Skip to main content

Het is Jo Claes-week op ThrillZone en dat betekent dat we hem ook hebben geïnterviewd. Over zijn liefde voor Leuven, over kunst en…natuurlijk over zijn protagonist Thomas Berg!

Je bent een veelschrijver, zoals dat wordt genoemd. Je bent op drie vlakken actief: non-fictie, Young Adult en fictie. Hoe ga je hierin te werk? Loopt dit door elkaar heen of baken je dit heel strikt af?

Vreemd, ik beschouw mezelf niet als een veelschrijver. Ik schrijf één Thomas Berg-roman en één jeugdroman per jaar. Soms komt daar nog iets bij, een non-fictieboek bijvoorbeeld, maar dat is meestal een project dat over enkele jaren verspreid is.

Fictie hou ik strikt gescheiden. Als ik aan een misdaadroman bezig ben, wacht ik altijd tot die volledig klaar is voor ik nog maar begin na te denken over de plot van een volgende jeugdroman of een volgende Thomas Berg. Ik heb ondervonden dat ik al mijn concentratie nodig heb voor het boek waaraan ik op dat ogenblik werk.

Bovendien hou ik van de afwisseling. Een jeugdroman is iets heel anders dan een roman voor volwassenen, dat is één. En ten tweede kan ik op die manier afstand nemen van de vorige Thomas Berg, zodat er geen beïnvloeding optreedt als ik aan de volgende begin.

Wat was voor jou de reden dat je, na het verschijnen van Quarantaine in 2002, tijdelijk bent gestopt met het schrijven van fictie?

Na Quarantaine heb ik inderdaad een aantal jaar geen fictie meer geschreven. Dat was uit ontgoocheling over de receptie van mijn werk (daarmee bedoel ik bijvoorbeeld recensies, verkoop, enzovoort) én de vraag van uitgeverij Het Davidsfonds om een aantal non-fictieboeken te schrijven over onderwerpen waar ik al jarenlang mee bezig was.

Volgens een eerdere uitspraak van jou, schrijf je geen thrillers maar misdaadromans. Waar zit in jouw ogen het wezenlijke verschil in beide typeringen?

Een thriller is vooral gefocust op de plot en wat daarbij op de eerste plaats komt, is spanning, sensatie, geweld, bloed, gruwel… Er wordt minder aandacht besteed aan taal en stijl, de psychologische uitwerking van de personages, intertextualiteit, interessante dialogen, achtergrondkennis, enz…

Het is altijd mijn bedoeling geweest om misdaadromans te schrijven die beantwoorden aan de vereisten van wat men doorgaans een ‘literaire roman’ noemt, maar die zich tegelijkertijd kenmerken door een intrigerende moordplot en de nodige spanning.

Je hebt veel geschreven voor het Davidfonds. Kun je uitleggen wat dit fonds precies inhoudt en in hoeverre deze publicaties mede de vormgeving van het ontstaan van Thomas Berg heeft beïnvloed?

Ik heb ongeveer een dozijn boeken bij Het Davidsfonds gepubliceerd. Dat kwam omdat ze me de gelegenheid gaven over onderwerpen te schrijven die me boeiden: mythologie, iconografie, hagiografie, Bijbelverhalen… en om dat op een manier te doen waardoor zulke thema’s toegankelijk zijn voor een groot publiek.

Er is geen rechtstreeks verband met het ontstaan van de Thomas Berg-reeks, maar de kennis die ik heb opgedaan bij het schrijven van non-fictieboeken, wend ik af en toe wel aan in de plots van mijn misdaadromans omdat de verhalen daardoor meer diepgang en achtergrond krijgen, wat mijn lezers bijzonder appreciëren.

In 2008 verschijnt De zaak Torfs, waarmee je direct in de prijzen valt. Dit is het eerste boek met Thomas Berg als een hoofdpersonage. Was het van meet af aan de bedoeling om een langlopende serie te gaan schrijven?

De eerste Thomas Berg, ‘De zaak Torfs’, is het resultaat van een weddenschap met mijn dochters die me uitdaagden om eens een misdaadroman te schrijven, iets waar ik voorheen nooit aan had gedacht. Ze stelden daarbij enkele voorwaarden: ik kreeg één jaar de tijd, het verhaal moest zich in Leuven afspelen en het moest zo geschreven zijn dat er een vervolg op kon komen. De weddenschap ging om een fles Veuve Clicquot, niet toevallig de lievelingschampagne van Thomas Berg.

Vanwege een van de voorwaarden van de weddenschap, het verrassende succes van ‘De zaak Torfs’ en mijn onverwachte vaststelling dat dit genre me wel lag, ben ik aan een tweede deel begonnen, daarna aan een derde, enz… Intussen zijn er zestien delen verschenen en mijn dochters zijn goede verliezers, want bij elke nieuwe Thomas Berg krijg ik nog altijd een fles Veuve Clicquot.

Je hebt van Thomas Berg een hoofdpersonage gecreëerd, wat zowel een teamleider kan zijn, maar zich ook heel erg als eenling kan manifesteren. Zit hier een link met Jo Claes?

Ik heb geprobeerd om van Thomas Berg een zo genuanceerd mogelijk personage te maken, een gedreven politieman met zowel goede als slechte eigenschappen, iemand die meevoelend en joviaal is, maar tegelijk ook zijn kleine kantjes heeft. Eigenlijk is hij een man van uitersten. Hij is vaak bazig naar zijn collega’s toe en toch zou hij voor hen door het vuur gaan. Hij heeft weinig of geen geduld, maar hij kan zich wekenlang in een zaak vastbijten. Hij is erg geïnteresseerd in vrouwen en toch mislukt het vaak op relationeel vlak.

Thomas Berg is geen alter ego van mij, maar aan de andere kant zou het onzin zijn te beweren dat je zestien romans over een personage schrijft zonder dat er af en toe iets van jezelf in hem sluipt. Enkele voorbeelden: Berg maakt zich geregeld druk over het monumentenbeleid van de stad Leuven, dat doe ik ook. Of Berg weet veel over mythologie en literatuur, dat geldt eveneens voor mij. Berg heeft de onhebbelijke gewoonte taalfouten van anderen te verbeteren, ik heb jarenlang als leraar Nederlands gewerkt.

Is de haat-liefde verhouding die Thomas Berg heeft met de stad Leuven, dezelfde als die Jo Claes heeft met Leuven?

Ik woon graag in Leuven, laat dat duidelijk zijn, maar dat betekent niet dat ik blind ben voor wat er her en der schort: het volgens mij vaak falende monumentenbeleid, het onzinnige verkeersplan van de afgelopen jaren, de regelrechte terreur van de fietsers, de overlast die studenten soms veroorzaken…Elke stad heeft zijn voor- en nadelen en ik geef toe dat Berg zich soms aan dezelfde dingen ergert als ik, maar dat neemt niet weg dat hij – net als ik – van deze stad houdt. Bovendien ben ik van mening dat je de omgeving van je hoofdpersonage pas echt goed kan beschrijven als je zelf de situatie ter plekke door en door kent.

Je hebt met Thomas Berg een intrigerend hoofdpersonage ontwikkeld, die door de verhalen heen ook wordt uitgediept. Als men de persoon ontleedt, ziet men in Berg een gelijkenis met Inspector Morse, maar ook met Kurt Wallander. Is het personage hier ook een beetje op gestoeld of is dit onbewust zo gegroeid?

Van enige overeenkomsten met Kurt Wallander ben ik me niet bewust, ik heb ooit maar één film met hem gezien. Inspector Morse ken ik beter en misschien zijn er wel een paar overeenkomsten tussen hem en Thomas Berg: ze werken alle twee in een universiteitsstad, Morse heeft net als Berg soms een kort lontje, ze zijn beiden belezen en houden van opera.

Aan de andere kant zijn er meer verschillen dan overeenkomsten: Morse is gek op zijn Jaguar, Berg rijdt nooit met de auto. Morse drinkt bier, Berg is een liefhebber van Franse en Italiaans wijn. Morse heb ik nooit zelfs maar een ei zien bakken, Berg is een enthousiaste hobbykok. Morse vult elke dag een kruiswoordraadsel in, Berg heeft daar simpelweg het geduld niet voor. Morse is geen verzamelaar, Berg heeft een collectie klein antiek zilver en kweekt orchideeën. En zo zou ik nog een tijdje kunnen doorgaan.

Naast Berg is met name Lou Vervacke een personage wat door de verhalen heen aan het groeien is. In De doden voorbij lijkt het alsof er meer spanningen binnen het team gaan ontstaan en waarbij Lou constant op zoek naar erkenning door Berg. Is dat een lijn in de toekomstige verhalen die vaker zal terugkomen?

Ik ben wel degelijk van plan om het personage van Lou een almaar belangrijkere rol te geven in de volgende romans en ik speel zelfs met de gedachte om niet alleen de wedijver met haar collega’s verder uit te werken, maar ook om haar in conflict te laten komen met Berg. Dat lijkt me een intrigerende evolutie, aangezien ze tegelijkertijd enorm naar hem opkijkt.

Jouw misdaadromans zijn altijd opgesierd met prachtige covers, van de meest uiteenlopende kunstwerken. Is dat vanaf het begin van deze serie altijd het idee geweest?

Het is inderdaad altijd de bedoeling geweest om op elke cover een kunstwerk te plaatsen dat ergens in Leuven staat. Niet alleen omdat ik weinig of geen schrijvers ken die dat doen, ook om telkens een extra link te leggen met de stad. Van meet af aan wilde ik niet dat Leuven gewoon maar als achtergrond zou dienen zoals dat vaak het geval is in romans of films. Dikwijls heeft het immers geen enkel belang waar een verhaal zich afspeelt. Leuven moest voor mij meer zijn dan een decor, daarom krijgt de stad bijna de rol van een personage.

De kunstwerken op de cover hebben ook altijd een functie binnen het verhaal. Is dit een uitgangspunt als je aan een nieuw verhaal begint?

Ja, ik kies niet zomaar om het even welk kunstwerk. Het moet functioneel zijn in het verhaal, ofwel wat betreft de eigenlijke plot, ofwel wat betreft hetgeen zich op dat ogenblik in het privéleven van Berg afspeelt. Meestal bedenk ik eerst een verhaal en ga dan op zoek naar een bijpassend kunstwerk, maar het is ook al andersom gebeurd, bijvoorbeeld in de roman ‘Tot de dood ons scheidt…’ De graftombe op de cover vond ik zo mooi en intrigerend met de twee uilen en de twee hanen op de vier hoeken dat ik die keer begonnen met het kunstwerk en op basis daarvan een verhaal heb geschreven.

Slagschaduw, het nieuwste boek met Thomas Berg als hoofdpersonage, is net verschenen. Kun je vertellen waar dit verhaal over gaat en of er ontwikkelingen zijn die bij jouw lezers tot een enorme verbazing kunnen leiden?

Slagschaduw gaat over een film die door een regisseur is gemaakt wiens vrouw hem heeft bedrogen met zijn beste vriend. Maar de film vertelt een heel ander verhaal. Namelijk over twee koppels die in een dorp naast elkaar wonen en ruzie krijgen over een boom. Die staat in de tuin van het ene echtpaar en werpt een hinderlijke schaduw op het terras en het zwembad van het andere, vandaar de titel van zowel de film als de roman.

De ex-vrouw van de regisseur vermoedt echter dat de film symbolisch is en in bedekte termen vertelt wat er in haar huwelijk en later is gebeurd: haar affaire met de vriend van haar echtgenoot en de dood van haar minnaar. Daarom vraagt zij aan Thomas Berg om dat te bewijzen, maar die heeft geen flauw idee hoe hij daaraan moet beginnen, tenslotte gaat het om een fictief verhaal. Wat Berg evenwel in de loop van het onderzoek ontdekt, is haast ongelooflijk te noemen en zal zeker de lezers verrassen, temeer omdat dit niet alleen een atypisch Berg-verhaal is, ook omdat het een atypisch einde heeft.

In een recensie van De doden voorbij wordt geschreven dat de houdbaarheid van Thomas Berg nog bij lange na niet is bereikt. Zie je dat zelf ook zo?

Ik was blij dat een recensent schreef dat de houdbaarheidsdatum van Thomas Berg bij lange na nog niet overschreden is. Dat bewijst dat de verhalen boeiend blijven en dat ik mezelf niet herhaal. Ik heb me vanaf het begin voorgenomen om met Berg door te gaan, tot het ogenblik waarop hij me begint te vervelen. Dan stop ik ermee, want dan verveel ik ook de lezer.

Zijn er plannen om in de toekomst met een ander project op het gebied van fictie aan de slag te gaan?

Enkele jaren geleden heb ik nog eens een gewone roman gepubliceerd: Spiegelgevechten. Ik ben van plan om dat af en toe opnieuw te doen. Een ander project is om binnen afzienbare tijd een standalone misdaadroman te schrijven. Dus geen nieuwe reeks met een ander hoofdpersonage zoals bijvoorbeeld Agatha Christie heeft gedaan. Thomas Berg hoeft voorlopig niet te vrezen dat hij concurrentie krijgt.

Joop Hazenbroek

Add new comment

Plain text

  • No HTML tags allowed.
  • Lines and paragraphs break automatically.
  • Web page addresses and email addresses turn into links automatically.