Daniel Cole (1983) was, voordat hij full time auteur werd, ambulancebroeder. In die hoedanigheid maakte hij veel mee én weet hij hoe belangrijk kameraadschap en humor onder collega’s is. Cole werd bij het grote thrillerpubliek bekend met zijn Ragdoll-trilogie. De nieuwste telg, ook afspelend in dat universum, is Mimic.
Het is 1989. Politierechercheur Benjamin Chambers wordt naar een zeer luguber plaats delict gestuurd. In Hyde Park is een dode gevonden die de pose van ‘De Denker’ van Rodin heeft. Daar aan gekomen, moet Winters hem assisteren. Winters is zo groen als gras. Al snel vindt er nog een moord plaats. En daar samen aan gekomen, gebeurt het onvermijdelijke…
Inmiddels is het 1996 en dus zeven jaar later. Beide agenten, Chambers en Winters, hebben letterlijke en figuurlijke littekens overgehouden aan de jacht op de seriemoordenaar. Gepakt hebben ze hem echter nooit. De nieuwe ster aan het politiefirmament is Jordan Marshall. Zij vindt nieuwe sporen in de nooit opgeloste moordzaak en vraagt Chambers en Winters haar te assisteren. Dit ongewone driemanschap gaat aan de slag, op zoek naar een moordenaar die zijn slachtoffers in poses van beeldhouwwerken achterlaat.
Vanaf het begin van het boek pakt Mimic je bij de strot. Vooral de onderhuidse spanning is continu aanwezig. De lezer zal voelen dat deze moordzaak gewoon níét goed kan aflopen. In dat opzicht heeft het boek wel wat weg van de film Seven.
Mimic wordt bemenst door drie goed uitgewerkte, doch erg uiteenlopende personages. Winters en Chambers zijn getormenteerde agenten, waarbij Chambers de oude brompot is. Marshall is de rijzende ster en zit vol ambitie en energie. Zij weet haar collega’s op sleeptouw te nemen, maar; ook zij maakt fouten en dat komt het drietal een aantal keren bijna duur te staan.
Cole heeft een aanstekelijke, beeldende schrijfstijl. Zijn hoofdstukken zijn doorspekt van Britse humor, die het naargeestige soms wat luchtiger weet te maken. De beeldende schrijfstijl zorgt echter ook voor wat anders; de plaatsen delict worden erg letterlijk en beeldend beschreven, waardoor de lezer soms even zal moeten slikken. Het genre waarin Cole zich begeeft, is helder; Mimic is een echte 'serial killer' thriller.
Wie de moordenaar is, is op 2/3 van het boek wel duidelijk. Dat zorgt echter niet voor een afnemende spanning, want de moordenaar is het speurderstrio steeds een stap voor. En de vraag is waar dat uiteindelijk toe zal leiden. Dit is maar weinig auteurs gegeven, dat de spanning niet wordt veroorzaakt door de vraag whodunnit maar whereshallthisleadto?
De vraag na Mimic is ook; komen Marshall, Chambers en Winters ook nog terug in opvolgende delen? Wat ons betreft kan dit zeker, want er zit een goede chemie tussen deze personages.
Mimic laat zien waarom Cole zo’n begenadigde thrillerauteur is; zijn beeldende schrijfstijl, gecombineerd met een spannend plot en aansprekende hoofdpersonen, zorgt voor een 'serial killer' thriller die onder je huid kruipt. Je zult nooit meer normaal naar De Denker kunnen kijken…