Mijn naam is Amber Reynolds. Er zijn drie dingen die je over me moet weten:
1. Ik lig in coma.
2. Mijn man houdt niet meer van me.
3. Soms lieg ik.
Het zijn de openingswoorden van Soms lieg ik, het thrillerdebuut van journaliste Alice Feeney. Bewust gekozen woorden die ook de achterflap sieren en doen wat ze moeten doen: de nieuwsgierigheid van potentiële lezers prikkelen. Ze houden schijnbaar achteloos een soort van belofte in zich, waarbij vooral het laatste punt de verwachting van een ware mindfuck creëert. Misschien wel gedurfd, want verwachtingen worden niet altijd waargemaakt ...
Het is tweede Kerstdag 2016 en Amber Reynolds bevindt zich in een coma. Hoe en wat kan ze zich niet herinneren, maar er is iets wat niet klopt. Dat weet ze dan weer wel. Opgesloten in haar eigen lichaam hoort ze de gesprekken van de dokters, haar echtgenoot en zus, gesprekken die haar moeten helpen de waarheid te achterhalen. Dat ze zelf niet kan praten en bewegen - ze heeft het locked-in syndroom - maakt het allemaal niet makkelijker. Heeft haar echtgenoot Paul iets met haar toestand te maken ? Uiteindelijk hield hij niet meer van haar. Of Claire, haar zus, die op een misschien wel obsessieve manier steeds in haar buurt lijkt op te duiken ? Ze weet het niet, maar het voelt alsof haar leven in gevaar is. En dat de tijd dringt ... Maar soms liegt ze ...
Er zijn zo van die thrillers die zich meteen in de geest van de lezer nestelen en Soms lieg ik is er eentje van die orde. Thrillerfanaten herinneren zich waarschijnlijk nog #WTFthatending, de hashtag verbonden aan de thriller Wat jij niet ziet van de Britse Sarah Pinborough, die een paar jaar geleden de sociale media overspoelde (nou ja, overspoelde ...). In het geval van Soms lieg ik kan je thatending gerust weglaten. #WTF
Wat een vernuftig, geniaal spel speelt Alice Feeney met de lezer. Afwisselend tussen heden en recent verleden schotelt de auteur de lezer puzzelstukjes voor die moeten helpen de waarheid te reconstrueren. Maar wat is waar en wat is leugen? De onzekerheid blijft, net als voor het hoofdpersonage Amber Reynolds. Dagboekframenten uit 1991 maken het er allemaal niet eenvoudiger op.
De verwachting van een mindfuck wordt helemaal waargemaakt en meer dan dat. Niets is wat het lijkt en Feeney solliciteert openlijk naar de titel ‘Queen of the plot twist’. Een titel die haar na één boek misschien nog niet kan toebehoren, maar haar debuut is zonder meer indrukwekkend en veelbelovend.
Knap opgebouwd verhaal, goede spanningsboog, een beperkt aantal maar goed uitgewerkte personages,...en vooral misleiding...veel misleiding. ‘Soms lieg ik’ is uitermate verslavend en gaat ondanks een duister randje (obsessie, jaloezie, verkrachting, vergiftiging, brandstichting het passeert allemaal de revue) nooit echt zwaar op de maag liggen. Verder lezen is de enige optie.
Misschien dat sommige lezers na het open einde iets of wat onbevredigd achterblijven, maar dat is louter een kwestie van smaak. De uren leesplezier heb je op dat moment al gekregen en een open einde…past dit eigenlijk niet perfect bij het mysterieuze, geheimzinnige karakter dat het boek draagt ? Niets is wat het is en het is dan misschien ook wel een bewuste keuze van de auteur om de lezers met twijfels achter te laten...of niet...
Geboren in het jaar 1973, ontstond de liefde voor boeken enkele jaren later toen in de klas Koning van Katorenvoorgelezen werd. Na een relatief korte periode van jeugdboeken was al snel de Agatha Christie collectie van mijn ouders aan de beurt, al even snel gevolgd door de Stephen King collectie uit de plaatselijke bibliotheek.
De start van een passie voor spannende literatuur. Robin Cook en John Grisham behoorden, na de eerder genoemde Stephen King, tot de eerste favorieten, waarna de smaak steeds breder werd en na verloop van tijd steeds meer en meer ging toeleggen op de psychologische thrillers van oa Karin Fossum en Arnaldur Indridason.
Andere favorieten: RJ Ellory, Pierre Lemaitre, Sebastian Fitzek, Bernard Minier en Joseph Knox en dichter bij huis Hilde Vandermeeren en Anja Niewierra. Niet toevallig allemaal auteurs die met weinig woorden de lezer een verhaal kunnen intrekken en uitblinken in sfeerschepping en uitwerking van personages. Al moeten ook zij ook mijn kritische stem overwinnen en is,zoals voor elke ander auteur, het ene boek het ander niet.
Naast thrillers gaat mijn leestijd, mede door mijn achtergrond als maatschappelijk werker, ook uit naar goed onderbouwde true crime, waarbij mijn interesse voornamelijk ligt bij het psychologische. Sensationele feiten en gruwelijke details zijn niet aan mij besteed, het hoe en waarom des te meer. Mijn vriend de seriemoordenaar (The stranger beside me) van wijlen Ann Rule blijft op dat vlak voor mij een meesterwerk.
Write your review!