Stelling: fantasy- horror- en sciencefictionauteurs mogen ongestraft buiten alle lijntjes van de realiteit kleuren. Of mogen ook zij bepaalde grenzen niet overschrijden?
Een van de grote pleziertjes voor auteurs van de verbeeldingsgenres is het verzinnen van buitenissige toekomstige en antieke werelden, fantastische wezens – en waar je die kunt vinden – en onvoorstelbaar griezelige scenes die bijna ongeloofwaardig zijn. Zoals een dokter die lichaamsdelen van lijken aan elkaar naait, er een menselijk lichaam van maakt, dat hij daarna met elektriciteit tot leven wekt. De fantasie van schrijvers is vaak grenzeloos, hoewel er bijvoorbeeld voor misdaad- thriller- en romanauteurs wél een lijn bestaat waar ze niet overheen mogen schrijven als ze willen dat hun boeken met de werkelijkheid blijven overeenstemmen. Ze mogen alle soorten personages en onbestaanbare locaties verzinnen, en zelfs magisch realisme in hun verhalen verwerken – op het randje van fantasy –, maar een magiër of een draak, of een dokter die lichaamsdelen van lijken aan elkaar naait, er een mens van maakt, dat hij daarna met elektriciteit tot leven wekt, gaat over de limiet van wat mag in deze genres.
Wat betreft natuurwetten wordt het in elk geval voor auteurs van sciencefiction al wat ingewikkelder. Neem nou een raket die door de ruimte schiet. Geen enkele lezer met ietwat verstand over hoe geluid zich in een vacuüm gedraagt zal het pikken als de motoren van een ruimteschip een spectaculair geluid maken. Toch komt deze onmogelijkheid in veel sciencefictionfilms- en series voor... omdat de makers ervan menen dat een oorverdovend knetterende raketaandrijving beter is omdat het spectaculairder overkomt. Maar persoonlijk vind ik de geluidloosheid tijdens ruimtereizen in ‘A Space Odyssey’ van Stanley Kubrick juist een van de meest indrukwekkende filmeffecten (niet in de laatste plaats door de klassieke filmmuziek). Dus geluid in de ruimte vind ik niet nodig.
Ik vind heel veel wel geoorloofd. Zelfs een filmserie waarin onze wereld in feite een computersimulatie is, of een meisje dat met een sprekende leeuw, een vogelverschrikker zonder hersenen, en een zielloze robot optrekt, kan ik nog behapstukken.
Maar over geluid in de ruimte zwijg ik dus liever verder, en ik maak daar ook geen geschreven woord méér aan vuil. Volgende keer ga ik daarentegen wel verder over de verhalen waarin wolven stenen eten, en mensjes zo groot als een duim met joekels van laarzen rondrennen, en het verschil met fantasy, horror en sciencefiction.