In Heaven’s End, zijn zestiende boek, zet de Vlaamse Johan Deseyn een psycho-horrorverhaal neer, bestemd voor een volwassen lezerspubliek. Zijn kortverhaal uit1989 is, na een grondige uitwerking en twee jaar herschrijven, uitgegroeid tot een kanjer van een spannende roman.
Heaven’s End is een dorre en desolate plek, ergens in het noordoosten van de Amerikaanse staat Colorado. Meer zelfs, het is een spookdorp waar in de herfst van 1989 een verschrikkelijk drama heeft plaatsgevonden. In 2019 willen enkele mensen koste wat het kost vernemen wat ginds precies is gebeurd. Ze gaan op zoek naar aanwijzingen, naar sporen en onopgemerkte details.
‘Men had het – ik neem dat liever met een korreltje zout, want je weet hoe erg mensen kunnen overdrijven – over klonters vlees die werden gevonden en over het zwembad zelf dat leeg was, behalve enkele hoopjes of vegen wansmakelijke vleespap.’
Heb je een sterke maag? Reeds vanaf het eerste hoofdstuk overvalt je een naar gevoel; er is iets gruwelijks, iets mysterieus op komst. Jazeker, maar plots katapulteert Deseyn de lezers naar een heel ver verleden; naar tienduizend jaar terug in de tijd om precies te zijn. Wat volgt is een aaneenschakeling van perspectiefwisselingen en sprongen heen en terug in de tijd. Dit alles vereist een constante concentratie; toch bieden de korte hoofdstukken – onderverdeeld in passages – enige ademruimte. De overrompelende apotheose zorgt voor de bloedrode kers op een huiveringwekkende taart. Eet smakelijk! In de epiloog krijgen alle openstaande vragen een bevredigend antwoord.
‘Luid boeren en af en toe een ferme scheet laten, dat maakt dat je gezond blijft. De inlaat en de uitlaat moeten geregeld ontlucht worden, dat zorgt voor een goede circulatie!’
Met een vleug humor weet de auteur je even aan het glimlachen te krijgen; het is geen overbodige luxe bij dergelijke mysterieuze, lugubere vertelling. De flink dichtgetimmerde plot vult hij op met enkele stevig uitgediepte hoofdpersonages. Zo tekent de schrijver een menselijk gelaat bij zijn karakters; bij figuren zoals Melissa, een jonge vrouw die zopas de gevangenis achter zich heeft gelaten. Zij is verlost van de duisternis uit haar bestaan. Voortaan is zij een vrije vogel, of is zij vogelvrij? Het zijn allemaal echte mensen van vlees en bloed. Soms zijn het personen met veel vlees en liters bloed.
Heaven’s End is een keurig opgemaakte mix van pure fantasie - gerijpt in het brein van Deseyn - en van al dan niet licht verteerbare horror. Het mysterie rond het drama in het dorp en de spanning worden mondjesmaat opgebouwd. De fraai beschreven Amerikaanse locaties vormen het ideale decor, waarin de gebeurtenissen elkaar opvolgen in een hoog tempo. Knap hoe het fictieve verhaal een plaats krijgt binnen het kader van het toenmalige wereldnieuws. Zo vind je verwijzingen terug naar de val van de Berlijnse muur in 1989; de inval van de Amerikaanse troepen in Panama, etc.. Kortom, er wacht je een gijzeling die meer dan vierhonderd intrigerende pagina’s lang gaat duren.