Door: Denise Wolfs
2018 belooft hèt jaar van A.J. Finn te worden. Zijn debuutthriller The woman in the window prijkt al wekenlang bovenaan in The New York Times bestseller lijst en de opnames voor de verfilming, met in de hoofdrol Amy Adams, beginnen in augustus van dit jaar. Ook in Nederland is De vrouw in het raam, zoals de Nederlandse titel luidt, een groot succes. Met veel plezier heb ik zijn boek voor Thrillzone gelezen en gerecenseerd en toen mij werd gevraagd of ik A.J. Finn zou willen interviewen hoefde ik natuurlijk niet lang na te denken.
Het gesprek vond plaats in het prachtige Ambassade hotel aan de Herengracht in Amsterdam. Het eerste wat opviel was dat A.J. Finn (of Daniel Mallory, zoals de schrijver eigenlijk heet) ontzettend spontaan en een kletskous was. Om het ijs te breken vroeg ik aan hem of dit zijn eerste keer in Nederland was en vol enthousiasme begon hij te vertellen dat dit inderdaad zijn eerste keer was. Hij vertelde dat hij na aankomst wat vrije tijd had en dus de mogelijkheid om de stad een beetje te verkennen. Wat hem vooral opviel was de vriendelijkheid van de mensen en het feit dat iedereen zo goed Engels spreekt. Zelf woont Finn op dit moment in hartje New York en hij heeft het wel een beetje gehad met de drukte en hectiek van deze metropool. Daarom verhuist hij eind dit jaar terug naar Londen. Hier kijkt hij erg naar uit, vooral ook omdat hij twee honden krijgt. Een oudere labrador uit de opvang en een Franse buldog puppy. Hij is gek op deze hondjes, omdat ze “zo lelijk zijn”.
Op mijn vraag of hij als kind al veel las antwoordde Finn dat dat zeker het geval was. Hij was als klein jongetje niet erg populair dus hij bracht veel tijd door in de bibliotheek. Bovendien komt hij uit een echte leesfamilie. Heel zijn familie leest graag en veel, dus dat hij ook ging lezen werd alleen maar aangemoedigd. Zijn favorieten waren Agatha Christie, Arthur Conan Doyle en The Hardy Boys. Nog steeds leest hij iedere avond voordat hij gaat slapen een poosje. Net als bijvoorbeeld tandenpoetsen maakt dit deel uit van zijn avondritueel. Grappig feitje is dat hij veel eerder kon lezen dan praten. Lezen kon hij al met 3,5 jaar oud terwijl hij pas op 4,5 -jarige leeftijd begon te praten.
Vervolgens vroeg ik hem of hij als schrijver beïnvloed is door Agatha Christie. Na even nagedacht te hebben kwam hij tot de conclusie dat ze hem wel als lezer en uitgever beïnvloed heeft, maar niet zozeer als schrijver. Bij de boeken van Christie draait het voornamelijk om de plot, terwijl hij het zelf belangrijker vond om een boek te schrijven dat vooral om de karakters en hun beslissingen draait. Wel is hij gek op whodunnits, alhoewel hij lachend moest toegeven dat hij nooit raadt wie het gedaan heeft. Finn heeft twaalf jaar als uitgever gewerkt en ik vroeg hem op welk moment hij besloot om zelf een boek te gaan schrijven en waarom zijn keuze op een thriller is gevallen. Hij vertelde dat hij in die twaalf jaar heel wat manuscripten voorbij heeft zien komen en dat hij het al vrij snel doorhad als iemand een verhaal forceerde of met een soort “copycatverhaal” kwam. Dat was niet wat hij wilde: als hij zelf een boek zou schrijven, dan moest het origineel en verfrissend zijn.
En toen was daar opeens Gone Girl van Gillian Flynn en hoewel het genre psychologische thriller volgens Finn terug te voeren is tot Patricia Highsmith en zelfs tot Henry James, is Flynn de grondlegger van de psychologische thriller zoals we die nu kennen. Nog steeds had Finn zelf echter geen inspiratie. Een paar jaar later verscheen de volgende knaller, The girl on the train, van Paula Hawkins. En pas een jaar na het verschijnen van deze thriller sloop het karakter Anna Fox langzamerhand zijn hoofd binnen.
De vraag die veel mensen waarschijnlijk interesseert is waarom Finn onder een pseudoniem schrijft. Dit heeft meerdere redenen. Ten eerste wilde hij niet dat zijn bekendheid als uitgever de verkoop van het boek zou beïnvloeden. Ten tweede is hij erg gesteld op zijn privacy en op deze manier blijft er een scheidslijn bestaan tussen Dan Mallory en A.J. Finn. En ten derde wilde hij niet dat “zijn” auteurs een boek met groot zijn naam erop in de winkels zagen liggen. A.J. is vernoemd naar zijn lievelingsnichtje Alice Jane en Finn is de naam van de Franse buldog van een andere nicht. Zijn hoofdpersonage Anna lijdt aan agorafobie, oftewel straatvrees.
Ik vroeg aan Finn of het een bewuste keuze van hem is geweest om voor een hoofpersoon met psychische problemen te kiezen. Finn begon daarop heel open te vertellen over zijn eigen geschiedenis met mentale problemen. Toen hij 21 jaar was werd hij gediagnosticeerd met zware depressie. Gelukkig kon hij ondanks zijn depressie goed functioneren in de maatschappij. Hij had vrienden, relaties en een mooie carrière. Desondanks voelde hij zich vaak heel slecht en daarom ging hij een aantal jaar geleden naar een psychiater omdat hij van medicatie wilde wisselen. Deze psychiater kreeg al snel het gevoel dat er sprake was van een verkeerde diagnose: volgens hem leed Finn niet aan een depressie, maar had hij last van een bipolaire stoornis type 2. Hierbij zijn de manische periodes niet zo heel manisch, maar de downperiodes wel heel down en daarom wordt deze stoornis vaak verward met een depressie. Dit wilde Finn graag in een boek verwerken, maar hij wilde geen boek over depressies an sich schijven. Daarom koos hij voor een hoofdpersonage met psychische problemen. Bovendien hebben haar agorafobie en overmatig drankgebruik een duidelijke oorzaak en heeft ze deze problemen niet om alleen de plot verder te helpen.
De laatste jaren is er een overvloed aan thrillers met het woord ‘girl’ in de titel: Gone Girl, The girl on the train, The girl in the ice etcetera. Ik wilde van Finn weten waarom hij de keuze heeft gemaakt om ‘woman’ te gebruiken. Finn denkt dat veel boeken qua titel willen meeliften op het succes van Gone Girl en The girl on the train. Daar is natuurlijk niks mis mee, maar voor hem persoonlijk heeft het iets denigrerends. Voor hem is iemand van 18 jaar en ouder gewoon een vrouw en geen meisje meer. Hij denkt ook dat volwassen vrouwen als vrouw aangesproken willen worden en niet als meisje.
Finn heeft met allerlei bekende auteurs gewerkt, zoals J.K. Rowling en Nicci French, maar hij vindt het nog steeds moeilijk te geloven dat hij zich nu een collega van deze auteurs mag noemen. Zijn mooiste moment was toen hij een mailtje in zijn mailbox had zitten van Stephen King, of hij misschien een mooie aanbeveling wilde voor in het boek. “Het is een eer dat iemand als Stephen King de tijd neemt in zijn drukke schema om mijn boek te lezen”.
Inmiddels zijn de vertaalrechten aan 43 landen verkocht en dit is een record voor een debuut. Nadat de rechten van zijn boek voor veel geld waren verkocht heeft Finn nog een tijd doorgewerkt. Enerzijds omdat hij niet zonder baan wilde zitten als het boek onverhoopt toch een flop zou worden en anderzijds omdat hij veel van zijn werk hield. Nu zijn boek echter zo’n internationaal succes is geworden is het met het vele reizen onmogelijk geworden om te blijven werken, dus eind 2017 heeft hij zijn baan opgezegd en gaat hij zich fulltime op het schrijven storten.
Een vast schrijfritueel heeft Finn niet. Als hij thuis is, staat hij meestal rond een uur of vijf op en schrijft dan tot ongeveer acht uur. Daarna gaat hij zwemmen, hij is dol op zwemmen, en daarna schrijft hij tot lunchtijd verder. ’s Middags probeert hij vooral zelf te lezen. Vaak leest hij vijf tot zes boeken tegelijk. Zo is hij nu bezig met de nieuwe Tana French en heeft hij net een boek gelezen over seriemoordenaars in Amerika.
Finn is inmiddels druk bezig aan zijn tweede psychologische thriller die binnenkort in het Engels zal verschijnen. Het boek speelt zich af in San Francisco en is geïnspireerd door de klassieke detectives zoals Sherlock Holmes en Poirot. Het hoofdpersonage is een thrillerschrijver. Hopelijk zal deze thriller ook in het Nederlands verschijnen!
Ik heb genoten van dit interview en had nog wel uren door kunnen praten met deze zeer sympathieke man en ik wil Thrillzone en uitgeverij Cargo heel hartelijk bedanken voor deze mogelijkheid!