Door: Denise Wolfs
De Noorse schrijver Gunnar Staalesen is een oude rot in het vak. Al in 1967 schreef hij zijn eerste boek, maar zijn grote bekendheid heeft hij te danken aan de serie rondom privédetective Varg Veum. In 1977 verscheen het eerste deel en inmiddels zijn we 42 jaar en 20 delen verder. Een aantal boeken zijn succesvol bewerkt en verfilmd met Trond Espen Seim als Varg Veum. Ook is Staalesen werkzaam in Den Nationale Scene, het grote theater in Bergen waar de auteur ook woont. Naar aanleiding van het verschijnen van Laat de kinderen tot mij komen bij Uitgeverij Marmer was Staalesen in Nederland en ThrillZone had de eer om hem te mogen interviewen. Het interview vond plaats in het American Hotel in Amsterdam.
Wilde Staalesen altijd schrijver worden? Het antwoord hierop was een kort en bondig ‘ja’. Op zijn twaalfde begon hij de eerste verhalen te schrijven en toen hij op zijn zeventiende naar het gymnasium ging wist hij het helemaal zeker. Op 22-jarige leeftijd werd zijn eerste boek gepubliceerd, een experimentele roman. Daarna volgde, zoals hij het zelf noemt, een ‘donkere periode’ waarin hij veel schreef maar het hem niet lukte om iets gepubliceerd te krijgen. Het tij keert in 1974 wanneer een grote Noorse uitgeverij een wedstrijd voor thrillers/misdaad uitschrijft. Hierbij haalt Staalesen een mooie tweede plek. Vanaf dat moment wist hij dat voortaan misdaadboeken wilde schrijven. Zijn grote voorbeelden zijn Raymond Chandler en Ross Macdonald. Zij hebben met Philip Marlowe en Lew Archer privédetectives en een sfeer gecreëerd die Staalesen wilde vertalen naar een Noorse setting. Zo werd Varg Veum geboren.
Welke schrijvers hebben hem beïnvloed?
In eerste instantie dacht Staalesen niet dat hij in staat zou zijn om een detective te schrijven: het leek hem erg moeilijk om een spannend en verrassend plot te verzinnen. Maar door alle detectives die hij heeft gelezen ging hij er toch langzamerhand in geloven. Zoals gezegd was Staalesen een groot bewonderaar van Raymond Chandler en Ross Macdonald en hun privédetectives Philip Marlowe en Lew Archer. De naam van Arthur Conan Doyle met zijn Sherlock Holmes boeken mag in dit rijtje natuurlijk ook niet ontbreken en van de boeken van Agatha Christie heeft hij veel geleerd over hoe een goed plot in elkaar te zetten.
Kan Staalesen zich nog herinneren wat het eerste boek is dat hij zelf gelezen heeft?
Het eerste boek dat hij zich echt goed kan herinneren is Winnie de Pooh. Staalesen is groot bewonderaar van de boeken van Winnie de Pooh en met name van de ezel, Iejoor. Hij heeft een sarcastische humor die Staalesen erg aanspreekt: hij heeft zelfs een uitspraak van Iejoor als motto bij één van zijn Varg Veum boeken gebruikt. Toen Gunnar heel klein was, was er op de Noorse radio een programma waarin schrijvers en acteurs verhalen voor kinderen voorlazen. Die werden later gebundeld en hij kan zich herinneren dat zijn ouders dat aan hem voorlazen.
Hoe zorgt hij ervoor dat hij na zoveel boeken rondom Varg Veum nog origineel blijft?
Staalesen geeft toe dat dit soms best moeilijk is. Wel is het volgens hem zo dat ieder genre zijn vaste regels heeft: zo is er bij een detective vaak een misdaad, een onderzoek en een oplossing. In die zin verlopen misdaadboeken vaak op dezelfde manier. Hij vergelijkt dit graag met een jazzmuzikant: deze speelt vaak dezelfde klassieke songs, maar geeft er door zijn manier van spelen een eigen draai aan waardoor het lijkt of je naar hele nieuwe muziek luistert. Zo probeert hij zich in de Varg Veum serie in ieder boek te vernieuwen: in Laat de kinderen tot mij komen zitten bijvoorbeeld meer thrillerelementen dan in de voorgaande delen.
In welk opzicht verschilt Varg Veum van andere detectives?
Het grote verschil is dat andere detectives meestal vanuit een politiebureau werken en Varg Veum bij toeval het vak in is gerold. Van huis uit is hij maatschappelijk werker, die veel met probleemkinderen heeft gewerkt. Ook heeft hij zich beziggehouden met het opsporen van weggelopen kinderen, dus ervaring met onderzoeken heeft hij. Een prima achtergrond dus voor een privédetective. Bovendien was Varg Veum in de jaren zeventig een unicum want er waren in die tijd in Noorwegen eigenlijk geen privédetectives. Tegenwoordig is dat anders en zijn er veel gepensioneerde agenten die als detective werken. Verder is Varg Veum niet statisch, maar wordt hij ouder en verandert hij zowel in lichamelijk als in geestelijk opzicht. In het eerste boek was hij 34 en inmiddels is hij de 60 gepasseerd. Ook laat hij de fysieke confrontaties tegenwoordig liever over aan iemand die wat jonger en fitter is dan hij.
Welke rol speelt Staalesens woonplaats Bergen in zijn boeken?
Bergen is eigenlijk een op zichzelf staand karakter in zijn boeken. De lezer die de Varg Veum serie op volgorde heeft gelezen, heeft de stad zien veranderen. Staalesen vertelt met veel passie en met een glinstering in zijn ogen over “zijn “ stad Bergen. Bergen is na Oslo de grootste stad van Noorwegen. Je vindt er pittoreske, oude straatjes, hoge bergen en prachtige natuur. Veel toeristen komen af op het huis van Edvard Grieg, een bekende, Noorse componist. Uiteraard kan het niet missen dat er ook speciale Varg Veum tours worden georganiseerd. Tot slot is Bergen een culturele stad: er is een groot theater en allerlei verschillende muzieksoorten vinden er een podium.
Hoe ziet het schrijfproces van Staalesen eruit?
Voor hem zijn de opening en het einde het belangrijkste: de opening moet nieuwsgierig maken om verder te lezen en het einde moet verrassend zijn. Hij begint met een korte synopsis waarbij hij de dader meestal al in zijn hoofd heeft zitten maar natuurlijk kunnen er tijdens het creatieve proces van het schrijven nieuwe ideeën bij hem opkomen en verandert een en ander nog. Het schrijven van de eerste versie duurt ongeveer zes tot zeven maanden waarna het boek naar zijn redacteur gaat die de nodige feedback geeft. Vervolgens print Staalesen alles, inclusief correcties, uit en gaat de hele eerste versie herschrijven! Dit duurt nog eens één tot twee maanden. Dan volgt er promotiewerk waardoor het altijd een tijdje duurt voordat hij weer aan een nieuw boek kan beginnen. Bovendien schrijft en werkt hij ook nog voor het theater dus daar gaat ook de nodige tijd inzitten. Verder vertelt hij nog dat hij graag een beetje subtiel te werk gaat: zo zul je geen bloederige, tot in detail beschreven lijken bij hem vinden. Ook is er nooit sprake van door- en doorslechte personages: meestal zijn de daders slachtoffer van bepaalde omstandigheden en is er geen sprake van voorbedachte rade. Hij schrijft van maandag tot en met vrijdag en dan voornamelijk tijdens kantooruren. Zoals hij zelf zegt ‘dat is het voordeel van kunnen leven van het schrijversvak’. Tot zijn veertigste werkte hij fulltime als woordvoerder van het theater in Bergen en moest hij het schrijven vooral in de avonden doen.
Maakt Staalesen zich nog zorgen over eventuele slechte reviews?
Als je al zolang schrijft en zoveel boeken op je naam hebt staan worden reviews steeds minder belangrijk. Staalesen is gezegend met een grote groep fans in Noorwegen die zijn boeken toch wel kopen, ongeacht of de reviews goed of slecht zijn. Uiteraard heeft hij wel eens te maken gehad met slechte reviews, maar ook dat hoort bij het leven van een schrijver en meestal kan hij deze wel goed naast zich neerleggen.
In hoeverre is Staalesen betrokken geweest bij de verfilmingen van Varg Veum?
Het antwoord hierop is ‘niet zo veel’. Hij heeft de rechten verkocht en heeft vervolgens met de producers en regisseurs om de tafel gezeten om te praten over de achtergrond van Varg Veum. Hij is erg tevreden met Trond Espen Seim, die de titelrol in de serie speelt, hoewel er in het begin de nodige kritiek op hem was omdat hij het Bergense dialect niet sprak. Er is sprake van een nieuwe serie, maar die zal niet meer met Trond Espen Seim zijn, want die is op dit moment te druk met theaterwerk in Oslo.
Hoe komt het dat Scandinavische thrillers en series zo populair zijn in Nederland?
Volgens Staalesen is er sprake van een Gouden Eeuw in de Zweedse misdaadliteratuur die al een tijd aan de gang is. Het begon in de jaren zeventig met de boeken van het Zweedse duo Sjöwall & Wahlöö, die de Martin Beck serie hebben geschreven. Later kwamen daar natuurlijk bekende namen als Henning Mankell, Stieg Larsson en Jo Nesbo bij. Deze lange traditie draagt zeker bij aan de populariteit.
Wat voor advies zou Staalesen aan beginnende schrijvers geven?
Zijn antwoord hierop is ‘lezen, lezen, lezen’ en ‘schrijven, schrijven, schrijven’. Lees zoveel mogelijk detectives: de klassiekers, zoals Agatha Christie, maar ook de moderne schrijvers en wees vooral niet bang om fouten te maken!