Mijs worstelt met het gegeven dat haar broer Joes een jaar geleden is overleden. Volgens haar ouders moet ze in therapie, dus heeft ze therapie. Wat ze het liefste deed doet ze nooit meer; dansen. En nu denken ze (volwassenen, haar ouders, de therapeut) dat het een goed idee is als ze gaat praten met een rouwbot...
Duizend stukjes overal van Mariska Overman speelt zich een paar jaar in de toekomst af, we zijn 2028 en er bestaat zoiets als een rouwbot. Deze AI gedreven robot heb je op je computer/laptop. Als je er maar genoeg herinneringen in stopt dan zou de robot een kopie kunnen zijn van de overledene en zo zou je dan misschien je rouw kunnen verwerken.
Voor Mijs is dat alleen allemaal de grootst mogelijke onzin. Joes is dood. Weg. Geen AI-gestuurd programma die hem ooit terug zal brengen. Toch test Mijs de nechte (niet echte) Joes uit. Verrassend genoeg blijkt hij toch wel heel erg op Joes te lijken, er is slechts een probleem wat nechte Joes niet echte Joes maakt. De herinneringen van de ai-versie zijn door haar ouders erin gezet, dus de kleine dingen die Joes en Mijs hebben meegemaakt zonder haar ouders kent de robot niet.
De beste vriend van Joes Bowie vindt de rouwbot maar niks. Hij moet niks hebben van de vervanger van zijn beste vriend. Hij herstelt het contact met Mijs en de familie en neemt Mijs mee naar plekken waar Bowie en Joes vaak te vinden waren. Er sluimert alleen ook een geheim, waar Bowie niks over wil zeggen en de nechte Joes weet ook van niks natuurlijk.
Mariska Overman is geen onbekende op ThrillZone. Van haar volwassen boeken staan enkele recensies op de site. Vorig jaar kwam daar ineens een kinderboek van haar hand De zomer die alles was. Het sloeg in als een bom. Haalde hoge rankingen in de kinderboekenwereld en iedereen was vol lof. Ook in dit boek speelt de dood een belangrijke rol.
Duizend stukjes overal gaat verder over de dood, maar waar het eerste boek van Overman over de naderende dood gaat, gaat het hier juist om de rouwverwerking. Leuk voor liefhebbers van het eerste deel is wel dat er een korte kwinkslag naar haar eerste boek wordt gemaakt. Een van de personages vertelt namelijk over het verliezen van haar vriend Rover.
Wat Overman zo onvoorstelbaar goed deed in haar eerste boek was spelen met taal. En de dood ook als iets gewoons maken. Met natuurlijk al het verdriet wat daarbij hoort niet weg te cijferen, maar kinderen kijken anders naar de dood dan volwassenen. En die toon lijkt Overman precies gevonden te hebben.
Mijs is in de rouw, haar ouders trouwens ook, maar die laten dat vooral niet (wel dus) merken. Overman is een kunstenaar met woorden en laat dat ook in dit boek weer zien. Ze bedenkt nieuwe woorden, ontleedt bestaande woorden en laat de absurditeit van sommige woorden en uitdrukkingen goed blijken. Als lezer kun je soms de glimlach niet onderdrukken, maar ook de traan van het verdriet ligt wel op de loer.
Het ongekend hoge niveau van De zomer die alles was weet Overman ook in Duizend stukjes overal vast te houden. Een boek dat troost kan bieden of kan helpen bij iedereen die worstelt met rouw.
