Het was nog niet zo lang geleden dat de Noorse thrillerauteur Ørjan Karlsson indruk maakte met Iselin was bijna thuis. Dit eerste deel met politie-inspecteur Jakob Weber in de hoofdrol "wist de spanning ijzingwekkend goed vast te houden", aldus onze recensie. Dat maakt zeer nieuwsgierig naar deel 2 en die is er nu: De nacht reist alleen is het tweede Jakob Weber-deel en is verschenen bij Uitgeverij Marmer. Hoog tijd om deze auteur wat vragen te stellen.
Je nieuwste thriller heet "De nacht reist alleen." Waar gaat dit boek over?
De setting van het boek is een zeer schilderachtige plek genaamd Kjerringøy, ten noorden van de stad Bodø. Wanneer er een lichaam opduikt in een privé-haven op het schiereiland, worden hoofdinspecteur Jakob Weber en zijn collega's gestuurd om te onderzoeken. Naarmate Jakob dieper graaft, wordt hij geconfronteerd met dingen die zelfs hij niet kan verklaren: fenomenen die voor hem zowel vreemd als angstaanjagend zijn. In De nacht reist alleen is de hoofdvraag: bestaat echt ‘Kwaad’ in mensen? En zo ja, hoe weersta en bestrijd je het?
Wat inspireerde je om je thrillers in Bodø, een stad net ten noorden van de poolcirkel, te laten plaatsvinden?
Het noorden van Noorwegen, zoals veel Nederlanders al zullen weten, is prachtig maar ook een beetje wild en ongetemd. Totale duisternis tijdens de winter en permanente (middernacht) zon tijdens de zomer. Zowel de seizoenen als het landschap in het Noorden hebben invloed op de mensen die daar wonen. Ik wilde dit verkennen in een crime noir setting. Dat ik mijn jeugd in Bodø heb doorgebracht, is natuurlijk ook een deel van mijn motivatie om verhalen te schrijven vanuit het Noorden van de poolcirkel.
Hoe beïnvloedt deze unieke locatie de sfeer en spanning in je verhalen?
Weinig plaatsen die ik ken, hebben dezelfde soort contrasten als het Hoge Noorden. Prachtige zomers. IJzige winters. Een herfst die eerst buitengewoon kleurrijk is en dan donker en somber wordt in oktober en november. Maar het meest verbazingwekkende is wanneer de lente plotseling explodeert in de zomer—een vuurwerk van leven en kleuren. Ik streef ernaar dit in mijn verhalen te integreren op een manier waarbij de seizoenen meer zijn dan alleen een achtergrond. De seizoenen zijn de levensader en raken op verschillende manieren iedereen die erdoorheen leeft.
Jakob Weber en Noora Yun Sande hebben interessante achtergronden en persoonlijkheden. Kun je vertellen hoe je deze personages hebt ontwikkeld?
Mijn hoofdidee voor Jakob was dat hij in wezen iedereen kon zijn—jij, ik of je buurman. Hij is een briljante onderzoeker, zowel intuïtief als analytisch. Maar ik wilde hem geen cliché-achtige achtergrond geven, zoals te veel drinken, een gokker zijn of een rokkenjager, of al die andere 'typische' kenmerken die misdaadauteurs hun hoofdpersonen vaak geven. Ik geloof stevig dat de uitdagingen en problemen die normale mensen moeten doorstaan en oplossen, het weefsel van ons leven vormen—en op zichzelf voldoende zijn. Dat gezegd hebbende, gebeurt er soms iets onverwachts en/of dramatisch in het meest alledaagse leven.
Wat Noora betreft, wilde ik dat zij een tegenhanger zou zijn voor Jakob, zowel intellectueel als iemand die dingen anders kan zien. Bovendien is zij de 'ogen' van de lezer in Bodø en Nordland. Zij ervaart Bodø en zijn achterland voor de eerste keer, reflecteert erop en opent zo die deur voor de lezer. Soms merkt ze dingen op die Jakob niet ziet, omdat hij dat niet kan—omdat hij al zijn hele leven in de provincie heeft gewoond.
Je boeken spelen zich af in een omgeving waar de natuur en de elementen een belangrijke rol spelen. Hoe gebruik je extreme weersomstandigheden en de unieke kenmerken van het Noorse landschap om de spanning in je verhalen te vergroten?
Zoals eerder vermeld, denk ik dat er een wisselwerking is tussen de natuurkrachten en de elementen, en de mensen die in de regio wonen. Je wordt gevormd door waar je woont. Een manier waarop dit zich uitdrukt, is in taal. Bijvoorbeeld wanneer iemand zegt: ‘hij/zij is sterk vandaag’, verwijzend naar de wind.
Je boeken vallen onder het populaire genre van de 'Scandi-thriller.' Hoe passen je boeken in deze rijke traditie?
Nou, het meest voor de hand liggende antwoord is dat er iets donkers en verontrustends schuilt onder de schijnbaar goed georganiseerde Noorse samenleving. Dat is klassieke Nordic noir/Scandi. Maar subtieler is de wisselwerking tussen de personages—de manier waarop ze met elkaar omgaan. Er bestaat een soort gelijkheid, zowel tussen de seksen als tussen de 'hoog en laag' in de samenleving. Maar soms wordt dit maatschappelijke contract geschonden en sijpelt de duisternis door de scheuren. Ik heb net het derde boek in de Jakob Weber-serie (Stil als sneeuw) afgemaakt en realiseer me dat ik zelf nog maar net aan de oppervlakte krab.
Je hebt een interessante achtergrond met ervaring in het leger en civiele bescherming. Hoe gebruik je deze kennis in je thrillers?
Ik heb een thrillerserie geschreven waarin individuen in de Noorse special forces de hoofdpersonen zijn. In die setting was mijn achtergrond zeer relevant, vooral omdat mijn laatste drie boeken in deze serie (Witte Armada, Blauwe Storm, Rode Ster) Russische agressie in Noorwegen en zijn bondgenoten voorspelden. Wat betreft de Jakob Weber-serie, mijn jaren als senior ambtenaar op strategisch niveau hebben me veel geleerd over hoe 'Noorwegen werkt.' Dit helpt me (hopelijk) een sfeer van realisme in mijn romans te creëren. Een realisme dat ik dan doorbreek wanneer Jakob en Noora hun best moeten doen om de duisternis op afstand te houden—voor zichzelf en voor ons allemaal.