Domenica de Rosa is een Brits auteur die, na enige jaren te hebben gewerkt als redacteur en uitgeefdirecteur kinderboeken voor Harper Collins, in 1998 besloot haar eigen dromen na te jagen. Onder eigen naam publiceerde ze eerst een aantal romans over Italië, families en identiteit. Maar geïnspireerd door een verhaal verteld door haar echtgenoot, een archeoloog, ontwikkelde zich snel een verhaal in haar hoofd dat in 2009 resulteerde in Dodencirkel. Dat was de start van een misdaadserie met forensisch archeoloog Ruth Galloway in de hoofdrol en meteen de geboorte van het pseudoniem Elly Griffiths als misdaadauteur.
Doden zonder naam, het inmiddels zesde deel in de serie, start wanneer Galloway op het terrein van Norwich Castel stuit op de botten van wat Jemina Green zou kunnen zijn. Green, bijgenaamd Mother Hook, werd in het Victoriaans tijdperk verdacht van vijfvoudige kindermoord en in Norwich Castel - dat toen fungeerde als gevangenis - opgehangen en begraven. De vondst is sensationeel en, nog voor er zekerheid is over de echte identiteit, is het televisieprogramma ‘Woman who Kill’geïnteresseerd in een aflevering rond deze mythische figuur.
Niet zo voor inspecteur Harry Nelson. Hij heeft de handen druk met een zaak rond een gezin van wie, na de eerste twee kinderen, ook het derde zoontje onder verdachte omstandigheden om het leven kwam. Drie maal wiegendood in eenzelfde gezin ? Dat kan geen toeval zijn en zijn team zet alles op alles om de waarheid naar boven te halen. Maar dan wordt een ander kind vermist…
Doden zonder naam is een knap opgebouwde whodunnit, waarbij Griffiths waargebeurde feiten uit het verleden combineert met pure fictie en de lezer zo een inzicht biedt in onder meer het gevangeniswezen tijdens de regeerperiode van Koningin Victoria (1837 tot 1901). De tijd van het ‘separate system’ (het complete scheiden van gevangenen) en het bestaan van ‘resucceration men’ (lijkenrovers) die desnoods zelf tot moorden overgingen om lichamen beschikbaar te kunnen stellen voor experimenteel onderzoek.
Het verhaal kent een vrij trage start. Griffiths neemt ruimschoots de tijd om de verschillende verhaallijnen uit te bouwen, maar dit weliswaar zonder te vervelen. Door haar expressieve manier van schrijven maakt Griffiths de lezer een stille getuige van de feiten die zich één voor één ontrollen en geeft ze haarzelf ondertussen de kans om via verschillende gebeurtenissen uit het verleden de onderlinge verhoudingen tussen verschillende hoofdpersonages te verduidelijken. Dit maakt dit zesde deel ook begrijpbaar voor nieuwe lezers. (voor hen die nog meer info zouden wensen: op het einde van het boek is een beknopte van Ruth Galloway voorzien).
Halverwege Doden zonder naam, bij de verdwijning van een tweede kind, schakelt het verhaal een versnelling hoger. Niet geforceerd, maar logisch verantwoord door de eerder opgebouwde gebeurtenissen. De lezer is zich ondertussen bewust van de spelende urgentie en zal vanaf dan het boek nog moeilijk aan de kant kunnen leggen. In een hoog tempo , Griffiths weet echt wel waar ze mee bezig is, gaat het richting een enerverende ontknoping waarin alle eerdere verhaallijnen naadloos in elkaar overgaan.
We kunnen ons dan ook enkel maar verheugen met het feit dat Uitgeverij De Fontein besloten heeft de volgende delen ook op de Nederlandstalige markt uit te brengen (‘The outcast dead’ verscheen reeds in 2014), hopelijk in een even voortreffelijke vertaling door Janet Limonard-Harkink. Boeiende verhaallijnen, intrigerende personages en een knap uitgewerkt plot. Meer is er echt niet nodig om het hart van een thrillerliefhebber sneller te doen slaan.
De start van een passie voor spannende literatuur. Robin Cook en John Grisham behoorden, na de eerder genoemde Stephen King, tot de eerste favorieten, waarna de smaak steeds breder werd en na verloop van tijd steeds meer en meer ging toeleggen op de psychologische thrillers van oa Karin Fossum en Arnaldur Indridason.
Andere favorieten: RJ Ellory, Pierre Lemaitre, Sebastian Fitzek, Bernard Minier en Joseph Knox en dichter bij huis Hilde Vandermeeren en Anja Niewierra. Niet toevallig allemaal auteurs die met weinig woorden de lezer een verhaal kunnen intrekken en uitblinken in sfeerschepping en uitwerking van personages. Al moeten ook zij ook mijn kritische stem overwinnen en is,zoals voor elke ander auteur, het ene boek het ander niet.
Naast thrillers gaat mijn leestijd, mede door mijn achtergrond als maatschappelijk werker, ook uit naar goed onderbouwde true crime, waarbij mijn interesse voornamelijk ligt bij het psychologische. Sensationele feiten en gruwelijke details zijn niet aan mij besteed, het hoe en waarom des te meer. Mijn vriend de seriemoordenaar (The stranger beside me) van wijlen Ann Rule blijft op dat vlak voor mij een meesterwerk.