Razende storm is het vijfde deel in de Konrad-serie, geschreven door de IJslandse misdaadauteur Arnaldur Indriðason . Ditmaal is het werkelijk een opvallend verhaal, waarin een markante oude moord wordt opgehelderd.
Een vrouw ontdekt een Luger, een oud pistool, stiekem verborgen tussen de bezittingen van haar man zaliger. Ze besluit het wapen te bezorgen aan de politie. Het blijkt zelfs een moordwapen te zijn van een cold case uit 1955. De voormalige politieman Konrad krijgt dit te horen en het krijgt meteen zijn volle aandacht. Kan het toeval zijn dat zijn vermoorde vader een gelijkaardig pistool in zijn bezit heeft gehad? De gepensioneerde speurneus bijt zich vast in het verleden; met alle dramatische gevolgen van dien.
‘Konrad lag altijd met zijn gevoelens overhoop als het over zijn vader ging. Nooit was dat duidelijker gebleken dan toen Seppi bij de gebouwen van de slachterij aan Skúlagata werd gevonden – neergestoken.’
De auteur kon het niet blijven uitstellen: de mysterieuze moord op Seppi, Konráð’s vader, moest ooit opgehelderd worden. Jazeker, dit gebeurt (eindelijk!) in Razende storm. De manier waarop het geheel is opgebouwd, is typisch voor het oeuvre van Indridason. Hij werkt een solide plot uit, waarbij hij door middel van diverse perspectiefwisselingen, flashbacks en een aantal verhaallijnen, de lezer begeleid naar de waarheid. De fans zullen volop genieten van de ontwikkelingen die zich gaan voordoen.
In zijn vermaarde, doelgerichte schrijfstijl, zet de schrijver een geloofwaardig misdaadverhaal neer. Vierenzestig uitermate compacte hoofdstukken, knap vertaald door Adriaan Faber, beschrijven afwisselend het heden en verleden. Je bent verplicht om steeds bij de les te blijven. Het aantal personages dat wordt opgevoerd, ligt behoorlijk hoog. Dit alles kan de pret niet bederven; je bent in goede handen bij deze meesterverteller.
‘Weer was er een sneeuwstorm losgebroken, die op het gebouw neersloeg en het in winters duister wikkelde. De vlokken vormden sneeuwduinen en bleven liggen op de hekken en op de dicht op elkaar staande gebouwen, die door de oostenwind met rijp waren bedekt.’
Konrad en de belangrijkste karakters krijgen heel wat diepgang met zich mee, met een scherp oog voor de details. De getormenteerde ziel (Konráð) bijt zich halsstarrig vast in zijn zoektocht en hoopt alzo correcte aanknopingspunten te vinden. Je steekt bijvoorbeeld heel wat op over de figuur van Seppi; over het hoe, het waarom en door wie hij om het leven is gebracht.
Staat het boek niet bol van de suspense, deze manifesteert zich vooral onderhuids, toch is het constant genieten van de eerder traag uitgezette verwikkelingen. Pas richting het eind staat de spanningsboog strak gespannen. Op een filmische wijze wekt Indriðason het winterse decor tot leven. Uiteraard is IJsland, en Reykjavík in het bijzonder, een dankbare setting. Ook schrikt hij er niet voor terug, om zelfs passages over spiritistische bijeenkomsten (seances) in te lassen. Het is ietwat gedurfd, doch een vleugje mystiek is hier best wel op haar plaats. Op naar deel zes; of is het over en uit met deze bekoorlijke reeks?