ThrillZone is on tour. Op deze zonnige vrijdagmiddag in Amsterdam lopen we kilometers langs de prachtige grachten. We zijn onderweg naar het Ambassade Hotel waar niemand minder dan Robert Bryndza op ons wacht. Eenmaal gearriveerd in de lobby is het nog even wachten op de Britse auteur die inmiddels al jaren in Slowakije woont met zijn man Ján. Het Ambassade Hotel is een waar auteurshotel. Vanaf de incheckbalie kijk je uit op de Library Lounge; het houten interieur, de schaakborden op de tafels en de ingebouwde boekenkasten vormen een knus samenspel. Het is de hemel voor elke boekliefhebber.
Even later verschijnt de man achter Het meisje in het ijs en de vele bestsellers die daarna volgde. ‘Hi I am Rob’, stelt Robert Bryndza zichzelf voor. Ján staat even verderop in de gang te wachten. Hij is Roberts steun en toeverlaat en beheert al zijn social media kanalen. We lopen een kleine zitkamer in en nemen tegenover elkaar plaats op de blauwfluwelen stoelen. Het interview kan beginnen!
We bespreken zijn laatste ontmoeting met ThrillZone in 2018. Robert Bryndza ontving destijds van ons de ThrillZone Award voor Het meisje in het ijs in de categorie Beste Thrillerdebuut. Van Bryndza’s boeken zijn inmiddels ruim twee miljoen exemplaren wereldwijd verkocht. “Jullie geloofden in mij vanaf het absolute begin, dus ik maak graag tijd vrij voor ThrillZone”, zegt hij vriendelijk.
De Britse auteur is op pomotour in ons mooie land en hij zal in verschillende boekwinkels signeersessies doen. Bryndza zegt het goed naar zijn zin te hebben in Amsterdam: “Het Ambassade Hotel is een fijne plek vol boeken. Wanneer een auteur hier verblijft vragen ze je om je nieuwste boek te signeren voor in hun bibliotheek. Stephen King is hier ook geweest en dan voelt het alsof ik een beetje in zijn voetsporen treed.”
In je jeugd bracht je ook altijd graag tijd door in de bibliotheek, toch?
“Jazeker, het was de enige manier waarop ik boeken kon lezen, want het was zo duur om ze te kopen.”
Ben je Amsterdam de boekwinkels afgegaan om te kijken of jouw boeken in de schappen liggen?
“Nou… net voor de lunch zagen we een boekwinkel hier in de straat en Ján heeft promotie exemplaren meegenomen om leuke reels te maken voor op mijn Instagram. We gingen de boekwinkel binnen, Ján had het boek in zijn hand, en ik zei heel enthousiast: ‘dat is mijn boek, ik heb dit geschreven!’ En de medewerkster antwoordde: ‘Oh die verkopen we hier niet.’ Dus ik was zo van: oh oké…” vertelt Bryndza lachend.
“Als ik een paar drankjes heb gehad ben ik waarschijnlijk meer zoals Erika.”
Erika Foster en Kate Marshall
Ondanks dat deze ene boekwinkel op de Herengracht zijn boeken niet in het assortiment heeft, kunnen we stellen dat hij genoeg succes heeft. Zijn debuutthriller Het meisje in het ijs groeide uit tot een wereldwijde besteller en is het eerste boek in een inmiddels zevendelige serie met politie-inspecteur Erik Foster in de hoofdrol. Bryndza’s nieuwste boek Duivelsbocht is het vierde deel in de boekenreeks met privédetective Kate Marshall.
Wat is het grootste verschil tussen Erika en Kate?
“Ik denk dat Erika op een veel directere manier omgaat met anderen. Ze zegt wat ze denkt en kan daarbij een beetje onbeleefd en bot overkomen en dat is een groot contrast met de Britse omgangsnormen die wat meer beleefd en een stuk minder recht door zee zijn. Kate is een stuk meer Brits in de manier waarop ze de dingen aanpakt, maar zij heeft op een andere manier ook best wel wat veerkracht. Ze is gewoon meer diplomatiek denk ik.”
Met welk personage zie jij de meeste overeenkomsten?
“Uhm… waarschijnlijk Kate en als ik een paar drankjes heb gehad ben ik waarschijnlijk meer zoals Erika”, antwoord Bryndza lachend.
Je schreef eerste zes delen in de Erika Foster serie en toen begon je met de Kate Marshall reeks. Vanwaar deze keuze?
“Nou, ik had inmiddels zes delen geschreven en ondanks dat het erg goed ging met de serie was ik toe aan iets nieuws. Ik stond enkel bekend als de auteur achter de Erika Foster serie. Er staat als auteur best veel druk op je wanneer je succes hebt. Er wordt verwacht dat je steeds opnieuw hetzelfde levert. Iedereen is blij en ze verkopen goed. Maar ik kwam op het punt aan dat ik de kans wilde grijpen om iets anders te doen. Dus zo begon ik met te schrijven over Kate Marshall en nu heb ik twee series waar ik naar terug kan keren. Wanneer je een boek schrijft breng je zes maanden lang elke dag je tijd door met dezelfde personages. Het is fijn om afwisseling te hebben, dat haalt de druk er wat af. Toen ik na een pauze van drie jaar weer een Erika Foster thriller begon te schrijven, was dat heel fijn en verfrissend. Het zorgde ervoor dat ik er weer met hernieuwd enthousiasme de serie kon uitbreiden. Dat is een van de belangrijkste redenen en ook wilde ik graag een thriller schrijven vanuit het perspectief van een privédetective. Want een privédetective heeft iets meer de luxe om bepaalde regels te breken dan een politie-inspecteur.”
Erika is een Londense politieagente van Slovaakse afkomst. Is dat terug te herleiden naar jouw partner die de Slovaakse nationaliteit heeft en het feit dat jullie in Slowakije wonen?
“Doordat ik Ján heb ontmoet en zijn vrienden en familie heb ik veel geleerd over zijn achtergrond. Veel Slowaken reizen rond hun achttiende af naar Engeland voor werk en om de Engelse taal te leren. Ik dacht dat het een interessante invalshoek zou zijn om een verhaal te schrijven over een vrouw uit Slowakije die naar Engeland komt voor dezelfde redenen en uiteindelijk blijft om inspecteur in Londen te worden. Dat was dus het startpunt. En toen ik begon met het schrijven van misdaadfictie wilde ik iets anders doen dan de rest. Er was geen Britse auteur die een Slowaakse agente als hoofdpersoon had, dus dat leek mij uniek.”
Zijn Erika en Kate gebaseerd op vrouwen die jij persoonlijk kent of hebt gekend in het verleden?
“Ik heb Erika in het begin gebaseerd op de beste vriendin van mijn man. Later is Kate meer haar eigen personage geworden, maar zo is het begonnen. Sasha, Jáns beste vriendin, is erg grappig en ook een beetje lomp hahaha. Toen ik Ján voor het eerste ontmoette in Londen maakte ik ook kennis met Sasha. We waren toen twee weken samen. In die tijd was ik een acteur en ik had een rol in een toneelstuk dat over zes weken in première zou gaan. Ik nodigde haar uit om te komen kijken, maar ze zei: ‘geef me nog maar geen kaartje, want misschien is het tegen die tijd wel uit tussen jou en Ján. Veel van Jáns relaties zijn namelijk gestrand.’ Die opmerking was recht door zee en heel erg on-Brits. Als je een Brit zou vragen om te komen zouden ze zeggen: ‘Oh ja natuurlijk, ik kom heel graag!’ Maar Sasha was meteen erg direct.”
Je hebt op dit moment nog geen boek geschreven dat zich afspeelt in Slowakije, maar staat dat wel op de planning voor in de nabije toekomst?
“Ik denk het wel. Ik zou het geweldig vinden om een Erika Foster boek te schrijven dat zich afspeelt in Slowakije. Er is zoveel wat ik kan doen met haar achtergrondverhaal en waar ze vandaan komt. Ik woon er nu al twaalf jaar en wil heel graag schrijven over mijn woonplaats en de cultuur in Slowakije.”
“De beheerder van het hotel waar we verbleven vertelde ons allerlei spookverhalen. Vervolgens had mijn vader een vreemde ervaring…”
Hekserij en spookverhalen
Voor ons op tafel ligt een exemplaar van Duivelsbocht. We zijn benieuwd wat hij van de Nederlandse cover vindt. De Engelse versie maakt gebruik van de kleur donkergroen, terwijl de Nederlandse versie paars is. De mysterieuze boom is nog altijd op beide koffers de voornaamste eyecatcher.
“Beide kaften zijn door dezelfde ontwerper gemaakt. Hij doet alle omslagontwerpen voor ons. Ik vind de Nederlandse cover erg mooi. Ik denk dat het paars er fantastisch uitziet”, oordeelt Bryndza goedkeurend.
In Duivelsbocht neem je ons mee op een reis door ongerepte natuur en uitgestrekte landschappen, terwijl je een beklemmend verhaal schetst over de verdwijning van een klein jongetje. Er is hierin een tegenstelling te bespeuren. Hoe zie jij dat?
“Toen ik jong was gingen we elk jaar op vakantie naar Dartmoor. Ik vond het altijd heel fascinerend en sfeervol. Ik wilde laat zien wanneer de zon schijnt hoe het landschap aan de ene kant de mooiste plek ter wereld kan zijn, maar hoe beangstigend het tegelijkertijd kan worden wanneer het weer omslaat en de elementen zich tegen je beginnen te keren. Dat sinistere gevoel waar het landschap voor kan zorgen wilde ik overbrengen.”
Het is fascinerend hoe iets dat er op klaarlichte dag absoluut ongevaarlijk uit kan zien opeens heel eng kan zijn in het donker.
“Jazeker. Iets dat mij in Dartmoor altijd angst aanjoeg… of nou ja niet per se angst, maar het was wel vreemd… was het moment wanneer de zon onderging en de schemering begon in te zetten. Het voelde dan alsof het spookuur ging beginnen. Dartmoor kent heel veel spookverhalen, legendes, en volksverhalen.”
Je hebt ook Heidendom en Heidense cultuur (voorchristelijke religie, red.) aan het boek toegevoegd. Een voorbeeld is een boom in het boek waarvan mensen geloven dat het magische, helende krachten heeft. Zijn andere culturen iets wat jou persoonlijk interesseert en wil je daar bewust iets over schrijven?
“Ik schrijf erover, omdat dit past bij de setting van het verhaal. Er zijn veel van zulke mysterieuze bomen in het echt. In de omgeving waarin Duivelsbocht zich afspeelt heb je de hoogste concentratie aan mensen die zichzelf beschouwen als heksen en actief hekserij beoefenen. Je hebt een groot aantal mensen in de regio dat de zon aanbidt en je hebt vele steencirkels in Dartmoor waarvan het niet zeker is of die terug te herleiden zijn naar het Heidense geloof duizenden jaren geleden. Het is niet zozeer dat het mij dusdanig interesseerde dat ik er een boek over wilde schrijven, maar het zijn feiten over de plaats waarin het boek zich afspeelt. Ik wilde het boek zo waarheidsgetrouw maken als mogelijk. Maar ik vind het hele idee van hekserij en verschillende geloofsovertuigingen wel degelijk erg interessant om over te schrijven. Het perspectief dat mensen vanwege hun geloof hebben intrigeert mij. Hoe mensen zich laten meeslepen door hun geloof en hoe bepaalde overtuigingen iemands gedrag beïnvloeden. Ik ga daar in het boek niet heel erg op in, maar dat soort dingen boeien mij wel heel erg.”
Je hebt zelf vroeger veel tijd doorgebracht in de natuur van Dartmoor. Heb je veel van jouw jeugdherinneringen herbeleefd tijdens het schrijven van Duivelsbocht?
“Ja, toen ik aan mijn jeugd terugdacht, realiseerde ik me dat ik veel mooie herinneringen aan die tijd heb overgehouden. Ik ging met mijn familie in Dartmoor op vakantie en het was in de meeste gevallen heel erg leuk. Mijn vader en ik maakten lange wandelingen door de natuur en ik herinner me hoe eng het soms was als het weer omsloeg. Het hotel waar we in die tijd verbleven was best eenvoudig en niet heel erg luxe of modern. Maar het hotel was… behekst hahaha. De beheerder van het hotel vertelde ons allerlei spookverhalen. Vervolgens had mijn vader een vreemde ervaring… Op een nacht sloeg de deur van zijn kamer constant open en dicht. Ik heb nooit iets gezien of gemerkt, maar het bleek heel beangstigend te zijn. Ik ben tot de dag van vandaag nog steeds bang voor geesten. Ik voelde me best ongemakkelijk toen ik in dat hotel verbleef. Voor mij zijn het de kleinste verhalen die mij bijblijven. Ik herinner me dat de hotelbeheerder vertelde dat sommige bardames een hand op hun huid voelden, als in de hand van een geest. Een ander verhaal ging over iets wat hij zelf had meegemaakt op een avond toen er geen kamers bezet waren in het hotel en hij in zijn eentje was. De avond van tevoren sloot hij de bar af en de volgende dag inspecteerde hij de herentoiletten. In een van de urinoirs waren van die oplosbare geurtabletten allemaal op elkaar gestapeld… De hotelbeheerder was helemaal in zijn eentje en het was gewoon zo vreemd. Wie zou dat doen? Waarom zou een geest dat doen? Dus ja dat soort enge dingen gebeurden er en het was allemaal onderdeel van het sfeertje dat in Dartmoor heerste.”
Woon je in Slowakije dichtbij natuur?
“Ja, onze woonplaats Nitra is een van de grootste steden in Slowakije. Het is omringd door bergen, natuurvelden en heuvels. Het is soort van op de grens tussen leven in een stad en in de natuur.”
Ben je zelf nog altijd een natuurliefhebber? Vind je het bijvoorbeeld leuk om te hiken door de natuur?
“Ja heel erg. Er is een grote berg aan de rand van de stad waar we graag kilometers wandelen.”
In Duivelsbocht overwinnen Kate en Tristan hun innerlijke struggles en maken beide personages een grote karakterontwikkeling door. Welke kant verwacht je op te gaan met deze twee personages in toekomstige delen? Mogen ze bijvoorbeeld uitkijken op een succesvoller liefdesleven?
“Ik heb zeker nog heel veel dingen voor ze op de planning staan. In het volgende deel wil ik sowieso meer de stad ontdekken waar ze wonen. En voor Kate wil ik graag wat meer geluk en blijdschap in haar leven. Het lopende verhaal over haar zoon wil ik ook graag uitdiepen. Gevoelsmatig zijn er nog heel veel wegen die ik met deze serie kan bewandelen. Ik hoop dat er nog veel delen mogen volgen.”
“De meeste mensen denken dat het een soort dagdroom of fantasie is om een succesvolle carrière als auteur na te streven.”
De weg naar succes
Ján Bryndza is Roberts rots in de branding, zowel privé als zakelijk. We vragen Robert naar de onvoorwaardelijke support van zijn wederhelft:
Naast dat hij de promotie van jouw boeken op zich neemt, dacht ik ook gelezen te hebben dat hij jouw boeken in het Slowaaks vertaalt.
“Dat klopt. Het vertalen doet hij nu een stuk minder, omdat het zo’n tijdrovend proces is. Nu beheert Ján al mijn social media en runt hij onze eigen uitgeverij Raven Street Publishing. Hij is altijd de eerste persoon die mijn boeken leest en ik vertrouw op zijn oordeel of mijn werk goed genoeg is.”
Ik zag iets ontzettend grappigs. Je nieuwste boek, Stille angst, zal 6 juli in Engeland verschijnen en op 29 augustus in Nederland. Desondanks heb je al één vijfsterrenrecensie op Goodreads van… (je raad het al) Ján!
Dat ontlokt een luidkeelse lach bij Bryndza.
Dus hij support je echt en moedigt je aan. Ik heb namelijk gelezen dat je in het verleden twijfels had of je wel een schrijfcarrière moest nastreven. Je was een acteur en overwoog om Engels docent te worden. Maar toen je in Slowakije ging wonen wist naast Ján je schoonmoeder Vierka je ervan te overtuigen om je dromen na te jagen. Klopt dat?
“Ja dat hebben ze echt gedaan”, bevestigt Bryndza.
Ik kan me voorstellen dat het belangrijk is om mensen om je heen te hebben die je steunen en in je geloven.
“Jazeker, ik denk dat dat voor iedereen belangrijk is, maar vooral als schrijver. Het is zo’n eenzame en ik denk ook dappere aangelegenheid om te gaan zitten en te zeggen: ‘ik ga schrijver worden en ik ga een boek schrijven. In het begin heb je een lange tijd dat je er niet voor betaald krijgt, je moet het vaak naast iets anders doen en de meeste mensen denken dat het een soort dagdroom of fantasie is om een succesvolle carrière als auteur na te streven. Dus dat zij in mij geloofden was heel belangrijk voor me.”
Ik kan me voorstellen dat schrijven een heel kwetsbaar proces is; je stopt je hart en ziel in elk boek.
“Ja, vooral wanneer je begint. Nu kan ik zeggen: ‘ik heb een boek geschreven en hier is het.’ Voor een hele lange tijd was ik niet in staat om dat te doen. Het is heel erg lastig om mensen ervan te overtuigen dat je ook maar een beetje goed bent in wat je doet en dat wat je geschreven hebt het lezen waard is. Vooral in het begin is het iets heel kwetsbaars om te doen.”
Leed je in het begin van je carrière een beetje het Imposter syndroom (twijfelen aan je eigen kunnen ondanks dat je erg succesvol bent, red.)?
“Ik denk dat ik het nog steeds heb. Ik heb een thuiskantoor, dus ik breng heel veel tijd in mijn eigen huis door, wat ik geweldig vind, maar tegelijkertijd is het schrijfproces best eenzaam. Het is alleen jij met je computer, soms zit je in je pyjama. Het is hard werken, maar het is op een andere manier hard werken. Ik voel me tijdens het schrijven erg geïsoleerd van alles. Het is erg speciaal wanneer je dan vervolgens hier in Amsterdam komt en ziet dat je boek in de winkels ligt, maar desondanks twijfel je soms aan jezelf. Dat zal echter iedereen hebben.”
Je hebt gezegd dat Het meisje in het ijs je leven compleet heeft veranderd. Wat is het grootste verschil in je leven voor en na de uitgave van je thrillerdebuut?
“Voor het boek was ik ook erg gelukkig, maar het boek heeft in de eerste plaats vooral gezorgd voor financiële zekerheid. Ik had nooit gedacht dat ik een huis kon kopen. Dat was een grote mijlpaal voor mij. Als schrijver heb ik geen pensioen en voor een lange tijd verdiende ik geen geld. Dus om die zekerheid te hebben is voor mij persoonlijk erg fijn. Maar ook op professioneel niveau heb ik de overtuiging dat ik de boeken kan blijven schrijven die ik wil schrijven, omdat ik me niet langer druk hoef te maken of ik wel de huur kan betalen. Dus dat is een belangrijke manier waarop het boek mijn leven heeft veranderd en het andere is dat ik met Het meisje in het ijs mijn internationale doorbraak beleefde. Ik had wat succes in Engeland met mijn romantische komedie boeken over Coco Pinchard, maar om te zien dat mijn boeken in 34 landen verkrijgbaar zijn en dat ik lezers over de hele wereld heb die mij berichtjes sturen vanuit Rusland, China en hier in Nederland dat is echt ongelofelijk. Maar wat al helemaal geweldig is… als je het nieuws leest dan raak je ervan overtuigd dat de wereld een heel verdeelde plek is en dat we allemaal erg verschillend zijn, maar dat is niet zo. Mensen met totaal tegenovergestelde meningen en opvattingen kunnen alsnog allebei van de Erika Foster boeken houden. Wat mij heel erg is bijgebleven is dat ik vorig jaar twee berichten op dezelfde dag kreeg toegestuurd afkomstig van twee verschillende Amerikanen. Het waren allebei lezers die allebei zeiden dat ze hadden genoten van mijn boek. Het waren ontzettend aardige berichten. Ik denk dat dit via Twitter was en ik klikte op het profiel van beide gebruikers. De ene was een ultrarechtse diehard Trump supporter en de ander was een democraat.”
Voelde het alsof je deze mensen een beetje nader tot elkaar bracht met jouw boek?
“Ja… en dat was echt iets ongekends. Om je te beseffen dat zoveel mensen jouw boeken willen lezen is ook wel iets wat echt mijn leven heeft veranderd. Vooral na al die jaren van schrijven en dat ik het niet eens voor elkaar kreeg om mijn vrienden mijn werk te laten lezen. Ik printte het uit en stuurde het naar hen op. Vervolgens stond het een maand onaangeroerd bij ze op de plank.”
Je schreef aan het begin van je carrière zes boeken in drie jaar tijd. Hoe heb je dat gedaan?
Bryndza reageert op die vraag met een nerveus lachje. “Nou dat deed ik omdat ik in de eerste plaats een contract had dat mij dat verplichtte. Ik genoot ervan, maar ik had niet echt een leven op dat moment. Toen ik bij het zesde deel van de Erika Foster serie aankwam, wilde ik even wat gas terugnemen en ervaringen opdoen. Je moet het leven leven om te kunnen schrijven. Je moet mensen kunnen observeren en dingen meemaken om tot nieuwe inspiratie te komen. Het was erg leuk om deel na deel te schrijven. Doordat de boeken zo snel na elkaar uitkwamen bleef ik gebruik maken van het momentum en gingen lezers helemaal op in de serie. Dat was een groot voordeel. Het was erg pittig, maar ook heel gaaf.”
“Juist toen ik het acteren had opgegeven, kwamen de gaafste acteerklussen op mijn pad.”
In de trein met Pénelope Cruz
Ken je dat moment waarop je je afvraagt wat er van je leven zou zijn geworden als je toch met die ene persoon was getrouwd of wanneer je toch die andere baan had genomen? Je kijkt terug op de keuzes die je hebt gemaakt en beseft dat al die beslissingen je hebben gebracht op het punt waar je nu bent aanbeland.
Als Robert Bryndza Ján en Vierka niet had ontmoet, was hij misschien wel nooit schrijver geworden en had dit interview vandaag wellicht niet plaatsgevonden. Hij begon namelijk zijn carrière niet met de pen in zijn hand, maar op de planken van de toneelvloer. In 2007 beleefde Robert zijn eerste succes als acteur door zelf het script voor de onemanshow Branko en Branka te schrijven, waarbij hij de hoofdrol voor zichzelf hield. Hij presenteerde het toneelstuk op het Edinburgh International Theater Festival en ontving een staande ovatie voor zijn optreden. In 2012 maakte hij zijn literaire debuut met Coco Pinchard's Not-So-Secret Emails.
Naast thrillers schrijf je ook romantische komedies over Coco Pinchard. Je komt over als een persoon met humor, wat maakt jou aan het lachen?
“Op dit moment ben ik helemaal weg van de televisieserie Hacks op HBO. Het gaat over een comedian in haar zeventiger jaren uit Las Vegas en ze huurt een jonge schrijfster in om met haar samen te werken. Het is echt een briljante comedyserie, ik vind het geweldig! Er zijn zoveel comedy’s die ik graag kijk, ook Britse.”
Zoals Monty Python?
“Dat is dus het rare: ik vind sommige Monty Python sketches wel grappig, maar ik ben nooit een absolute fan geweest ofzo. Er is bijvoorbeeld zo’n programma met een verborgen camera. Dat zijn ook van die dingen waar ik echt om moet lachen, echt van die domme dingen hahaha. Er is zo’n show die ze altijd uitzonden in Slowakije. Volgens mij was het Duits… er werd in ieder geval niet in gepraat en er waren allerlei onnozele scènes waar iemand bijvoorbeeld een kledingwinkel binnenging om een kledingstuk aan te passen en wanneer ze het pashokje inliep, veranderenden ze razendsnel het decor in een restaurant. Dan liep ze het pashokje uit en daar stond ze dan hahaha. Dat soort dingen…”
Als je van comedy houdt waarin niets wordt gezegd, dan weet ik wel een goede Britse… Mr. Bean!
“Ja! Heb je de films gezien?! Ik vond het tweede deel heel erg indrukwekkend.
Over acteren gesproken… je bent zelf een acteur geweest. Wat voor acteur was Robert Bryndza?
“Ik deed van alles. Ik heb veel Shakespeare gedaan, waaronder theatertours, waar ik heel trots op ben. Ik deed vooral theater. Ik speelde niet echt in veel films of televisieseries. Ik ontmoette Ján toen ik een toneelsteek opvoerde die ik zelf had geschreven en Ján zei tegen me: ‘Weet je wat? Ik denk dat je een schrijver moet worden in plaats van een acteur, want je lijkt daar veel meer plezier uit te halen.’ ”
Ontdekte je voor het eerste je ware schrijftalent toen je het script voor dat toneelstuk had geschreven?
“Ja, het was een echte openbaring voor mij. Het toneelstuk was succesvol en ik had voor de eerste keer het gevoel dat ik mijn brood kon verdienen met schrijven. Ik zag het toen voor het eerst als een mogelijke carrière. Toen Ján tegen me zei dat ik me moest gaan richten op het schrijven, stopte ik met acteren, maar juist aan het eind van mijn acteercarrière kreeg ik extra werk. Dat was echt een ommekeer, want op dat moment mocht ik opeens nog allerlei toffe dingen doen. Ik kreeg een rol in de film Nine waarin de grootste acteurs speelden, zoals Daniel Day-Lewis, Nicole Kidman en Penélope Cruz. Ik werd gecast voor een scène op een treinstation. Het was zo’n vreemde ervaring: juist toen ik het acteren had opgegeven, kwamen de gaafste acteerklussen op mijn pad. Na deze film speelde ik samen met Ján in een grote serie op BBC One over de financiële crisis. We filmden een week lang met een decor dat helemaal was ingericht als de Londense aandelenmarkt en ze zetten mij en Ján in de stoel naast alle bekende acteurs. Het was een vreemde en spannende tijd waarin ik dichterbij een carrière als filmacteur was dan ik ooit was geweest toen ik daadwerkelijk een acteercarrière nastreefde.”
Pénelope Cruz… daar willen we meer over weten! Heb je ook met haar gesproken?
“Het was allemaal best een grappige situatie. De film speelt zich af in Italië. Dus toen ik de rol kreeg was ik heel erg opgetogen, want ik dacht: we gaan naar Italië! Maar ze filmde de scène gewoon op een treinstation in Peterborough net buiten Londen… Dat was een beetje een teleurstelling. Het was ijskoud en we moesten net doen alsof het een stralende zomerdag was. Maar het vreemde was dat ik niet met Pénelope zelf heb gesproken, maar met haar zus die er bijna identiek uitziet. Haar zus Mónica Cruz doet Pénelopes make-up en ik heb best veel met haar gesproken. Tussen de scènes door stonden we met z’n allen in de treinwagon en het was raar om haar van zo dichtbij te zien. Ze ziet er op het grote scherm al fantastisch uit, maar in het echt is ze al helemaal prachtig.”
Over films en televisieseries gesproken… zijn er plannen om jouw boeken naar het grote scherm te brengen?
“Er waren een paar momenten dat we echt heel dichtbij zijn geweest. Het ging twee keer om de Erika Foster serie. Maar dan wilden de producers te veel aanpassingen doen. In de VS wilden ze Erika Mexicaans maken en een Brits bedrijf wilde haar juist weer de Poolse nationaliteit geven. Het kwam op een breekpunt aan waarbij ze alleen maar verder wilden gaan met deze grote veranderingen en daar stond ik zelf niet achter.”
Voelde het voor jou alsof ze je personage geen eer aandeden?
“Nee inderdaad. Dat is te belangrijk voor mij. En ik dacht als ik zo niet trouw blijf aan mijn werk, waarom zou ik het dan doen? Stel dat je doordrukt, de serie komt er en het wordt een mislukking. Dat zou vreselijk zijn. Ik denk dat je meer kwaad dan goed kan doen als je gaat voor een televisie adaptatie die niet strookt met de boeken.”
Wat is naar jouw mening een succesvolle televisieadaptatie of verfilming van een thriller?
“Ik denk dat een van de beste The Silence of the Lambs is. Het boek gaat meer de diepte in, maar ik denk dat de film compleet de sfeer van het boek overbrengt. Dus dat is waarschijnlijk voor mij de beste verfilming ooit.”
Heb je ook Netflix en wat kijk je daar graag op?
“Jazeker. Ik kijk graag true crime. De Jeffrey Dahmer serie vond ik heel erg goed. De acteur die Dahmer speelde was heel erg goed. Het personage werd zo goed uitgediept dat je bijna sympathie voor hem voelde. Het was een briljante serie, maar ook best vreemd omdat Dahmer echt heeft bestaan. Ik kan me voorstellen dat het moeilijk is om naar te kijken voor de nabestaanden van zijn slachtoffers. Ik hou ook van sciencefiction. Op dit moment ga ik echt op in de The Mandalorian van Star Wars. Ik kijk ook graag reality-tv hahaha. Na een lange dag schrijven helpen dat soort programma’s om me te ontspannen.”
Ik vind altijd interessant een reality-tv hoe mensen onderling omgaan met elkaar. Ik kan me voorstellen dat jij als schrijver veel aandacht besteed aan het observeren van menselijke interactie. Ik heb bijvoorbeeld in Duivelsbocht erg genoten van het personage Maureen.
Bryndza schiet in de lach. “Ze is een van mijn favoriete personages van de afgelopen tijd. Ze is gebaseerd op mensen die ik ken. Ik ben heel erg blij dat je dit nu zegt, want ik vroeg me echt af hoe Maureens karakter zich zou verhouden in andere talen en of het dan nog steeds zo zou overkomen als ik het bedoeld had. Ze is echt de belichaming van het Britse klassensysteem.”
Dat is goed overgekomen hoor. Vooral in de scène waarin Maureen op het punt staat om aan boord te gaan van een cruiseschip en ze heel tevreden is met zichzelf. Ze heeft een diamant pakket gekocht, dus ze heeft een fastlane ticket, haar nautische outfit die perfect bij haar handtas past…
Ook dat ontlokt een luidkeelse lach bij Bryndza die inmiddels de passage duidelijk voor de geest heeft gehaald. “Zo fijn dat dat goed is overgekomen. Ze is zo’n complexe vrouw. Er zitten wat kenmerken van mijn eigen oma in haar. Zij had ook echt dat diamant pakket gekocht zodat ze de rij over kon slaan en alvast in de aankomsthal zou kunnen wachten met een glas prosecco in haar hand.”
In jouw boeken is er geen enkel personage dat niet uitgediept is. Stop je daar veel werk in?
Bryndza is zichtbaar blij met het compliment: “Awh dankjewel! Ja dat is altijd mijn doel om elk personage geloofwaardig te maken en dat ze allemaal iets hebben waardoor ze meteen opvallen en de lezer zich met het personage kan identificeren. Ik probeer altijd uit te werken wie ze zijn en wat hen drijft.”
Hoe gaat het proces van personages ontwikkelen bij jou in zijn werk? Werk je bijvoorbeeld met moodboards of iets dergelijks?
“Het heeft vooral te maken met de eerste versie schrijven en dan steeds weer herschrijven. Ik kom er steeds weer opnieuw op terug. Ik ben niet het soort schrijver dat in één keer iets bedenkt en dan klaar is. Ik ga door heel veel verschillende versies en ondertussen begin ik echt het personage in mijn hoofd neer te zetten. Ik werk niet echt met moodboards. Dat heb ik geprobeerd, maar het werkt niet echt voor mij. Als het in mijn hoofd blijft hangen dan weet ik dat ik er iets mee moet.”
Zie je bij sommige personages weleens mensen voor je die je zelf kent?
“Uhm ja, maar dan meer met bijpersonages. In het boek heb je twee mannen die een copyshop runnen en die personages zijn gebaseerd op een regisseur waar ik mee heb gewerkt en diens partner. De dynamiek tussen hen was zo grappig en dat heb ik ook in het boek meegenomen. En de politieagent Ade is gebaseerd op een paar jongens die ik in Londen kende uit de acteerwereld. Dus vooral van die ‘Old Queens’ die erg wijs zijn en alles door hebben. Ik ben dol op Ades personage.”
We hadden het eerder over humor. Duivelsbocht is best wel een intens en verdrietig verhaal over een vermist kind, maar tegelijkertijd zorg je ook voor wat komische verlichting tussendoor.
“Het leven kan heel duister zijn, maar er zijn soms van die momenten die je aan het lachen maken, waardoor de spanning er wat af gaat. Je kunt door vreselijke gebeurtenissen heengaan, maar dan zie je iets grappigs en moet je lachen, misschien is dat in het moment zelfs best ongepast, maar het is wel heel menselijk.”
Wat is moeilijker om te schrijven: thrillers of romantische komedies?
“Ik denk dat comedy iets lastiger is, omdat er niet zo veel structuur inzit als in een thriller en ik denk dat het veel lastiger is om iemand aan het lachen te krijgen dan iemand bang te maken. Alle vormen van schrijven zijn lastig, dus ik wil aan niets afbreuk doen, maar ik denk als je iemand kunt laten lachen kun je diegene ook angst aanjagen. Het gaat namelijk volledig om timing. Ik heb heel veel geluk dat ik beide kan doen. Ik kan me uit mijn tijd als acteur herinneren dat de beste comedyauteurs ook briljante drama-acteurs konden zijn, maar andersom is dat lang niet altijd zo.”
Ik denk ook dat humor heel persoonlijk is. Wat jou aan het lachen maakt, vind ik misschien wel helemaal niet grappig. Het is een smaakkwestie. Maar vaak is er wel een universeel beeld van wat we als eng beschouwen.
“Ik denk dat dat waar is. En daar komt ook nog eens bij wanneer mijn komedieboeken worden vertaald om uit te geven in andere landen krijg ik nog steeds te horen dat lezers ze grappig vinden en dat is een heel erg groot compliment, want humor kan heel erg verschillen tussen landen en culturen. En wat je zegt: iedereen ter wereld begrijpt het idee van alleen door een donker steegje lopen.”
“Ik kijk heel erg uit naar Stille angst, omdat ik echt van de gebaande paden ben afgeweken.”
Stille angst
“Stille angst is een van de beste thrillers die ik ooit heb gelezen! Het is zo griezelig en sfeervol. Ik vond de hoofdpersoon en het fascinerende en enge Kroatische eiland waar veel van het verhaal zich afspeelt geweldig”, schreef Ján Bryndza in januari op Goodreads over het nieuwste boek van zijn partner. Als we Ján mogen geloven wordt ook dit boek dus weer een topper. Maar er zullen wel wat dingen anders zijn dan normaal…
Stille angst is een standalone thriller en in dit boek introduceer je Maggie als nieuw hoofdpersonage. In welke zin verschilt zij van Erika en Kate?
“Maggie is een dokter, dus ze heeft in de eerste plaats een heel ander beroep dan Erika en Kate. Het boek wordt ook vanuit eerstepersoonsperspectief verteld, dus het is qua stijl best wel een uitstapje voor mij. We horen alleen maar Maggies gedachten en we bekijken alles door haar ogen. En het is in het thrillergenre eigenlijk een stuk moeilijker om vanuit ik-perspectief te schrijven dan vanuit een derdepersoonsperspectief.”
Waarom is dat lastiger?
“Wanneer je een (politie)thriller schrijft hou je de vaart erin door vanuit het perspectief van verschillende personages te schrijven. Je hebt bijvoorbeeld een hoofdstuk geschreven vanuit Kate en dan kijken we door de ogen van Tristan en dan ga je over op de seriemoordenaar; het zorgt voor afwisseling, waardoor het verhaal interessant blijft. Maar in Stille angst is het enkel het hoofdpersonage dat het verhaal vertelt en dat maakte het moeilijker om het tempo en de structuur in orde te krijgen.”
Hoe was het om een nieuw hoofdpersonage te creëren? Met je series kun je terugvallen op een personage dat je al neergezet hebt, maar nu moest je dat creatieve proces opnieuw opstarten. Was het leuk of was het lastig?
“Eigenlijk begon ik vijf jaar geleden met het schrijven van Stille angst en ik heb het verschillende keren herzien terwijl ik de Erika Foster of Kate Marshall serie aan het schrijven was. Door deze lange aanlooptijd heeft het boek veel verschillende versies en zelfs een ander einde gekend. Hierdoor had ik ruim de tijd om het personage Maggie te ontdekken en goed neer te zetten. Natuurlijk zal ik de volgende keer wanneer ik een standalone ga schrijven niet de luxe hebben dat ik vijf jaar over de ontwikkeling kan doen. Maar het klopt wat je zegt het is best wel lastig om een nieuw personage neer te zetten. Er is zoveel dat je als auteur moet weten ook al zet je het niet per se in het boek. Je moet je personage door en door kennen.”
En wat maakt Maggie uniek ten opzichte van Erika en Kate?
“Wat ik heb ervaren met dokters… dokters zijn geweldige mensen op zoveel manieren; ze redden natuurlijk levens, maar we plaatsen ze altijd op een voetstuk, omdat ze altijd gelijk hebben. Ze moeten ook altijd gelijk hebben, want er is een geen ruimte voor fouten. Maggie heeft een heel georganiseerd leven geleefd onder haar eigen condities, maar dan opeens pleegt haar man in het begin van het boek zelfmoord. Het is compleet onverwachts, maar dan ontdekt ze dat hij misschien niet zichzelf van het leven heeft beroofd. Misschien heeft iemand hem vermoord… Dat is het moment waarop haar hele leven compleet implodeert. Ze verliest dus haar man en door dat trauma legt ze haar werkzaamheden als arts neer. Na de begrafenis reist ze af naar hun vakantiehuis op een Kroatisch eiland om de laatste spullen van haar man te doorzoeken en vervolgens gebeuren er allerlei vreemde dingen… Ze komt tot schokkende ontdekkingen over haar man en daarna begint het verhaal steeds meer gestalte te krijgen. Ik kijk heel erg uit naar Stille angst, omdat ik echt van de gebaande paden ben afgeweken.”
Als we het toch hebben over de karakterontwikkeling… jouw personages zijn over het algemeen normale mensen. Maar ze dragen wel duistere geheimen met zich mee of hebben zo hun gebreken. Ik denk dat mensen daarom een band met jouw personages opbouwen, omdat ze niet perfect zijn. Hoe zie jij dat?
“Ik denk dat ik er altijd voor wil zorgen dat mijn boeken een bepaalde realiteit benaderen en dat mensen zich op zekere hoogte met het verhaal kunnen identificeren. De andere uitdaging met Stille angst is dat Maggie met allerlei overweldigende dingen wordt geconfronteerd, maar tegelijkertijd wilde ik het wel geloofwaardig houden. Dat is best wel een dunne scheidslijn. Ze ontdekt al deze schokkende dingen, iemand probeert haar te vermoorden en ze ontrafelt een groots complot, dus het was lastig om dat allemaal zowel spannend als geloofwaardig te maken.”
Er staat dus genoeg te gebeuren in het nieuwste boek van Robert Bryndza. Inmiddels zijn we al bijna een uur verder en is het tijd om het interview af te ronden. Maar voordat we afscheid nemen, overhandigt ThrillZone hem een aap, noot, mies koektrommeltje. Brynzda’s ogen beginnen te twinkelen: “Zijn dit stroopwafels?” vraagt hij. Dat zijn het zeker. Bij ThrillZone doen we natuurlijk altijd onze research. Vraag ons het favoriete snoepgoed van elke willekeurige thrillerauteur en wij weten het hoor! Maar even zonder dollen… Bryndza opent het blikje en begint te ruiken aan de inhoud. Hij zweeft nu ergens in de zevende hemel op een stroopwafelvormige wolk. Nadat hij zijn handtekening in ons exemplaar van Duivelsbocht heeft gezet, is het helaas tijd om afscheid te nemen. Eenmaal buiten op de stoep van het hotel schijnt de Amsterdamse middagzon nog altijd volop: wat is het toch een prachtige dag!