. Zijn oma had een pension in Richmond en zijn opa kwam daar terecht en zo leerden ze elkaar kennen. Ze trouwden, kregen acht kinderen en daar werd ook Baldacci geboren. “Tijdens een vakantie naar Italië wilden we in Barga kijken dus we gingen daarnaartoe. Bleek er een David Baldacci-dag te zijn! Ik dacht dat we alleen even met de burgemeester zouden babbelen, maar er kwam een compleet feest los. Inclusief orkest, en mensen die speeches hielden. Het was te gek en uiteindelijk een dag die me is bijgebleven. Ik had echt geen idee dat dit zou gebeuren.”

Zijn jeugd was dus in Richmond, Virginia. Toen hij er opgroeide, was het stadje zwaar gesegregeerd. Het verschil tussen blank en zwart werd enorm uitvergroot. "Ik had dus de achternaam Baldacci, wat helemaal niet zuidelijk (Amerikaans – red.) is natuurlijk. Ik maakte altijd de grap; als je achternaam niet Lee, Jackson of Stewart is, geeft niemand om je. Dat zijn immers van die achternamen van Geconfedereerde ‘helden’. Ik was daardoor een soort observator van buitenaf. Ik las veel in de bibliotheek. En daar zag ik de rest van de wereld, en een andere wereld. Dat gaf hij mij een ander perspectief op zaken. Ik voelde me een soort wereldreiziger doordat ik zoveel las. Veel mensen met wie ik daar opgroeide, hielden er een ander beeld van de wereld op na. En die hebben dat beeld nog steeds. Ik denk dat ik dat ontsnapt ben, door mijn liefde voor boeken.”

Tijdens zijn jeugd -en erna- stonden er nog steeds beelden van generaals en andere personen van de Confederatie. Die zijn inmiddels weggehaald. Maar elke dag dat hij op weg ging naar de universiteit, kwam hij langs die monumenten. “Er werd dan gezegd dat die figuren voor hun land stierven. Ik keek ernaar vanuit het perspectief dat die lui juist de regering omver wilden werpen, maar ja, dat ben ik.”

Baldacci is er duidelijk over. “Die standbeelden en monumenten rondom de Confederatie zijn geen onderdeel van de geschiedenis. Zo’n beeld in de belangrijkste straat van de stad, tien meter hoog, dat is simpelweg propaganda. De standbeelden zijn namelijk niet tijdens of direct na de oorlog geplaatst. Dat is pas in het begin van de 20ste eeuw gebeurd. Mensen wilden de zwarten laten weten dat ze nog steeds op hun hoede moesten zijn.”

Hij is er een voorstander van om ook de geschiedenislessen daarop aan te passen. “Mij werd geleerd dat deze mannen helden waren. Dat was slecht. Dat was een geïdealiseerde, eigen versie van geschiedenis. Ik zeg tegen mensen; denk je dat Duitsland, omdat het geschiedenis is, beelden van Nazi’s in de straten hebben staan? Dat is toch ondenkbaar?”

Is zijn opvatting van hoe geschiedenis vorm wordt gegeven -of moet worden gegeven- van invloed op zijn boeken? “Ja, dat is het zeker. Ik probeer het wel subtiel te doen, wat overigens niet altijd lukt. Dat zorgt dan weer voor een stormvloed aan boze e-mails maar ja, dat is dan maar zo. We hebben momenteel veel issues in de V.S. We lijken weg te glijden van het democratische ideaal. En dat zorgt ervoor dat we soms lijken op landen waar je niet op wilt lijken. Bijvoorbeeld The strong man rule, waar een persoon de dienst uitmaakt. Met voorbeelden waar verkiezingen ter discussie worden gesteld. Dat hebben we immers al vaker gezien, en dat is geen succesverhaal. Dat moeten we niet willen. En ja, daar schrijf ik dus wel over. Dat vormt zich in mijn boeken bijvoorbeeld als gedachten van karakters.”

Baldacci geeft om dit onderwerp, zoveel is duidelijk. En dat siert hem. Hij geeft, om het onderwerp af te sluiten, het volgende mee: “Mensen zijn slechte goden. We zijn niet alwetend, geweldig, of allesoverziend. En als de sterke man te sterk wordt, heeft hij geen fans meer nodig. Dan zijn volgers genoeg. En dan heb je geen keus meer; volgen, of niet. Ik heb dit al zo vaak gezien in de geschiedenis. Het eindigt altijd hetzelfde.”

Beseft hij ook dat hij zelf invloed heeft, als auteur van miljoenen boeken? Hoe gaat hij daarmee om? Baldacci denkt daar zeker over na. Hij weet dat veel mensen zijn boeken als pure fictie en vermaak lezen. “Mijn mening is maar mijn mening. Wat ik wel probeer te doen, is issues bespreekbaar maken zodat mensen er over kunnen nadenken. Ik hoop dan dat mensen hier hun eigen mening over gaan vormen. Ik probeer mensen op zaken te wijzen. En als ze dat doen, dan heb ik een positieve bijdrage in de kennisvergroting van mensen gedaan.”

We vragen hem naar hoe zijn vrienden naar hem kijken. Daar moet hij even over nadenken. Hij geeft aan dat ze waarschijnlijk zullen zeggen dat hij erg loyaal is. Hij geeft aan dat hij ze ondersteunt wanneer ze dat nodig hebben. Door bijvoorbeeld een luisterend oor te bieden. En waarschijnlijk zal Baldacci getypeerd worden als eerlijk. “Loyaliteit en rechtvaardig, dat zijn wel kernzaken voor mij.”

En wat zou zijn vrouw zeggen als we haar vragen naar een ‘irritante’ eigenschap? “Nou,” zegt Baldacci,”ik denk dat ze zou zeggen dat ik altijd maar schrijf. Zelfs als we op een verjaardag zitten zit ik weleens naar een muur te staren. Dan komt er iemand naar me toe om te vragen of het wel goed met me gaat dan zegt ze: joh, hij maakt een hoofdstuk af. Kom over tien minuten terug. En dan gaat ze een drankje halen,” schaterlacht hij. “Ik ben nooit ver weg van mijn verhalen. Ze zijn altijd bij me.”

Denkt hij ook aan stoppen? Hij heeft immers honderd miljoen boeken verkocht en is een van de succesvolste auteurs ooit. Denkt hij nooit aan een pensioen? “Ik weet niet wanneer die tijd komt. Maar als het komt, dan zal het wel duidelijk zijn. Dan vult mijn schrijverstank niet meer, dan is de inspiratie leeg. Elke keer als ik nu een boek schrijf, dan vult mijn tank zich al voor het volgende. Maar als dat niet meer gebeurt, dan zal dat een belangrijk punt in mijn leven zijn. Ik heb het niet meer nodig, het schrijven. Dat punt heb ik wel bereikt. Ik ben succesvol, we kunnen er goed van leven. Daar hebben we geen zorgen om. Maar het punt voor mij zal zijn als ik niet meer de excitement voel van het schrijven. Dan is het genoeg.”

Hoe blijft Baldacci origineel, met zoveel series waar hij mee bezig is? Komt er op een gegeven moment geen overlap in? Een goed en eerlijke vraag, geeft hij aan. Hij blijft zichzelf uitdagen om als auteur nieuw gebied te betreden. Zo schreef hij de John Puller-serie, met een hoofdpersoon die militair is. Dat was een compleet nieuwe wereld voor hem waar veel onderzoek voor nodig was. Inspannend en tegelijkertijd enorm energiegevend. Hetzelfde geldt voor de Aloysius Archer-reeks. Dat speelt zich af in een tijd waarin Baldacci nog niet eens geboren was. Dat betekent een hoop onderzoek. En daarom houdt Baldacci ook zo van het schrijven van series. “Het geeft mij de kans en ruimte om nieuwe werelden te betreden en met mij mijn lezers. Idem voor The 6:20 Man. Dat is een andere generatie dan de mijne. Het is de financiële wereld. Daar moest ik dus actief over leren en dat houdt mij fris.”

Overigens heeft hij ook complimenten over voor auteurs die wél een gebaand pad blijven volgen. “Hats off voor auteurs die al twintig of dertig thrillers over hetzelfde personages hebben geschreven. Ik zou dat niet kunnen, maar vind het tof dat andere auteurs dat wel kunnen. Bijvoorbeeld Lee Child, die met zijn Jack Reacher-thrillers nog steeds goed bezig is. Dat is een geweldige erfenis voor de thrillerwereld.”

Heeft hij nog andere wensen? “Jazeker. Zoals ik de vorige keer zei, lees ik veel non-fictie werk als onderzoek voor mijn boeken. Het lijkt mij tof om een keer zo’n onderzoek ook feitelijk uit te zoeken en daarover te schrijven. Dat zou interessant zijn.” Over welk onderwerp? Baldacci is gefascineerd door de jaren ’40 en ’50 van de vorige eeuw. Ook true crime zou hij wel willen doen. Hij heeft al meegewerkt aan een aantal tv-serie over dat onderwerp. Bijvoorbeeld over de moord op een van de minnaressen van Kennedy, Mary Pinchot Meyer.

Over Aloysius Archer, zijn nieuwste creatie. Dat speelt zich af in een wereld die weer aan het opbouwen is en waarin mensen niet meer willen terugdenken aan de Tweede Wereldoorlog. Een periode van hoop, en kansen. Tot wanneer liep die periode volgens Baldacci? “Dat era stopte toen Kennedy werd vermoord en we in Vietnam betrokken raakten. Dat was een periode waarin we werden opgeschud, de onschuld verdween. En toen werden Bobby Kennedy en Martin Luther King jr. vermoord. De perfecte wereld werd vernietigd. En toen gingen we de zeventiger jaren in. Dat was een bizarre en ook wel een stomme wereld. We kregen stomme televisieshows, we droegen stomme kleren, soms slechte muziek. De zestiger jaren waren zo verbitterd verlopen, dat mensen het decennium erna aanpakten om maar los te gaan. Disco, rock & roll, drugs.” Ok, dat impliceert dat Aloysius Archer nog wel een lange periode te gaan heeft. “Ja, dat klopt. Archer heeft tijd genoeg. De jaren vijftig lopen nog even door. ”

Hoe construeert Baldacci zijn verhalen? Hij schrijft op microniveau het verhaal uit. Dat is in ongeveer vijf of zes pagina’s wel gedaan. Daarin introduceert hij zijn personages en schrijft welke grote plottwists plaatsvinden. Daarna gaat hij nitty gritty aan de slag, waarin hij dieper het verhaal in gaat en hij zijn keuzes maakt. Wat gaat werken, wat niet. Hij probeert daarmee te voorkomen dat hij tijdens het schrijven tegen zaken aanloopt die niet bevallen. Wel probeert hij zaken parallel te benaderen zodat hij wel keuzes heeft; doet de persoon dit, of maakt het een andere keus wat weer leidt tot…

“Ik voel daarin geen deadlines meer. In elk geval niet van uitgevers. Ik heb wel een interne deadline. Ik leg dat mezelf op. Niemand anders hoeft me daardoor onder druk te zetten.”

En die bladblazer, hoe zit dat? Baldacci lacht. “Ach ja, de bladblazer. Soms wil ik gewoon werk doen waarbij ik niet hoef na te denken over dat werk maar het vraagt wel een zekere vorm van structuur. Ik vind dat heerlijk. Tegelijkertijd kan ik me dan focussen op mijn boeken. Heerlijk is dat. Het klinkt misschien raar, maar dat geldt ook voor wandelen, fietsen, of douchen. Dat doe ik vooral als de details in een boek ertoe gaan doen. Dan heb ik focus nodig, en die bezigheden zorgen voor focus.”

We ontkomen er niet aan. Die fiets, wat voor fiets is dat? Een gravelbike, mountainbike, een racer? Nee, het is een gewone stadsfiets. Vooral in Florida maakt hij daar veel gebruik van, om op zichzelf te zijn.

En zo komen we tot het eind van, alweer, een prettig gesprek. Maar niet voordat Baldacci nog iets meegeeft.

“Het is altijd leuk om met je te spreken. Ik weet en voel dat je een groot liefhebber bent, dat je van de boeken houdt en dat je een soort van dezelfde mindset hebt als ik. Dank daarvoor en hou dat vast!”

Will do, mr. Baldacci, will do.

Image
geen
Marinus van de Velde
Ik ben Marinus van de Velde, van bouwjaar 1984. Ik mag mezelf de eigenaar noemen van ThrillZone! Ik lees al van jongs af aan. Mijn interesses liggen breed; Scandi, Nederlandstalig, spionage, maar ik vind Baldacci en Lee Child bijvoorbeeld ook geweldig. Lezen voor ThrillZone betekent soms het oprekken van je comfortzone en dat lukt goed!

Add new comment

Plain text

  • No HTML tags allowed.
  • Lines and paragraphs break automatically.
  • Web page addresses and email addresses turn into links automatically.