John Kuipers debuteerde een paar jaar geleden met Musserts schaduw, waarmee hij Charlie Swieninck introduceerde. Deze Haagse speurder moet in het Nederlands onder nazi-juk, zijn werk zo goed en zo kwaad als dat gaat, doen. ThrillZone was onder de indruk van het debuut en trok de vergelijking met Bernie Gunther van wijlen Philip Kerr. Kan het derde deel, De man in Westerbork, beklijven?
We schrijven eind 1942. De Duitsers zwaaien ruim twee jaar de scepter in Nederland en de Jodenvervolging is in volle gang. De enige, wat ongemakkelijke, vraag is: wat gebeurt er met de Joden na de deportatie?
In deze wereld moet Charlie Swieninck de grove moord op een man onderzoeken. Het lijk is aan een kruis in De Nieuwe Kerk gespijkerd. De man blijkt al snel een onbeduidende kruimelduif, maar spoor leidt naar de Joodse misdaadfamilie Goudvisch. Wat is het motief van de moord, en wie heeft het gedaan?
Bovenstaande vormt de geraamte van de verhaallijn in De man in Westerbork, maar het boek heeft veel meer in zich. Zo is het eigenlijk een thriller maar vooral een foto van het leven in die tijd. Kuipers weet de sfeer van de bezetting ontzettend goed vast te grijpen en aan het papier toe te vertrouwen. De razzia’s, de schaarste, het chagrijn, de uitzichtloosheid; als lezer word je op de met sneeuw bedekte straten van Den Haag gedropt. En red je er maar mee, lijkt Kuipers te zeggen.
De verhaallijn is daarnaast interessant, maar tegelijkertijd niet erg opvallend. Dat geldt ook voor de spanningsboog; nooit wordt het erg spannend, in die zin dat je als lezer móét weten wie de moord heeft gepleegd. Het ‘waarom’ is daarentegen wel weer opvallend. Alle aandacht gaat uit naar het uitstekend uitgewerkte tijdsframe.
Hoogte-, of dieptepunt, is het eerste bezoek van Swieninck aan Westerbork. Zijn naïviteit -en die van de mensen in het kamp- is schrijnend met de wijsheid van nu. Er is een toneel, mensen worden tewerkgesteld; het voelt allemaal nog redelijk onschuldig terwijl het uitzicht ‘naar het oosten’ dramatisch bleek. Kuipers weet dit zeer vakkundig vorm te geven.
Daarnaast is Charlie Swieninck een personage om van te houden. Net als zijn Duitse tegenhanger Bernie Gunther is het iemand die niet met de Duitse bezetter wil samenwerken. Dat, gecombineerd met zijn boomlange gestalte en povere schietvaardigheid, maakt van hem een personage dat het in zich heeft een legendarische status te krijgen. En o ja, ook in de liefde is hij al net zo onhandig als zijn hantering van een schietijzer.
Is De man in Westerbork dan een razendspannende thriller? Nee, maar wel een thriller met een aantal unieke ingrediënten die deze reeks een aanrader maken; het vatten van de tijdsgeest én Charlie Swieninck zorgen ervoor dat John Kuipers een unieke blijver is in het Nederlandstalige thrillerlandschap.