Dirk Speelman is classicus en computerlinguïst. Tevens is hij professor taalkunde aan de KU Leuven. In 2020 debuteerde hij als fictieschrijver met Rode nevel, waarvan je de recensie elders op onze site vindt. Met Týr laat hij een krachtige AI-computer los op de juridische wereld.
Professor Hans Forsberg staat in de nabije toekomst op het punt geschiedenis te schrijven. Zijn revolutionaire software is eindelijk klaar om de rechtspraak definitief het tijdperk van de artificiële intelligentie binnen te loodsen. Het zou daarmee afgelopen moeten zijn met steenrijke criminelen en zakenlui die keer op keer de dans ontspringen. De eerste rechtszaak met het nieuwe systeem wacht op een ultieme vuurdoop. Maar dan slaat het noodlot toe. Is Týr wel zo betrouwbaar als de wetenschappers beweren? Want zonder harde bewijzen iemand beschuldigen van moord, dat kan natuurlijk niet. De vraag is dan ook of de mensheid wel klaar is voor de snelle opmars van AI. En ook, wie heeft Oumar daadwerkelijk vermoord?
Desinformatie en valse berichtgeving worden aan de kaak gesteld in dit boek over artificiële intelligentie, een insteek die maar wat actueel is. Het gaat over wantrouwig staan tegenover technologie. De schrijver weet met dit onderwerp eigenlijk meteen te intrigeren, en dat laat hij zien door een scene te beschrijven, die suggereert dat er zogenoemde gezondheidsrobots voor een betere gezondheid gaan zorgen. Deze robots meten wat het menselijk lichaam op dat moment nodig heeft, en aan de hand daarvan worden er maaltijden bereidt. Dit wekt bij enkele karakters uiteraard eerst nog sceptische blikken op, maar ook verwondering en een bescheiden nieuwsgierigheid. Deze ontwikkeling in technologie wekt tevens een lichte vorm van nonchalance bij de personages op, en deze insteek van toekomstige snufjes zullen lezers moeiteloos fascineren. Ook komen er andere technische hebbedingetjes voorbij, zoals de ID- ring, welke allemaal interessant is om over te lezen. Langzaam maar zeker wordt duidelijk dat er door de jaren heen ook medische software in de menselijke lichamen is gestopt. Ook dit is heel fascinerend, maar ook een tikje beangstigend.
De problematiek in het klimaat wordt eerst subtiel maar zeer stellig aangekaart: Op Cyprus zou het in deze tijdsgeest inmiddels heter dan de hel zijn, waardoor in die contreien dus niets meer kan groeien. Een tegenstrijdig ander voorbeeld is hoe men nu met de vele regenval omgaat: Gigantische boomstammen vangen het regenwater op, zodat er in de stad nooit water verspild wordt. Het boek is dus doorspekt met dit soort briljante ideeën voor de toekomst, en het zet de lezer dan ook stevig aan het denken als het om het klimaat gaat. Over hoe men de planeet blijft belasten met transport is nog zo’n voorbeeld. Er worden dan ook veel pijnpunten onder de loep gelegd, en dat de natuur een geduchte tegenstander kan zijn.
Allemaal mooi verwoord met sterke inzichten, maar op een gegeven moment gaat de oplettende lezer wel merken dat deze details voor het grootste deel slechts bijzaak kunnen zijn. Wat hebben al deze klimaatproblemen te maken met een moordzaak die door de AI- software, Týr genaamd, zal worden berecht? Er zit net voldoende spanning in het moment dat deze moord plaatsvindt, echter op het moment dat Týr ingezet wordt, had het wat sneller to-the-point mogen komen. De technologie die Speelman omschrijft, is dan wel bijzonder intrigerend uit de verf gekomen. Het is wellicht raadzaam om alvast enige kennis te hebben van AI, wil men bepaalde eindjes aan elkaar kunnen knopen, wanneer het om bepaalde gebeurtenissen gaat, want soms krijgen lezers de indruk dat de auteur een te bescheiden uitleg geeft. Daarnaast kan het zijn dat bepaalde feiten er bij de lezer nog niet helemaal ingaan.
Pas in de laatste honderd bladzijden lijkt het op een hele, logische manier samen te komen, op zijn plaats te vallen, en worden er meer details ontrafeld. Op die manier wordt duidelijk waarom Týr tot die ene conclusie is gekomen. Een knap staaltje technologische toekomst schrijven, met een bijzondere twist.