Holly Black (1971) is een Amerikaanse bestsellerauteur van fantasyverhalen voor kinderen en volwassenen. Haar werk is in meer dan 30 landen verschenen. Haar bekendste series zijn De Spiderwick Kronieken, waarvan het eerste deel in 2003 verscheen, om vervolgens in 2008 een boekverfilming te krijgen. De young adult-reeks De vloekwerkers was de serie die daarop volgde, waarvan het eerste deel Witte Kat in 2010 werd gepubliceerd. Verder werd de schrijfster bekend door haar Magisterium-serie, en de Elfhame-serie. In 2021 volgde de Faerie-serie, waarvan IJzer dus het derde deel is. Voorafgaand zagen Water en Bloed in deze serie het levenslicht. Wanneer je hierboven op Serie: Faerie klikt, kom je bij onze andere recensies.
In de serie van de Faerie blijken elfen sinistere, verwilderde schepsels te zijn, die enkel chaos aanrichten. En met een beetje pech, kan deze chaos je het leven kosten, is gebleken.
Kaye heeft ontdekt dat ze een wisselkind is. Voordat ze haar moeder hiervan probeert te overtuigen, verklaart ze in een dronken bui de liefde voor Roiben, de nieuwe, pas gekroonde elfenkoning, die haar vervolgens op een onmogelijke queeste stuurt. Al snel blijkt dat hij dit met een hele goede reden heeft gedaan. Als ze faalt, zal hem nooit meer kunnen zien of spreken. Alles hangt dus af van datgene wat niet bestaat: een Faerie die een leugen kan vertellen. Kan ze hem deze opmerkelijke elf brengen? Zal ze in haar queeste slagen?
Kaye besluit hierop naar huis te gaan en de waarheid aan haar moeder te vertellen. De reactie van haar moeder laat Kaye naar de Fairiewereld terugkeren, om het mensenkind te vinden waarmee zij is verwisseld. Het hof van de Faeries staat stijf van de intriges en leugens. Kan Kaye zich ontdoen van haar rol als pion in een veel groter complot? En wat is Loeties rol, de kleine pixie die haar hoort te beschermen, in een machtsspel van wapens in een koninkrijk vol macht?
De lezer volgt in IJzer Kaye, die zeker niet menselijk is. Ze wil maar een ding: de toekomstige elfenkoning. Door haar ongereptheid ten opzichte van hem, blijft ze overwegend met een onmogelijke opdracht zitten, iets dat overkomt als een klassiek doel in de fantasy.
Elk hoofdstuk start met een passende quote uit bestaande teksten en boeken. De verhaallijn is in dezelfde lyrische stijl als de vorige twee boeken geschreven, en is los te lezen, ook al zijn er wel enkele verwijzingen naar de voorafgaande delen in de serie. Voor wie niet helemaal bekend met de serie is, kan dit nogal een uitdaging vormen, zeker wanneer men niet nog niet zo in het elfenthema thuis is, dus wanneer men nog maar net met het thema kennis maakt. De termen Onseeliehof en Seeliehof kunnen namelijk nogal voor wat verwarring zorgen, want de auteur legt niet altijd uit wat de verschillen tussen deze twee duidingen zijn, en of het nog verdere betekenis heeft. In het eerste boek werd er wel even over gerept, maar werden deze duidingen nog niet helemaal duidelijk bevonden:
“Het is bijna altijd waar dat de Onseeliehoven erger zijn,” aldus personage Loetie in Water, het eerste Faerie-boek. Alles wat de lezer hieruit op kan maken, is dat het duidingen zijn van machtsvertoon onder het elfenvolk. Het blijven dus vage omschrijvingen die Black hanteert.
De thema’s onzekerheid en faalangst zijn dan wel weer goed naar voren gekomen. De auteur schrijft meer in beelden dan in emoties, en deze blijven ondanks dat het duidelijk is geworden dat het om faalangst en onzekerheid gaat, aan de oppervlakkige kant. Meer emoties kan de lezer dan ook niet echt ontdekken, ondanks dat er wel iets van gevoel in doorkomt. Hoewel de wereld waarin het zich afspeelt nevelig blijft, en lezers hiernaar blijven gissen, zijn de personages wel uitbundig, vol glitter en glamour beschreven. De lezer zal geen moeite hebben met de beeldvorming van de karakters, en dit kan misschien een beetje te overdreven overkomen. Ze kunnen dus te veel van het goede zijn, zolang er ook verder geen serieuze, verdere emoties in het spel zijn. De personages blijven zogezegd wat achter en enigszins onderontwikkeld. Dat kan ook wel eens lekker zijn, hoewel het de lezer niet uitzonderlijk bedachtzaam maakt.
IJzer is eigenlijk net zoals het karakter van de elf in het verhaal: mooi aan de buitenkant, maar niet helemaal zuiver van inhoud. Van de verhaallijn moet de lezer wel leren houden, anders werkt het gewoonweg niet. Het is dan ook niet voor iedereen weggelegd, vooral omdat een sterk plot ook erg moeilijk te ontdekken valt. De lezer begrijpt het, of helemaal niet. Lezers kunnen daardoor de interesse na verloop van tijd in het verhaal verliezen. Waarbij men in het eerste boek nog wel eens door de vingers ziet dat de verhaallijn nog een beetje mysterieus blijft, heeft IJzer eigenlijk geen enkel excuus hierin nog altijd vaag te blijven. De lezer mag kunnen verwachten dat in de latere delen het verhaal beter zal worden uitgewerkt, en langzaam maar zeker meer ontwikkeld zal worden.
Het lijkt erop dat IJzer op hetzelfde niveau is blijven hangen van zijn voorgangers. In het algemeen genomen kan de serie klinkklare tijdsverspilling zijn, en dat is ronduit betreurenswaardig.