Van alle Wereldtentoonstellingen die ooit zijn georganiseerd is de universele tentoonstelling van 1958 in Brussel diegene die, zeker voor het Nederlandstalig grondgebied, het meest tot de verbeelding spreekt. Wereldtentoonstellingen zijn met enige regelmaat georganiseerd vanaf 1851 toen de eerste in Londen werd gehouden en zijn met name ontstaan om de deelnemende landen in de gelegenheid te stellen om hun economische, sociale, culturele en technische ontwikkeling te laten zien. Met name in de industriële revolutie was het een must om als welvarend land zich te profileren.
In 1900 werd de Eifeltoren het symbool van de tentoonstelling in Parijs en in 1958 werd het Atomium geopend, het paradepaardje van de Expo 58. Deze tentoonstelling is de basis voor het bij Lannoo verschenen boek van Ann van Loock met de titel De Expo 58 moorden, een verhaal waarbij deze Expo als uitgangspunt is gekozen om een fictief gegeven te verwerken met als achtergrond de tijdsgeest van 1958.
Dat dit uitgangspunt voor van Loock lastiger is dan verondersteld mag worden is na het lezen van de Expo 58 moorden wel duidelijk geworden. Als lezer krijgt men niet echt het gevoel om teruggezogen te worden in de naoorlogse en de in opbouw verkerende België. Maar lijkt het meer op een aan een geregen serie van weetjes en feitjes die niet zorgen voor een verhaal waar het gevoel van eind jaren vijftig voelbaar is.
Ann van Loock is een Vlaamse auteur die aan de Universiteit van Antwerpen Germaanse filologie en filosofie studeerde. Na haar studie volgde zij een studie aan de Vlaamse Vereniging voor Toneel en Scenarioschrijvers en schreef zij scenario’s voor de Belgische series Spring en Flikken, die te zien zijn geweest op de Belgische televisie en Nederlandse televisie. In 2004 maakte zij samen met de beoefenaar van extreme sporten Marc Sluszny hun gezamenlijke thrillerdebuut onder de naam Van Loock & Sluszny. Code Zwart was een verhaal gebaseerd op het levensverhaal van Marc Sluszny. Dit debuut werd direct genomineerd voor de Hercule Poirot prijs. De verhalen van dit duo waren altijd gebaseerd op waargebeurde feiten vermengd met fictie. Zo schreven ze in 2007 De Bende, gebaseerd op de Bende van Nijvel en verscheen in 2011 het boek Het mysterie van de Britannic, gebaseerd op het zinken van het zusterschip van de Titanic in 1916. Voor De Witte Salamander die uitgebracht werd in 2005 werden zij genomineerd voor de Diamanten Kogel.
Op de vooravond van de opening van de Expo 58 wordt het in de betonnen fundering van het Atomium het tentoongestelde lichaam van Francois Vanderlinden gevonden. Hij is door kogels om het leven gebracht, tot afgrijzen van zijn vriendengroep, waaronder professor filosofie Jo Van Zweeveld en de politieagent Lucien en Jo zijn vriendin Anna. Voordat de politie zijn onderzoek kan starten zorgt Lucien ervoor dat beide als eerste op de plaats delict aanwezig kunnen zijn en zo start hun zoektocht naar de daders van deze laffe moord.
Francois was een belangrijk man in het welslagen van de Expo 58 en had veel contacten met plaatselijke maar ook internationale ondernemers die hun graantje mee wilden pikken met de populariteit van de Expo. In eerste instantie lijkt de moord daaraan gelinkt te zijn maar naarmate de drie dichter bij de waarheid dreigen te komen zijn ook hun levens niet zeker en blijkt de moord een complexere zaak te zijn dan gedacht.
Het boek begint met een filosofische tekst van Friedrich Nietzsche, wat in schril contrast staat met de eerste bladzijde waar twee moordenaars met donkere pakken en bolhoeden luisterend naar de naam Jansen en Jansen worden opgevoerd, gelijk aan de twee markante figuren uit Kuifje. En daar zit ook direct het tegenstrijdige aan het verhaal. Er worden grote problemen aangevoerd maar het thrillergehalte blijft op een beperkt niveau. Een groep vrienden die avonden organiseren waar filosofische vraagstukken worden bediscussieerd zijn hoofdrolspelers in het oplossen van een moord waar zelfs geheime diensten hun handen vol aan zouden hebben. En daar loopt het verhaal spaak.
De atmosfeer die Van Loock wil creëren is te abstract en het verhaal heeft meer weg van een stripboek, waarbij Guy Lefranc de hoofdrol in zou kunnen spelen.
Dat Van Loock weet waar ze over schrijft daar is geen twijfel over mogelijk en ze kan personages mooi en zuiver in haar verhaal plaatsen. Deze zijn niet plat maar komen in het boek prachtig tot leven maar dat is tevens het beste van het boek.
Het lijkt alsof Van Loock te veel zaken tegelijk in minder dan driehonderd pagina’s heeft willen plaatsen en aan het einde van het verhaal de touwtjes niet meer aan elkaar kon knopen. Dat leidt tot een rommelig en ongeloofwaardig einde van het verhaal wat eigenlijk nooit serieus op gang weet te komen.
Ann Van Loock heeft met De Expo 58 Moorden geprobeerd een verhaal te schrijven die deze Expo eer aan zou doen, maar dat is jammer genoeg niet geslaagd omdat ze haar verhaal niet in contrast kon krijgen met de haar beoogde hoofdrolspelers.
In 1900 werd de Eifeltoren het symbool van de tentoonstelling in Parijs en in 1958 werd het Atomium geopend, het paradepaardje van de Expo 58. Deze tentoonstelling is de basis voor het bij Lannoo verschenen boek van Ann van Loock met de titel De Expo 58 moorden, een verhaal waarbij deze Expo als uitgangspunt is gekozen om een fictief gegeven te verwerken met als achtergrond de tijdsgeest van 1958.
Dat dit uitgangspunt voor van Loock lastiger is dan verondersteld mag worden is na het lezen van de Expo 58 moorden wel duidelijk geworden. Als lezer krijgt men niet echt het gevoel om teruggezogen te worden in de naoorlogse en de in opbouw verkerende België. Maar lijkt het meer op een aan een geregen serie van weetjes en feitjes die niet zorgen voor een verhaal waar het gevoel van eind jaren vijftig voelbaar is.
Ann van Loock is een Vlaamse auteur die aan de Universiteit van Antwerpen Germaanse filologie en filosofie studeerde. Na haar studie volgde zij een studie aan de Vlaamse Vereniging voor Toneel en Scenarioschrijvers en schreef zij scenario’s voor de Belgische series Spring en Flikken, die te zien zijn geweest op de Belgische televisie en Nederlandse televisie. In 2004 maakte zij samen met de beoefenaar van extreme sporten Marc Sluszny hun gezamenlijke thrillerdebuut onder de naam Van Loock & Sluszny. Code Zwart was een verhaal gebaseerd op het levensverhaal van Marc Sluszny. Dit debuut werd direct genomineerd voor de Hercule Poirot prijs. De verhalen van dit duo waren altijd gebaseerd op waargebeurde feiten vermengd met fictie. Zo schreven ze in 2007 De Bende, gebaseerd op de Bende van Nijvel en verscheen in 2011 het boek Het mysterie van de Britannic, gebaseerd op het zinken van het zusterschip van de Titanic in 1916. Voor De Witte Salamander die uitgebracht werd in 2005 werden zij genomineerd voor de Diamanten Kogel.
Op de vooravond van de opening van de Expo 58 wordt het in de betonnen fundering van het Atomium het tentoongestelde lichaam van Francois Vanderlinden gevonden. Hij is door kogels om het leven gebracht, tot afgrijzen van zijn vriendengroep, waaronder professor filosofie Jo Van Zweeveld en de politieagent Lucien en Jo zijn vriendin Anna. Voordat de politie zijn onderzoek kan starten zorgt Lucien ervoor dat beide als eerste op de plaats delict aanwezig kunnen zijn en zo start hun zoektocht naar de daders van deze laffe moord.
Francois was een belangrijk man in het welslagen van de Expo 58 en had veel contacten met plaatselijke maar ook internationale ondernemers die hun graantje mee wilden pikken met de populariteit van de Expo. In eerste instantie lijkt de moord daaraan gelinkt te zijn maar naarmate de drie dichter bij de waarheid dreigen te komen zijn ook hun levens niet zeker en blijkt de moord een complexere zaak te zijn dan gedacht.
Het boek begint met een filosofische tekst van Friedrich Nietzsche, wat in schril contrast staat met de eerste bladzijde waar twee moordenaars met donkere pakken en bolhoeden luisterend naar de naam Jansen en Jansen worden opgevoerd, gelijk aan de twee markante figuren uit Kuifje. En daar zit ook direct het tegenstrijdige aan het verhaal. Er worden grote problemen aangevoerd maar het thrillergehalte blijft op een beperkt niveau. Een groep vrienden die avonden organiseren waar filosofische vraagstukken worden bediscussieerd zijn hoofdrolspelers in het oplossen van een moord waar zelfs geheime diensten hun handen vol aan zouden hebben. En daar loopt het verhaal spaak.
De atmosfeer die Van Loock wil creëren is te abstract en het verhaal heeft meer weg van een stripboek, waarbij Guy Lefranc de hoofdrol in zou kunnen spelen.
Dat Van Loock weet waar ze over schrijft daar is geen twijfel over mogelijk en ze kan personages mooi en zuiver in haar verhaal plaatsen. Deze zijn niet plat maar komen in het boek prachtig tot leven maar dat is tevens het beste van het boek.
Het lijkt alsof Van Loock te veel zaken tegelijk in minder dan driehonderd pagina’s heeft willen plaatsen en aan het einde van het verhaal de touwtjes niet meer aan elkaar kon knopen. Dat leidt tot een rommelig en ongeloofwaardig einde van het verhaal wat eigenlijk nooit serieus op gang weet te komen.
Ann Van Loock heeft met De Expo 58 Moorden geprobeerd een verhaal te schrijven die deze Expo eer aan zou doen, maar dat is jammer genoeg niet geslaagd omdat ze haar verhaal niet in contrast kon krijgen met de haar beoogde hoofdrolspelers.
Afbeelding
Marinus van de Velde
Ik ben Marinus van de Velde, van bouwjaar 1984. Ik mag mezelf de eigenaar noemen van ThrillZone! Ik lees al van jongs af aan. Mijn interesses liggen breed; Scandi, Nederlandstalig, spionage, maar ik vind Baldacci en Lee Child bijvoorbeeld ook geweldig. Lezen voor ThrillZone betekent soms het oprekken van je comfortzone en dat lukt goed!
In 1900 werd de Eifeltoren het symbool van de tentoonstelling in Parijs en in 1958 werd het Atomium geopend, het paradepaardje van de Expo 58. Deze tentoonstelling is de basis voor het bij Lannoo verschenen boek van Ann van Loock met de titel De Expo 58 moorden, een verhaal waarbij deze Expo als uitgangspunt is gekozen om een fictief gegeven te verwerken met als achtergrond de tijdsgeest van 1958.
Dat dit uitgangspunt voor van Loock lastiger is dan verondersteld mag worden is na het lezen van de Expo 58 moorden wel duidelijk geworden. Als lezer krijgt men niet echt het gevoel om teruggezogen te worden in de naoorlogse en de in opbouw verkerende België. Maar lijkt het meer op een aan een geregen serie van weetjes en feitjes die niet zorgen voor een verhaal waar het gevoel van eind jaren vijftig voelbaar is.
Ann van Loock is een Vlaamse auteur die aan de Universiteit van Antwerpen Germaanse filologie en filosofie studeerde. Na haar studie volgde zij een studie aan de Vlaamse Vereniging voor Toneel en Scenarioschrijvers en schreef zij scenario’s voor de Belgische series Spring en Flikken, die te zien zijn geweest op de Belgische televisie en Nederlandse televisie. In 2004 maakte zij samen met de beoefenaar van extreme sporten Marc Sluszny hun gezamenlijke thrillerdebuut onder de naam Van Loock & Sluszny. Code Zwart was een verhaal gebaseerd op het levensverhaal van Marc Sluszny. Dit debuut werd direct genomineerd voor de Hercule Poirot prijs. De verhalen van dit duo waren altijd gebaseerd op waargebeurde feiten vermengd met fictie. Zo schreven ze in 2007 De Bende, gebaseerd op de Bende van Nijvel en verscheen in 2011 het boek Het mysterie van de Britannic, gebaseerd op het zinken van het zusterschip van de Titanic in 1916. Voor De Witte Salamander die uitgebracht werd in 2005 werden zij genomineerd voor de Diamanten Kogel.
Op de vooravond van de opening van de Expo 58 wordt het in de betonnen fundering van het Atomium het tentoongestelde lichaam van Francois Vanderlinden gevonden. Hij is door kogels om het leven gebracht, tot afgrijzen van zijn vriendengroep, waaronder professor filosofie Jo Van Zweeveld en de politieagent Lucien en Jo zijn vriendin Anna. Voordat de politie zijn onderzoek kan starten zorgt Lucien ervoor dat beide als eerste op de plaats delict aanwezig kunnen zijn en zo start hun zoektocht naar de daders van deze laffe moord.
Francois was een belangrijk man in het welslagen van de Expo 58 en had veel contacten met plaatselijke maar ook internationale ondernemers die hun graantje mee wilden pikken met de populariteit van de Expo. In eerste instantie lijkt de moord daaraan gelinkt te zijn maar naarmate de drie dichter bij de waarheid dreigen te komen zijn ook hun levens niet zeker en blijkt de moord een complexere zaak te zijn dan gedacht.
Het boek begint met een filosofische tekst van Friedrich Nietzsche, wat in schril contrast staat met de eerste bladzijde waar twee moordenaars met donkere pakken en bolhoeden luisterend naar de naam Jansen en Jansen worden opgevoerd, gelijk aan de twee markante figuren uit Kuifje. En daar zit ook direct het tegenstrijdige aan het verhaal. Er worden grote problemen aangevoerd maar het thrillergehalte blijft op een beperkt niveau. Een groep vrienden die avonden organiseren waar filosofische vraagstukken worden bediscussieerd zijn hoofdrolspelers in het oplossen van een moord waar zelfs geheime diensten hun handen vol aan zouden hebben. En daar loopt het verhaal spaak.
De atmosfeer die Van Loock wil creëren is te abstract en het verhaal heeft meer weg van een stripboek, waarbij Guy Lefranc de hoofdrol in zou kunnen spelen.
Dat Van Loock weet waar ze over schrijft daar is geen twijfel over mogelijk en ze kan personages mooi en zuiver in haar verhaal plaatsen. Deze zijn niet plat maar komen in het boek prachtig tot leven maar dat is tevens het beste van het boek.
Het lijkt alsof Van Loock te veel zaken tegelijk in minder dan driehonderd pagina’s heeft willen plaatsen en aan het einde van het verhaal de touwtjes niet meer aan elkaar kon knopen. Dat leidt tot een rommelig en ongeloofwaardig einde van het verhaal wat eigenlijk nooit serieus op gang weet te komen.
Ann Van Loock heeft met De Expo 58 Moorden geprobeerd een verhaal te schrijven die deze Expo eer aan zou doen, maar dat is jammer genoeg niet geslaagd omdat ze haar verhaal niet in contrast kon krijgen met de haar beoogde hoofdrolspelers.