Interview - Sterre Carron
In Sint-Katalijne-Waver dat tegen het Vlaamse Mechelen aan schurkt, is het restaurant De Vijfhoek wellicht wel bekend bij vaste lezers van de Rani Diaz-reeks. De hoofdpersonage uit de boeken van Sterre Carron wil er nog weleens vertoeven en genieten van hetgeen de kok op dat moment te bieden heeft. Omdat ik (Cees van Rhienen) haar ook weleens wilde ontmoeten toog ik met Sterre Carron naar het etablissement maar de auteur waarschuwde vooraf dat ze daar nog nooit met Rani samen is geweest. We hebben ze ook nu niet gezien maar wel genoten van een heerlijk gerecht en natuurlijk van de gelegenheid gebruik gemaakt om Sterre aan een spervuur van vragen te onderwerpen.
1. Het komt regelmatig voor dat mensen op latere leeftijd beginnen met schrijven. Dat is ook in uw situatie zo gegaan. Wel een dynamisch en internationaal leven geleid en dan verschijnt in 2013 plotseling het eerste boek van Sterre Carron. Hoe en wanneer is de eerste gedachte ontstaan om een boek te gaan schrijven? Als kind las ik de reeks van De Vijf van Enid Blyton. Toen al wist ik dat ik ooit zelf een thriller wilde schrijven. Het was mijn droom om criminologie te studeren en dan een opleiding aan de politieschool te volgen. Door omstandigheden is het anders gelopen. Ik ben vroedvrouw van beroep en heb na die studies tropische geneeskunde gevolgd. Achteraf bekeken, ben ik er niet rouwig om. Mijn medische achtergrond gebruik ik in mijn verhalen. Het idee om zelf een boek te schrijven, verdween door mijn drukke dagdagelijkse bezigheden naar de achtergrond, maar heeft opnieuw de kop opgestoken rond mijn 42ste levensjaar. Hoewel het stilaan vorm kreeg, nam ik niet de moeite om eraan te beginnen. Pas vier jaar geleden dacht ik: ‘Als ik er nu niet voor ga, doe ik het nooit.’
2. Wat zijn de uitgangspunten geweest bij het ontwikkelen van je protagonist, Rani Diaz? Is ze uiteindelijk ook geworden zoals je het beeld had bij haar eerste avontuur? Mijn rechercheur moest een vurig type zijn, maar tegelijk ook gevoelig. In de twee eerste boeken komt haar fijngevoeligheid weinig bovendrijven, maar groeit vanaf Matsya. Ik vond het nodig haar een pijnlijk ‘verleden’ te geven. Waarom? Omdat ik ervan overtuigd ben als je zelf veel miserie hebt meegemaakt, je meer begaan bent met het lot van anderen. Omdat ik zelf niet tegen onrecht kan, heb ik dat geprojecteerd op haar. Er zijn nog andere persoonlijke karaktertrekjes die ze gekregen heeft. Onder andere mijn koppigheid en gedrevenheid. Moest ik de kans krijgen om opnieuw te beginnen, ik zou haar niet anders maken dan ze nu is, dus ik ben best tevreden met mijn protagonist.
3. In Gotcha! doet het personage Sofia Maniewski haar intrede. Als je haar carrière beschouwt, komt ze heel dicht in de buurt van haar schepper. Hoeveel ‘Sterre Carron’ zit er in Sofie en hoe dichtbij staat ze bij uzelf? Het antwoord is simpel. Nadat het boek geschreven was, miste ik haar ontzettend erg. Ik werd er zelfs depri van. De vraag is: werd ik geconfronteerd met een deel van mezelf of waren gebeurtenissen uit mijn leven nog niet helemaal verwerkt? Een goede vriend van me werd immers vermoord in Rwanda. Hoewel ik niet alles goedkeur wat ze heeft gedaan, zijn haar emoties en haar passie vergelijkbaar met de mijne.
4. U hebt niet alleen een goede pen voor het beschrijven van spannende situaties maar ook voor emotionele situaties. Daar bedoel ik dramatische scenes mee waarbij de lezer moeite krijgt om iets weg te slikken. Dat roept bij mij de gedachte op dat een dramatische roman, door u geschreven, ook wel door uw fans geapprecieerd zou worden en nieuwe, andere fans zou aantrekken. Hebt u nooit gedachten in die richting gehad? Tot nu toe heb ik er nog niet aan gedacht omdat ik nog verder wil met Rani Diaz. Ik heb nog heel veel plannen met haar. Ik denk dan bij mezelf: je kan dramatische scènes verwerken in een thriller. Beter gezegd: ik kan me niet voorstellen dat ik een thriller zou schrijven zonder zelf te moeten slikken. (zonder emoties). Als een scène bij mij gevoelens oproept, weet ik dat het goed zit. Ik ben een erg gevoelig mens en wil die gevoelens graag delen met de lezers.
5. Wat is voor u belangrijk bij het lezen van recensies en hoe gaat u om met kritische opmerkingen? Negatieve recensies zijn voor mij even belangrijk als positieve. Uit kritiek kan je leren. En als schrijver wil ik leren. Ik wil rekening houden met de tips die de lezers me aanreiken. Ik kan best toegeven dat hij of zij gelijk heeft. Natuurlijk kan je niet voor iedereen goed doen, maar de op- en aanmerkingen leg ik zeker niet naast me neer!
6. In uw laatste boek Gotcha! suggereert de afloop van het verhaal dat bepaalde personages, andere dan de vaste, nog wel een keer terug gaan keren. Bent u met nieuwe personages bezig die ook een plaats kunnen krijgen in een nieuwe sequel of is dat toeval? Het is louter toeval!
7. Inmiddels is mij door het lezen van (veel) boeken en gesprekken met auteurs gebleken dat een auteur in ieder boek wel iets van zichzelf in een personage steekt. Dat gebeurt soms weloverwogen of zonder de auteur het in de gaten heeft. Is dat ook bij u het geval en bij wie is dat? Bij mij is dat zeker niet anders. Een deel van mezelf steekt in Rani Diaz, een ander deel in Fien Segers en een derde deel meestal in een vrouwelijk hoofdpersonage.
8. Heeft u ook vaste gewoonten waar uw dag en de omgeving aan moet voldoen om maximaal productief te kunnen zijn tijdens het schrijfproces? Nee, hoor. Helemaal niet. Er zijn dagen dat ik niet schrijf en dagen dat ik erg productief ben. De enige voorwaarde die ik eis is complete stilte. Ik kan me niet voorstellen te schrijven met muziek op de achtergrond.
9. Sommige auteurs zweren bij een vast personage voor alle verhalen die ze schrijven, andere willen daar per se niets van weten. Hoe zijn uw gedachten daarover en waarom zou u voor het een of het ander kiezen? Als je kiest (zoals ik) voor een vast personage, dan heb je een ‘houvast’. Je kan met dat personage een heel eind op weg. Dat geeft je in zekere zin een voorsprong.
10. Bent u tevreden over de schijnbaar onzichtbare maar wel aanwezige drempel die er tussen Vlaanderen en Nederland ligt voor het lanceren van boeken in elkaars buurland? Veel van uw landgenoten hebben daar grote moeite mee. Investeert u en/of uw uitgever veel energie om die drempel toch te slechten? Ik heb veel lieve Nederlandse fans. Ik ben ervan overtuigd dat mond aan mond reclame nog steeds het best werkt en dat mijn fans en lezers dat bij onze Noorderburen ook doen. Ik wil ook alle beheerders van de boekensites bedanken om de moeite die zij nemen om mijn boeken te promoten. Mijn uitgever doet zeker moeite om mijn boeken in Nederland te promoten, wat ik waardeer natuurlijk.
11. Vindt u dat u zelf genoeg aan lezen toekomt? Wat zijn uw favoriete titels en/of auteurs? Tijdens mijn schrijfproces lees ik te weinig. Mijn favoriete auteurs zijn de Vlaamse en Nederlandse thrillerauteurs.
12. Welke auteur is uw voorbeeld en met de schrijfstijl van wie is uw stijl het meest vergelijkbaar? Ik spiegel me niet aan een andere auteur en wil mijn stijl niet vergelijken met een andere. Ik heb veel bewondering voor een mooi geschreven boek en kan zeggen: ‘Wow, knap gedaan’, maar daar blijft het bij. Ik wil dat mijn hersenspinsels uniek blijven en het gevaar schuilt erin dat het niet zo is of blijft als je een andere auteur als voorbeeld neemt.
13. Tenslotte, welke vraag ziet u hier niet gesteld maar u wilt het antwoord toch graag met uw lezers en andere geïnteresseerden delen? Ik zou nog willen zeggen tegen alle lezers en fans: ‘Spaar me niet, ik kan met kritiek omgaan en zie het als een leerschool.’