Spannende boeken die deels bestaan uit feiten en deels uit fictie, kunnen vaak bogen op verhoogde lezersaandacht. Een van de redenen is de vermeende waarheid die in deze boeken schuilt al weet je als lezer niet altijd wat nu de feiten zijn en welke onderdelen uit de fantasierijke geest van de auteur zijn getreden. In dit geval uit de geest van de Vlaamse veelkunner Guy Prieels. Als kleinkunstenaar, makelaar en kunsthandelaar heeft hij al een heel leven achter zich liggen. Maar ook liggen een aantal romans en een enkele misdaadroman achter hem en verblijdt hij zijn fans na zijn weergaloze De wraak van meneer Jules (recensie hier) wederom met een spannende misdaadroman, Bloedbroeders.
De 1e wereldoorlog loopt op zijn einde en het is in die periode dat René Verstuyft geen zin meer heeft in de militaire wereld en deserteert uit het Belgische leger. Hij komt via zijn broer Edmond, alias Mon in aanraking met een amateuristisch opererend clubje criminelen waar Raymond Van Hoe leiding aan geeft. Zonder veel inspanning neemt René de leiding over en vanaf dat moment opereert er een bende door Vlaanderen die dood en verderf zaait. In drie maanden vinden er 8 roofovervallen met evenveel moorden in de regio Gent plaats en het is ook daar dat een speciaal politiekorps met hoofdcommissaris Michel Moors aan de leiding, wordt samengesteld. Het heeft maar een opdracht, de bende van Tijger Verstuyft stoppen en de daders inrekenen. Makkelijker kan het niet zijn.
In het nawoord van Bloedbroeders vertelt Prieels dat de belangrijkste namen in de bende echt hebben bestaan en wat uiteindelijk hun lot is geweest. Daarvoor speelt zich een ernstig maar ook vermakelijk verhaal af. In zijn bekende stijl vertelt de auteur het ontstaan en de verdere ontwikkeling van de in België bekende roversbende. Ook hun eigen leven wordt niet verborgen gehouden maar aan het papier toevertrouwd. De periode waarin het zich allemaal afspeelt is er een zonder snelle auto’s en moderne communicatiemiddelen maar met vervoersmiddelen die voornamelijk bestaan uit paarden, fietsen en/of voetgangers. Tegen die achtergrond speelt zich dit historische verhaal af, een bende die zich voornamelijk op de fiets verplaatst.
Prieels heeft een zeer kleurrijk taalgebruik en toont dat ook breed in Bloedbroeders. Dat maakt het verhaal, dat eigenlijk dramatisch behoort te zijn, vaak enigszins spottend en lachwekkend. Maar levert wel een flink aandeel leesplezier en daar is het voor lezers feitelijk toch om te doen. De vele overvallen die plaatsvinden nadat iemand de bende informeert over waardevolle eigendommen bij het potentiële slachtoffer, zijn veelal op zichzelf staande korte verhalen. En zo worden ze ook gelezen. Het zijn de stukjes privélevens van sommige bendeleden en de vorming van de politiemacht om de roofovervallen en –moorden te doen stoppen, die als verbindende tekst kunnen worden gezien. De door de auteur opgesomde bronnen waar hij zijn informatie heeft gehaald, kan als bewijslast dienen dat hij zich vooraf goed heeft ingelezen in de materie. Vooral de wat oudere Vlaamse lezers zullen er een aantal bekende passages in herkennen, voor de Nederlandstalige noorderburen leest het als een jarenlange plaag die echt wel ernstig is geweest maar door het taalgebruik van de auteur meer als jongensavontuur, met de nodige spot en humor is beschreven. Dus in dit verband goed voor het leesplezier!
De 1e wereldoorlog loopt op zijn einde en het is in die periode dat René Verstuyft geen zin meer heeft in de militaire wereld en deserteert uit het Belgische leger. Hij komt via zijn broer Edmond, alias Mon in aanraking met een amateuristisch opererend clubje criminelen waar Raymond Van Hoe leiding aan geeft. Zonder veel inspanning neemt René de leiding over en vanaf dat moment opereert er een bende door Vlaanderen die dood en verderf zaait. In drie maanden vinden er 8 roofovervallen met evenveel moorden in de regio Gent plaats en het is ook daar dat een speciaal politiekorps met hoofdcommissaris Michel Moors aan de leiding, wordt samengesteld. Het heeft maar een opdracht, de bende van Tijger Verstuyft stoppen en de daders inrekenen. Makkelijker kan het niet zijn.
In het nawoord van Bloedbroeders vertelt Prieels dat de belangrijkste namen in de bende echt hebben bestaan en wat uiteindelijk hun lot is geweest. Daarvoor speelt zich een ernstig maar ook vermakelijk verhaal af. In zijn bekende stijl vertelt de auteur het ontstaan en de verdere ontwikkeling van de in België bekende roversbende. Ook hun eigen leven wordt niet verborgen gehouden maar aan het papier toevertrouwd. De periode waarin het zich allemaal afspeelt is er een zonder snelle auto’s en moderne communicatiemiddelen maar met vervoersmiddelen die voornamelijk bestaan uit paarden, fietsen en/of voetgangers. Tegen die achtergrond speelt zich dit historische verhaal af, een bende die zich voornamelijk op de fiets verplaatst.
Prieels heeft een zeer kleurrijk taalgebruik en toont dat ook breed in Bloedbroeders. Dat maakt het verhaal, dat eigenlijk dramatisch behoort te zijn, vaak enigszins spottend en lachwekkend. Maar levert wel een flink aandeel leesplezier en daar is het voor lezers feitelijk toch om te doen. De vele overvallen die plaatsvinden nadat iemand de bende informeert over waardevolle eigendommen bij het potentiële slachtoffer, zijn veelal op zichzelf staande korte verhalen. En zo worden ze ook gelezen. Het zijn de stukjes privélevens van sommige bendeleden en de vorming van de politiemacht om de roofovervallen en –moorden te doen stoppen, die als verbindende tekst kunnen worden gezien. De door de auteur opgesomde bronnen waar hij zijn informatie heeft gehaald, kan als bewijslast dienen dat hij zich vooraf goed heeft ingelezen in de materie. Vooral de wat oudere Vlaamse lezers zullen er een aantal bekende passages in herkennen, voor de Nederlandstalige noorderburen leest het als een jarenlange plaag die echt wel ernstig is geweest maar door het taalgebruik van de auteur meer als jongensavontuur, met de nodige spot en humor is beschreven. Dus in dit verband goed voor het leesplezier!
Afbeelding
Marinus van de Velde
Ik ben Marinus van de Velde, van bouwjaar 1984. Ik mag mezelf de eigenaar noemen van ThrillZone! Ik lees al van jongs af aan. Mijn interesses liggen breed; Scandi, Nederlandstalig, spionage, maar ik vind Baldacci en Lee Child bijvoorbeeld ook geweldig. Lezen voor ThrillZone betekent soms het oprekken van je comfortzone en dat lukt goed!
De 1e wereldoorlog loopt op zijn einde en het is in die periode dat René Verstuyft geen zin meer heeft in de militaire wereld en deserteert uit het Belgische leger. Hij komt via zijn broer Edmond, alias Mon in aanraking met een amateuristisch opererend clubje criminelen waar Raymond Van Hoe leiding aan geeft. Zonder veel inspanning neemt René de leiding over en vanaf dat moment opereert er een bende door Vlaanderen die dood en verderf zaait. In drie maanden vinden er 8 roofovervallen met evenveel moorden in de regio Gent plaats en het is ook daar dat een speciaal politiekorps met hoofdcommissaris Michel Moors aan de leiding, wordt samengesteld. Het heeft maar een opdracht, de bende van Tijger Verstuyft stoppen en de daders inrekenen. Makkelijker kan het niet zijn.
In het nawoord van Bloedbroeders vertelt Prieels dat de belangrijkste namen in de bende echt hebben bestaan en wat uiteindelijk hun lot is geweest. Daarvoor speelt zich een ernstig maar ook vermakelijk verhaal af. In zijn bekende stijl vertelt de auteur het ontstaan en de verdere ontwikkeling van de in België bekende roversbende. Ook hun eigen leven wordt niet verborgen gehouden maar aan het papier toevertrouwd. De periode waarin het zich allemaal afspeelt is er een zonder snelle auto’s en moderne communicatiemiddelen maar met vervoersmiddelen die voornamelijk bestaan uit paarden, fietsen en/of voetgangers. Tegen die achtergrond speelt zich dit historische verhaal af, een bende die zich voornamelijk op de fiets verplaatst.
Prieels heeft een zeer kleurrijk taalgebruik en toont dat ook breed in Bloedbroeders. Dat maakt het verhaal, dat eigenlijk dramatisch behoort te zijn, vaak enigszins spottend en lachwekkend. Maar levert wel een flink aandeel leesplezier en daar is het voor lezers feitelijk toch om te doen. De vele overvallen die plaatsvinden nadat iemand de bende informeert over waardevolle eigendommen bij het potentiële slachtoffer, zijn veelal op zichzelf staande korte verhalen. En zo worden ze ook gelezen. Het zijn de stukjes privélevens van sommige bendeleden en de vorming van de politiemacht om de roofovervallen en –moorden te doen stoppen, die als verbindende tekst kunnen worden gezien. De door de auteur opgesomde bronnen waar hij zijn informatie heeft gehaald, kan als bewijslast dienen dat hij zich vooraf goed heeft ingelezen in de materie. Vooral de wat oudere Vlaamse lezers zullen er een aantal bekende passages in herkennen, voor de Nederlandstalige noorderburen leest het als een jarenlange plaag die echt wel ernstig is geweest maar door het taalgebruik van de auteur meer als jongensavontuur, met de nodige spot en humor is beschreven. Dus in dit verband goed voor het leesplezier!