Donald en ik ontmoeten elkaar in café-restaurant Koekenbier (Koekenbier, of Koek en Bier?), alwaar we op een zonnig terrasje plaatsnemen. Het weer is aangenaam, de setting ook. En Donald Nolet oogt relaxed, ondanks (of dankzij) de boekpresentatie van Handschrift van de duivel diezelfde avond elders in Alkmaar.
Ik vraag Nolet naar ‘de persoon Donald Nolet’. “Ik ben 42 jaar oud, woonachtig in Alkmaar. Ooit begonnen als copywriter in de reclamewereld. Hoe ik daar terecht kwam? Ik was altijd al geïnteresseerd in taal en cultuur. Ik besloot daarom om iets te gaan studeren met taal. Niet Engels, of Duits. Nee, dat kende ik al. Dus ik zocht een uitdaging. Het werd de studie in Japanse taal en cultuur in Leiden. Echt uitdagend, kan ik je vertellen. Ik deed die studie niet echt met een doel. Nadat ik klaar was, wist ik dus ook niet wat ik wilde gaan doen. Toen las ik iets over de opleiding copywriter, waarbij je goed moest zijn in taal en ook creatief. Dat werd de vervolgstap, waarna ik in de reclamewereld terecht kwam.
Maar hoe dan die sprong naar auteur? Eigenlijk omdat ik zag dat collega’s naast hun werk ook eigen projecten deden. En ik wilde iets met taal doen, dus kwam ik op het schrijven van een manuscript uit. Dat was het script van Versleuteld, maar vervolgens pakte geen van de uitgeverijen het op. Ik had de hoop al opgegeven, toen Cargo na zes maanden een gesprek aanvroeg. Versleuteld bleek precies te zijn waar ze naar zochten. Tomas Ross had net zijn eigen lijn gelanceerd en dit type faction paste perfect in het fonds.
Ben je overigens tevreden met AZ, die Europees voetbal heeft gehaald? Ehm, nou nee, niet echt. Ik ben wel een sportliefhebber, maar niet persé voetbal. Ook bijvoorbeeld wielrennen, zoals de voorjaarsklassiekers. Of een goed potje tennise. Maar AZ, ik ben niet direct een echte fan.
Hoe belangrijk vind jij het om je Alkmaarse roots in het boek te verwerken? Niet echt belangrijk. Waar je naar refereert had eigenlijk twee redenen. Het verschijnen van Cornelis Drebbel in Handschrift van de duivel had echt te maken met het feit dat ik Rudolf in Praag in het verhaal wilde betrekken. En aan zijn hof liep Drebbel een paar jaar rond. En Drebbel komt uit Alkmaar, dat klopt. Over de oma van Joshua Lambert die aan de Kennemerstraatweg in Alkmaar in een verzorgingstehuis zat (overigens zitten we tijdens het interview ook aan de Kennemerstraatweg red-) had er ook mee te maken dat schrijven vanuit een bekende situatie iets gemakkelijker is. Ik ken de omgeving en hoef dus weinig moeite te doen om hier een visualisatie van te maken voor het verhaal. Het betreffende verzorgingstehuis is overigens antikraak, waardoor het ook veilig was om te verwerken; het bestond immers niet (meer).
Wat is jouw schrijfmethode? Eigenlijk is het wel bijzonder. Ik schrijf wanneer ik kan. Ik heb geen vaste tijden of plekken. Ik schrijf in de trein, in een café of thuis. Dat komt doordat ik een druk leven heb. Ik werk als freelance copywriter. Ik heb een druk gezin met twee kinderen (twee en vier jaar oud) en ben verloofd. En daarnaast dus schrijven. Door mijn drukke leven schrijf ik dus wanneer het kan. Ik ben jaloers op schrijvers die een eigen rustige schrijfruimte in huis hebben. Ik heb dat dus niet. Mijn verhalen komen eigenlijk trapsgewijs tot stand. Het begint met een interessant historisch feit wat ik in de media voorbij zie komen. Bijvoorbeeld Pearl Harbor; wisten de Amerikanen dat er een aanval kwam of niet? Het is gokken en er zijn talloze complottheorieën over geschreven, die interessant zijn voor een faction thriller. Zo ook het Voynich manuscript. Er worden regelmatig stukken in de media over geschreven. Ik heb hier dankbaar gebruik van gemaakt.
Wat moet je vooral niet doen als je schrijft? Daar heb ik niet direct een antwoord op.
Je studeerde Japanse taal en cultuur. In je boeken komt vooral geschiedenis terug. Waar komt die interesse vandaan? Ik lees hier veel over en vind historie van huis uit interessant. Voor een thriller vind ik dit gegeven mooier dan de actualiteit, hoewel collega-auteurs ook dit op mooie wijze gebruiken voor hun werk. Denk bijvoorbeeld aan Bart-Jan Kazemier met zijn Drone.
Overviel het succes van Versleuteld je? Ja. Toen het verscheen, kocht mijn werkgever er een paar honderd op als kerstgeschenk. Mijn vrienden kochten wat boeken en dat was het wel. Maar toen kwamen de nominaties voor de Gouden Strop en de Schaduwprijs. Ik dacht eerst; die eerste, dat wordt ‘em niet. De concurrentie was moordend. Zo zat Tomas Ross naast me tijdens de uitreiking. En ook Corine Hartman en Esther Verhoef waren genomineerd. Maar die Schaduwprijs, dat leek me wel mooi om te winnen. En toen won ik ze beide. De verkoop ging ineens erg hard. Dat verraste me wel.
Wat vond je zelf het beste aan dit boek? Dat moet je nooit aan een auteur vragen, haha. Maar ik ben wel blij met hoe ik die twee verhaallijnen in Versleuteld uiteindelijk in de laatste hoofdstukken bij elkaar laat komen. Dat is, in mijn ogen, goed gelukt. En daar ben ik trots op. Overigens is Cargo daarvoor ook een perfecte uitgeverij. Ze stellen hoge eisen aan het werk en door hun ervaring weten ze precies waar ze op moeten letten.
In hoeverre zette dit je onder druk om te presteren met Handschrift van de duivel? Eigenlijk niet echt, tot het laatst. Want dan moet het gebeuren. Ik heb me bijvoorbeeld eerst bijna een jaar niet beziggehouden met schrijven. In het schrijfproces van Handschrift van de duivel legde ik me vooral zelf de druk op, maar dan vooral om het goed te doen. Niet zozeer om mijn eerste boek te overtreffen. In het begin is het allemaal nog leuk en vrijblijvend. Maar naarmate het manuscript vordert, wordt het spannender en wordt de druk wel groter. Maar het is gelukt!
Wat zijn de overeenkomsten tussen deze boeken? De historische feiten die ik heb verwerkt. In beide boeken hebben die een zeer prominente rol. Of eigenlijk draait het daar zelfs om. Ook overeenkomstig is de rol van de geheime diensten. Door de media zie je dat de NSA en CIA steeds vaker hun stempel drukken ergens op. En dat is in beide boeken ook het geval.
En wat de verschillen? Versleuteld gebruikt een feit uit het verleden, dat in het heden wordt uitgezocht. Het verhaal speelt daardoor alleen in het heden. Handschrift van de duivel daarentegen speelt zich ook gedeeltelijk af in het verleden. Een ander verschil is dat er in Handschrift van de duivel gebruik maakt van tegenwoordige en verleden tijd in de vertelling. De tegenwoordige tijd wordt gebruikt voor het heden en het stuk dat zich in het verleden afspeelt, wordt ook in de verleden tijd verteld. Dit zorgt in mijn ogen voor extra afwisseling.
Hoe komt iemand bij het Voynich manuscript? Als je goed oplet, wordt er in de media regelmatig over dit manuscript verteld. Kijk bijvoorbeeld maar eens op nu.nl. Daar komen geregeld berichten over het Voynich manuscript voorbij. Zo ben ik er ook op gekomen.
Zou de relatieve onbekendheid van dit manuscript de lezer kunnen afschrikken? Alles kan, maar in beginsel moest het mij interesseren om zo ook de lezers mee te kunnen nemen. En dat is gebeurd. Ik denk dat het verhaal ervoor zorgt dat het de lezer zeer zeker zal aanspreken. Maar dat is natuurlijk altijd persoonlijk.
Nog buitenlandse plannen met je boeken? Plannen nog niet, maar om me heen zie ik wel dat er ten opzichte van een paar jaar geleden meer mogelijkheden lijken te komen. Denk bijvoorbeeld aan Drone, dat in Duitsland is verkocht. En ook het werk van medeauteur Anita Terpstra is in Frankrijk verkocht. De mogelijkheden lijken toe te nemen, maar ik heb me er nog niet mee beziggehouden.
Als je een thrillerauteur moet aanbevelen aan onze lezers, welke zou dat zijn? Ik vind zelf Philip Kerr erg goed. De manier hoe hij de geschiedenis in zijn boeken verwerkt is van hoog niveau. Verder vind ik Martin Cruz Smith grandioos. Vooral zijn reeks met de Russische rechercheur Arkady Renko is geweldig. Maar ook Robert Harris. Die man kan werkelijk alles. Van historische thrillers die zich afspelen in het vroegere Rome tot boeken die zich in de toekomst afspelen. Een groot talent.
Een laatste gewetensvraag; waarom de clou weggeven op de kaft van Versleuteld? Daar was ik in eerste instantie ook niet echt blij mee. Maar op zich is het wel logisch; het onderschrift van Versleuteld zei in een paar woorden waar het boek over ging. De titel zei daar niets over en op deze manier zouden mensen sneller begrijpen wat het onderwerp was. Later, na de winst van de twee prijzen, is dit vervangen door “winnaar van…”.