Overslaan en naar de inhoud gaan
2>Philip Kerr: "Iets Brits is dat, de fascinatie voor Berlijn" Voor veel liefhebbers van historische thrillers komt er een mooie tijd aan, want deel 12 van de Bernie Gunther-reeks verschijnt binnenkort. Pruisisch blauw van schrijversicoon Philip Kerr is een boek waar door velen smachtend op wordt gewacht. Hoog tijd om eens dieper in de wereld van Philip Kerr te duiken. Of is het de wereld van Bernie Gunther? Want die twee worden vaak in een adem genoemd... In 2015 spraken we met Philip Kerr. Het was april, het zonnetje scheen en Philip Kerr zat in een hotellobby te wachten op het zoveelste interview. Door ons. Wat opviel, en later bleek te kloppen, was dat Kerr moe leek. Hij kwam uitgeblust over en was redelijk kortaf. Later bleek dit inderdaad het geval te zijn: maandenlange promotietours eisten zijn tol, gaf hij eerlijk toe. Toch was het interview interessant genoeg om twee jaar later nog eens door te pluizen. Kerr werd in 1956 in het Schotse Edinburgh geboren. Naar eigen zeggen begon zijn schrijverscarrière toen hij tien jaar oud was. Deze droom, die hij al van jongs af aan had, was nog moeilijk na te volgen. Zijn familie stond niet bol van boeklezende mensen. Zijn toevluchtsoord was in die dagen de lokale bibliotheek, waar ze hem vaak zagen komen en gaan. De vrijdagavond was vaste prik voor de kleine Philip, want dan was het gratis om er te lezen. Het willen schrijven was hierop een logisch vervolg. En ook was het een middel om te ontsnappen aan de grijze werkelijkheid van Edinburgh. Op zijn veertiende kreeg zijn vader ander werk en het gezin verhuisde naar Northampton. Edinburgh heeft hij sindsdien nooit weer gezien en van zijn Schotse accent is niets meer over. Kwestie van poetsen en oefenen, zo geeft Kerr in een interview met ThrillZone aan. Dat zijn eerste werk werd uitgegeven, duurde echter nog tot zijn drieëndertigste. Drieëntwintig jaar verder dus. “Maar dat is hoe het eigenlijk hoort. Je moet schrijven leren. Dat neemt veel tijd in beslag.” In de tussentijd werkte hij in de reclame, voor de televisie en nog een verscheidenheid aan andere banen. Maar altijd bleef schrijven een rode draad in het leven van Kerr. “Ik werkte altijd aan een boek, maar je hebt werk nodig om te kunnen eten.” Het schrijven zorgde er echter ook voor dat hij verscheidene goed uitziende carrières de nek omdraaide voor zichzelf. Op zijn drieëndertigste werd dan eindelijk zijn droom werkelijkheid. Het eerste deel in de Berlijn-trilogie werd een succes: Een Berlijnse kwestie (March violets). Hij deed drie jaar over het schrijven van dit eerste deel van een zeer succesvolle reeks, zo zou later blijken. “Het schrijven van het boek deed ik ook onder het werk. Als ik maar typte, dan viel het niet op,” geeft hij lachend toe. Overigens schrijft hij tegenwoordig boeken op de laptop, al heeft hij zijn eerste twintig boeken met de hand geschreven. “Dat doe ik niet meer. Wellicht verkoop ik de handgeschreven manuscripten aan de universiteit van Texas in Austin, want die verzamelt dit soort werk,” zegt hij gekscherend. Wat weinigen van Philip Kerr weten, is dat niet alleen Bernie Gunther uit zijn pen is ontsproten. Zo schrijft hij ook kinderboeken. Het verschil tussen de twee is dat in thrillers zaken moeten blijven staan en in kinderboeken juist verwijderd. Daar draait het om het pure, creatieve verhaal. Minder is meer. Elders op deze site is ook te lezen dat Kerr inmiddels ook aan de voetbalthriller is geslagen. Het eerste deel, Transfermaand, werd goed ontvangen. Het nieuwste deel, De hand van God, was zelfs nog beter. Het is echter niet zo dat hiermee een grote droom voor de Schot is uitgekomen. Kerr kijkt alleen voetbal en noemt het daarom geen hobby. Het is meer een probeersel waar zich nog niet eerder iemand aan waagde en dat "terwijl voetbal ook vol criminaliteit zit". Dat zijn probeersel een succes is, mag duidelijk zijn. Hij wil de Dick Francis van de voetbalthriller worden. Francis is bekend geworden met zijn thrillers rondom de paardensport. Kerr is qua lievelingsboeken een beetje old school (Charles Dickens behoort tot zijn favorieten en ook Les Miserables), maar dat zijn meer van zijn collega's. ook Hewson en MJ Arlidge hebben toegegeven meer van de klassiekers te zijn dan van het moderne werk. Hij leest weinig van collega auteurs maar dat heeft niet alleen met de tanende kwaliteit te maken. "Ik heb er simpelweg geen tijd voor, want ik moet veel geschiedenis lezen als achtergrond van mijn eigen boeken". Hoe Bernie Gunther is ontstaan, heeft met name te spreken met zijn wil om een boek over Berlijn te schrijven. “Iets Brits is dat, de fascinatie voor Berlijn. We schrijven er vaak over. Ik wilde een boek schrijven over de nazi’s en waarom zij de macht konden grijpen. Ik vond dat bijzonder en onbegrijpelijk. Dus ik combineerde die twee dingen in boek. Om dat mysterie voor mezelf te onthullen. Ik koos een rechercheur: die waren namelijk goed te gebruiken voor de nazi’s, ook al waren ze geen lid van de partij. Gunther was eigenlijk een verlengstuk van mezelf: morbide, depressief, humoristisch, beetje onhandig met vrouwen.” Dat Gunther een verlenging van hemzelf was, is niet per definitie gemakkelijker om over te schrijven. “Het voelt alsof je ziel openligt, alsof je zelf in de spotlights staat.” Dat Gunther na dertig jaar nog staat, komt onder andere door de inconsistentie van de personage. “Hij verandert, evolueert in de tijd. Net al een echte persoon. Dat houdt hem aantrekkelijk voor het publiek denk ik. Ik had het overigens niet verwacht dat Bernie zo lang mee zou gaan. Maar ja, ik was al blij dat mijn eerste boek werd gepubliceerd. Ik verwachtte niet zoveel.” Hoe kan het dat iemand als Bernie Gunther,die zo overduidelijk antinazi is, toch aan het werk komt in dat tijdperk? “Dat gebeurde vaker. Iemand die geen lid is van de partij had wel vaker dit soort werk. Want hij was bruikbaar voor de nazi’s, een instrument. Hij was goed in zijn werk. Een echt voorbeeld is Ernst Gennat. Dat was geen nazi maar een toprechercheur die gewoon zijn werk kon blijven doen.” Gunther  is eindig, zo gaf Kerr eerder aan. In 1989 verscheen Een Berlijnse kwestie, het eerste deel met Gunther in de hoofdrol. Het bleef in eerste instantie bij drie boeken. Het duurde uiteindelijk zeventien jaar voordat het vierde deel verscheen; De een van de ander verscheen in 2006 en kondigde het vervolg van de Gunther-reeks aan. In een interview met Hebban gaf Kerr in 2015 aan zichzelf niet meer dan nog twee Gunther-thrillers te schrijven in de vrees dat de reeks te lang doorgaat en aan kwaliteit inboet. Die twee boeken zijn met het verschijnen van Pruisisch blauw nu verschenen. Is dat het eind? Betekent dit dat de lezer niet meer van nieuwe avonturen van de Duitse speurder kan genieten? Kerr wil nog wel een roddel kwijt. “Zelfs Heinrich Müller, Gestapo Müller in de wandelgangen, was geen nazi. Sterker nog, hij was overtuigd communist. Sommigen beweren zelfs dat hij in zijn positie voor de KGB spioneerde. Wat vind je daarvan?” Wat we daarvan vinden? Dat Kerr zijn huiswerk heeft gedaan, dat is wel duidelijk! Hoe zorgt Kerr ervoor dat personages die echt hebben bestaan, tot hun recht komen in een thriller? “Ik lees veel boeken over de personages. Goebbels was gemakkelijk voor De vrouw van Zagreb. Die heeft zijn eigen dagboeken bijgehouden.” Daarnaast vindt Kerr dat je voor ogen moet houden dat het gewone mensen waren die verschrikkelijke dingen deden. “Het waren vaders, getrouwde mannen. Dat moet je jezelf blijven beseffen als je hun daden aan het papier toevertrouwt. Het waren slimme, charismatische mensen.” Zijn research is tweeledig. Enerzijds leest Kerr veel over de onderwerpen waarover hij wil schrijven, anderzijds bezoekt hij ook de plaatsen waarover hij schrijft. “Je bent dan op zoek naar het verleden, naar dingen die zijn gebeurt maar er nu niet zijn meer. De geesten van het verleden. Soms is het geen pretje. Zo ging ik voor De vrouw van Zagreb naar die plek in Kroatië waar de treinen aankwamen in een vernietigingskamp. Ik raakte enorm terneergeslagen toen ik daar was. Verschrikkelijke plek waar verschrikkelijke dingen gebeurde. Ik herinnerde me dat ik tegen de geesten daar zei: ik zorg dat ik dit verhaal goed vertel. Ik maak er geen vertelsel van, ik zorg dat ik het goed verwoord en dat het verhaal herinnerd blijf. Op zo’n plek voel je de verschrikkingen die er plaatsvonden. Soms raak ik té betrokken. Zoals die keer in een synagoge in Berlijn. Ik was daar voor interview. Voor de oorlog waren er achtduizend bezoekers. Nu elf. Dat raakt me.” Er is al vaak over gepraat maar ertoe gekomen nog niet. Een verfilming van de boeken van Kerr lijkt aanstaande, maar lijkt dat al een paar jaar. Kerr haalt zijn schouders op. Als er een film over Bernie Gunther moet komen, moet Michael Fassbender de hoofdrol spelen. “Hij is half-Duits, hij ziet eruit zoals ik me Bernie voorstel. Die twinkeling in zijn ogen. Het is een stoere vent. Hem zie ik het wel doen.” Een bijzondere man, Philip Kerr. Evenzeer is zijn protagonist Bernie Gunther dat. Een iconische schrijver én personage. Hoe lang kunnen we nog van nieuwe avonturen genieten? In elk geval is er eerst Pruisisch blauw. Pruisisch blauw verschijnt in mei 2017. De verhaallijn: 1956, Bernie Gunther is op de vlucht. Erich Mielke, hoofd van de Oost-Duitse Stasi, had hem opgedragen een kennis te vergiftigen, maar zijn geweten heeft het gewonnen van zijn missie. Nu moet hij Mielke telkens een stap voor zijn om in leven te blijven. De man die hem moet binnenbrengen is een ex-collega en Bernie moet automatisch denken aan de laatste klus die ze samen hebben geklaard. In 1939 werden ze door Reinhard Heydrich op Hitlers verblijf de Berghof ontboden om een moord op te lossen. Als de Führer erachter zou komen dat zijn huis een plaats delict was, zouden de consequenties levensgroot zijn. Hoewel er meerdere landen en zeventien jaar zitten tussen de moord in de Berghof en zijn huidige hachelijke situatie, leiden de twee situaties tot misschien wel Bernies vreemdste lotgevallen tot nu toe. Want Bernie zal moeten erkennen dat hij nog ongedane zaken heeft in zijn vaderland.  
Afbeelding
geen
Marinus van de Velde
Ik ben Marinus van de Velde, van bouwjaar 1984. Ik mag mezelf de eigenaar noemen van ThrillZone! Ik lees al van jongs af aan. Mijn interesses liggen breed; Scandi, Nederlandstalig, spionage, maar ik vind Baldacci en Lee Child bijvoorbeeld ook geweldig. Lezen voor ThrillZone betekent soms het oprekken van je comfortzone en dat lukt goed!

Reactie toevoegen

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.