Dennis Lehane is binnen het thrillerlandschap een bekende naam. De van oorsprong Ierse Amerikaan bracht ons juweeltjes als Gone Baby Gone, Mystic River en Shutter Island. Niet geheel toevallig zijn deze toptitels ook door Hollywood verfilmd. Dat hij talent heeft, blijkt dus wel. En dat hij vaak Boston als achtergrond voor zijn thrillers neemt, komt hem goed uit: hij woont er al jaren en kent de stad van binnen en buiten.
De infiltrant speelt zich af in Boston tijdens de roerige jaren na de Eerste Wereldoorlog, ook wel het Interbellum genaamd (1918-). Het is een tijd van armoede, inflatie en de opkomst van anarchisme en communistische groeperingen. Het boek bestaat eigenlijk uit de verhaallijnen van drie personages. Babe Ruth is de eerste, de wereldberoemde honkballer en bij de Boston Red Sox speelt. Dan is er Danny Coughlin, een politieagent die een mooie carrière tegemoet gaat maar die in gevaar brengt door in zee te gaan met de militante kant van de politievakbond. Als laatste is er Luther Lawrence, een zwarte arbeider die het moeilijk heeft in het racistische Amerika. Wat deze personages met elkaar te maken hebben, wordt gedurende de 655 pagina’s die het boek telt, uit de doeken gedaan.
Dennis Lehane is een begenadigd schrijver, dat weten we al langer. Maar wat hij met De Infiltrant voor elkaar heeft gekregen, slaat alles. Je moet echter wel even op je tanden bijten, want het verhaal komt moeizaam op gang. Dit komt door het feit dat Lehane alles in een gedetailleerdheid beschrijft zoals je dat maar weinig tegenkomt. Hij brengt het Boston van die tijd echt tot leven, waardoor je jezelf in de straten waant terwijl de sfeer enorm grimmig is en de politie ook nog eens dreigt te gaan staken. De titel ‘thriller’ verdient Lehane’s meesterwerk op zich wel, maar thrillerepos dekt de lading misschien wel beter. Het is een minutieus uitgeschreven verhaal die nergens de vaart van een sneltrein haalt, maar eerder het dieseltreintje dat de route met voorbedachten rade aflegt en daardoor passagiers de kans geeft de prachtige omgeving te bekijken. Wat overblijft, is een boek dat je nog lang bijblijft, al heb je hem niet binnen een week uit.

De infiltrant speelt zich af in Boston tijdens de roerige jaren na de Eerste Wereldoorlog, ook wel het Interbellum genaamd (1918-). Het is een tijd van armoede, inflatie en de opkomst van anarchisme en communistische groeperingen. Het boek bestaat eigenlijk uit de verhaallijnen van drie personages. Babe Ruth is de eerste, de wereldberoemde honkballer en bij de Boston Red Sox speelt. Dan is er Danny Coughlin, een politieagent die een mooie carrière tegemoet gaat maar die in gevaar brengt door in zee te gaan met de militante kant van de politievakbond. Als laatste is er Luther Lawrence, een zwarte arbeider die het moeilijk heeft in het racistische Amerika. Wat deze personages met elkaar te maken hebben, wordt gedurende de 655 pagina’s die het boek telt, uit de doeken gedaan.
Dennis Lehane is een begenadigd schrijver, dat weten we al langer. Wat hij met De Infiltrant voor elkaar heeft gekregen, slaat echter alles. Je moet echter wel even op je tanden bijten, want het verhaal komt moeizaam op gang. Dit komt echter door het feit dat Lehane alles in een gedetailleerdheid beschrijft zoals je dat maar weinig tegenkomt. Hij brengt het Boston van die tijd echt tot leven, waardoor je jezelf in de straten waant terwijl de sfeer enorm grimmig is en de politie ook nog eens dreigt te gaan staken. De titel ‘thriller’ verdient Lehane’s meesterwerk op zich wel, maar thrillerepos dekt de lading misschien wel beter. Het is een minutieus uitgeschreven verhaal die nergens de vaart van een sneltrein haalt, maar eerder het dieseltreintje dat de route met voorbedachten rade aflegt en daardoor passagiers de kans geeft de prachtige omgeving te bekijken. Wat overblijft, is een boek dat je nog lang bijblijft, al heb je hem niet binnen een week uit.