De kans dat je als thrillerliefhebber vroeg of laat met het werk van James Patterson geconfronteerd wordt is beduidend hoger dan de kans op het winnen van het minimale bedrag bij aankoop van een willekeurig kraslot. Deze Amerikaanse veelschrijver, hij wordt ook wel eens spottend een schrijffabriek genoemd, heeft een bibliografie om U tegen te zeggen: 18 verschillende boekseries waarvan de Alex Cross en Women’s Murder Club serie bij ons het meest gekend zijn, talloze standalones en samenwerkingen met onder meer Liza Marklund, J.D. Barker, Bill Clinton en Dolly Parton.
Dat Patterson in vele gevallen de boeken niet volledig zelf schrijft en vooral fungeert als een soort van mentor die de grote lijnen uitzet en vervolgens bijstuurt daar waar nodig is geen publiek geheim. Een uitzondering hierop is de Alex Cross-serie die hij volledig in handen blijft houden. Triple Cross, het inmiddels dertigste (30ste !) deel van deze populaire serie verscheen onlangs bij Cargo in een vertaling door Waldemar Noë.
Triple Cross wordt voorafgegaan door een nieuwsgierig makende proloog, waarna het eigenlijke verhaal van start gaat en alle vertrouwde personages één voor één hun opwachting maken. Cross, Sampson en Mahoney hebben de handen vol aan een nietsontziende seriemoordenaar. ‘Family Man’, zoals de media de moordenaar is gaan noemen, lijkt wel de perfecte moordenaar: sporen worden op een plaats delict nooit gevonden. Cross en co staan voor een compleet raadsel. Wie is deze moordenaar en waarom heeft deze het gemunt op complete gezinnen, waarbij ook onschuldige kinderen niet gespaard worden ?
Ondertussen is Bree Stone als een soort van veredelde privédetective aan de slag bij de Bluestone Group. Zij krijgt van een anonieme opdrachtgever de taak zich te verdiepen in een geseponeerde en verzegelde zaak rond modeontwerpster Frances Duchaine, een opdracht waarvoor ze zich moet onderdompelen in een voor haar onbekende wereld en zo voor de nodige uitdagingen komt te staan.
Zoals gekend bij Patterson, gaat ook Triple Cross opnieuw voortvarend van start. De verschillende verhaallijnen worden snel uitgezet, waarna de lezer meegenomen wordt op een rollercoaster van gebeurtenissen die enkel tot rust komen ten huize Cross, waar Alex en Bree even tot adem kunnen komen in aanwezigheid van de kinderen en ondertussen genieten van de heerlijkste gerechten hun voorgeschoteld door de eeuwig jong blijvende hoogbejaarde Nana Mama.
Niets nieuws onder de zon dus, wat niet wil zeggen dat er als lezer niet te genieten valt. Patterson is er deze keer in geslaagd een meer dan boeiend verhaal uit zijn pen te toveren, alsof hij voor deze 30ste het onderste uit de kan wou halen.
De zaak van Cross is intrigerend – bestaat de perfecte moordenaar wel ? – en wordt alleen maar spannender wanneer een populair true crime auteur, die in Family Man het perfecte onderwerp ziet voor een nieuw boek, zich met de zaak komt moeien. De zaak Van Bree complexer en gevaarlijker dan op het eerste zicht lijkt. Beide zaken worden afwisselend in de voor Patterson typerende korte hoofdstukken op de lezer afgevuurd en net wanneer die denkt het uiteindelijk wel te weten, komt er een nieuwe twist die alles op zijn kop zet.
Eindigen doet Patterson met een bommetje, die nu al doet uitkijken naar een volgend deel of perfect kan dienen als eindpunt voor deze populaire serie, al hebben we een stil vermoeden dat dit laatste niet het geval zal zijn.
Hoewel niet vernieuwend is Triple Cross een perfect staaltje vakmanschap, een soort van masterclass thriller schrijven, dat garant staat voor enkele uren puur leesplezier. Dat het boek tevens één van de beste recente delen in een omvangrijke serie is geworden kunnen we enkel toejuichen en we zijn dan ook meer dan benieuwd wat Patterson in de toekomst nog voor zijn lezers in petto zal hebben.
De start van een passie voor spannende literatuur. Robin Cook en John Grisham behoorden, na de eerder genoemde Stephen King, tot de eerste favorieten, waarna de smaak steeds breder werd en na verloop van tijd steeds meer en meer ging toeleggen op de psychologische thrillers van oa Karin Fossum en Arnaldur Indridason.
Andere favorieten: RJ Ellory, Pierre Lemaitre, Sebastian Fitzek, Bernard Minier en Joseph Knox en dichter bij huis Hilde Vandermeeren en Anja Niewierra. Niet toevallig allemaal auteurs die met weinig woorden de lezer een verhaal kunnen intrekken en uitblinken in sfeerschepping en uitwerking van personages. Al moeten ook zij ook mijn kritische stem overwinnen en is,zoals voor elke ander auteur, het ene boek het ander niet.
Naast thrillers gaat mijn leestijd, mede door mijn achtergrond als maatschappelijk werker, ook uit naar goed onderbouwde true crime, waarbij mijn interesse voornamelijk ligt bij het psychologische. Sensationele feiten en gruwelijke details zijn niet aan mij besteed, het hoe en waarom des te meer. Mijn vriend de seriemoordenaar (The stranger beside me) van wijlen Ann Rule blijft op dat vlak voor mij een meesterwerk.