[fusion_builder_container hundred_percent="yes" overflow="visible"][fusion_builder_row][fusion_builder_column type="1_1" background_position="left top" background_color="" border_size="" border_color="" border_style="solid" spacing="yes" background_image="" background_repeat="no-repeat" padding="" margin_top="0px" margin_bottom="0px" class="" id="" animation_type="" animation_speed="0.3" animation_direction="left" hide_on_mobile="no" center_content="no" min_height="none"][caption id="attachment_28174" align="alignright" width="300"] Copyright: Inge van Mill[/caption]
Het eerste advies dat je als beginnende schrijver krijgt is: schrijf over wat je kent. In mijn geval was dat over de stad Leiden waar ik als achttienjarige kwam om Culturele Antropologie te studeren – en er nooit meer te vertrekken. Maar na mijn zogenoemde “Leidse trilogie” – De bekentenissen van Petrus, Het Pauluslabyrint en Het Pilgrim Fathers Complot – besloot ik mijn horizon te verbreden. Leiden is een kleine stad en de hoofdpersonen in mijn boeken komen vroeger of later toch weer uit bij de Pieterskerk, de Burcht, de Hortus Botanicus…
Om niet in herhaling te vallen, leek het me goed een andere omgeving te zoeken, maar tegelijkertijd dicht bij huis te blijven – figuurlijk dan. Ik besloot drie boeken te schrijven die zich af zouden spelen in Latijns-Amerika, een continent dat echt in mijn hart zit. Voor mijn promotieonderzoek aan de universiteit Leiden heb ik lange tijd in Ecuador gewoond, als reisleider heb ik gewerkt in Mexico, Guatemala, Belize en Venezuela en onlangs nog heb ik drie weken door Peru rondgereisd.
Als 24-jarige student woonde ik in Bolivia zes maanden in een kleine indiaanse gemeenschap aan de oevers van het Titicacameer. Ik was er om onderzoek te doen voor mijn afstudeerscriptie. Het onderwerp was de traditionele kennis van de boeren met betrekking tot de landbouw. Ook was ik erg geïnteresseerd in het geloof in Pachamama, Moeder Aarde. Net als zo veel inheemse volkeren geloven ook de Aymara-indianen in Bolivia in een bezielde wereld. Niet alleen mensen, dieren, planten en bomen leven, maar letterlijk alles is “begeesterd”, heeft een geest. De regen, de bergen, de aarde, het water, de zon, de maan en de sterren… alles.
In het westen zien we de wereld in wezen als dode materie, die we kunnen beheersen en manipuleren als we haar (natuur)wetten eenmaal hebben doorgrond. We staan tegenover die wereld, in plaats dat we onszelf zien als een onlosmakelijk onderdeel van die wereld. Voor de indianen is de aarde als een moeder, die haar ‘kinderen’ haar overvloed schenkt. En met die aarde, met die hele wereld om je heen, ga je ook om zoals je met andere mensen om zou gaan. Er moet sprak zijn van evenwicht – neem niet meer dan de ander kan missen – en reciprociteit – de ander geeft jou iets, jij geeft iets terug. In de vorm van het brengen van offers aan de aarde probeert men de aarde iets terug te geven en zo het evenwicht weer te herstellen.
Toen ik voor het onderzoek voor mijn boek mijn oude dagboeken en brieven weer las, was me al duidelijk dat dit gebruik van offers brengen het hoofdthema zou moeten worden. De link met het christendom die ik in mijn boeken altijd zoek, was eenvoudig gevonden, namelijk het offer van Christus. Niet veel mensen beseffen dat een mensenoffer – waarbij het lichaam van de geofferde wordt gegeten en zijn bloed wordt gedronken – de kern vormt van onze christelijke cultuur.
Het indiaanse geloof heeft zich vermengd met het rooms-katholicisme dat de Spaanse conquistadores met zich meebrachten. Achter veel heiligen gaan inheemse goden schuilen en veel indiaanse gebruiken hebben een katholiek vernisje gekregen.
Dát is het onderwerp van mijn nieuwe thriller De Offers. Direct in het eerste hoofdstuk al wordt een jong kind gevonden dat op rituele wijze om het leven lijkt te zijn gebracht – het derde slachtoffer in een jaar tijd. In het boek raken de Wageningse student Luc van Os en zijn collega Nayra Mamani bij deze zaak betrokken. Wie of wat zit er achter? Zijn het offers aan Moeder Aarde? Of is er een barbaarse seriemoordenaar actief op de hoogvlaktes van Bolivia?[/fusion_builder_column][/fusion_builder_row][/fusion_builder_container]
Afbeelding
Marinus van de Velde
Ik ben Marinus van de Velde, van bouwjaar 1984. Ik mag mezelf de eigenaar noemen van ThrillZone! Ik lees al van jongs af aan. Mijn interesses liggen breed; Scandi, Nederlandstalig, spionage, maar ik vind Baldacci en Lee Child bijvoorbeeld ook geweldig. Lezen voor ThrillZone betekent soms het oprekken van je comfortzone en dat lukt goed!