Bijna een jaar geleden gaf mijn geest er de brui aan. Alsof het een onderbetaalde tramchauffeur was zei het "Bye, trek uw plan, I’m out" en liet me compleet in de steek.
Plotseling voelden simpele taken waarover ik eerder nooit had nagedacht, zoals de afwasmachine leegmaken, of autorijden, onmogelijk. Mijn veerkracht en flexibiliteit vlogen het raam uit. Elke beslissing die ik moest nemen, hoe klein ook, deed me in tranen uitbarsten. Nee, ik wist niet of ik liever aardappels of rijst wilde eten, en nee, ik had geen idee waar dat schilderijtje het best kon worden opgehangen (we waren net verhuisd en leefden tussen kartonnen dozen). En dan was er ook nog die vervloekte bonzende hartslag 's nachts - ken je die? - die ervoor zorgde dat ik uitgeput aan elke nieuwe dag begon. Ik praatte er met niemand over, en kroop volledig in mijn schulp. Ik dacht dat ik dit ‘alleen’ wel opgelost zou krijgen.
In die toestand moest ik ‘Koud’ afgewerkt krijgen, terwijl het net die eindeloze to-do lijsten en onrealistische deadlines waren die me tot deze stilstand hadden gebracht. Ze hadden niet alleen mijn creativiteit verpletterd, maar uiteindelijk ook mij. Wat nu?
Na maanden in de sofa te hangen (ik luisterde naar audioboeken want lezen ging niet), begon het langzaamaan beter te gaan. Ik had soms goede dagen, niet alleen meer slechte, en sliep af en toe de nacht door. Ik begon mezelf kwetsbaar op te stellen en me niet meer op te sluiten, maar juist te praten over wat ik meemaakte, zodat mijn vrienden en gezin me konden helpen. Op zijn Marie Kondo’s gaf ik prioriteit aan wat me vreugde en warmte bracht (If it doesn’t spark joy, you don’t need it) en de rest flikkerde ik buiten. Ik leerde mijn limieten te respecteren en lief te zijn voor mezelf. Het YouTube project waarmee ik nog maar pas was gestart, zette ik on hold. Ik begon wel weer te schrijven, maar schrapte een aantal projecten. ‘Koud’ was het enige waaraan ik nog werkte, hoe moeilijk ik dat ook vond.
Ik nam de tijd om tussendoor op adem te komen. Ik vertelde mezelf dat ik het verdiende om even in het zonnetje te gaan zitten met een goed boek. Dat is geen tijdverlies, integendeel, het is levensnoodzakelijk.
Intussen is ‘Koud’ klaar (als het goed is ligt hij deze week in de winkels) en mijn hart warm. Ik heb geleerd dat mijn werk, mijn boeken, niet het belangrijkste zijn in mijn leven. Mijn gezondheid, mijn gezin en mijn vrienden zijn dat. Ja, het is een cliché, ik weet het, maar ik moest er blijkbaar wel aan herinnerd worden. The hard way.
Ik kom weer onder de mensen, ga naar een wekelijks happy hour op vrijdagavond, neem spontaan een vriendin mee uit lunchen, doe mee aan een plaatselijke boekenclub, ga desnoods alleen op een terrasje zitten (hier in Portugal kan dat bijna het hele jaar door) en kijk en luister naar de mensen om heen. Want te lang alleen zijn is niet goed voor me, dat weet ik nu.
In mijn trouwring staat de spreuk ‘Happiness is only real when shared’, en weet je? Dat is waar. Sluit je niet op met een stapel boeken (ik weet dat dat is wat je doet, want dat deed ik ook). Schaam je niet als het wat minder gaat. Maak ruimte voor de mensen om je heen. En onthoud: wees lief voor jezelf. Je kan dit.
Liefs, Barbara