‘Wie hier wou ontsnappen, aan eender welk gezag of vooraf vastgelegde levensloop, kon zich gaan vertreden in het zand van het grensgebied, maar ver zou hij of zij niet geraken’Cloostermans gaat terug naar de negentiende eeuw, de tijd waarin de échte Henri Conscience zijn leven heeft geleid. Tegen dat decor met al zijn beperkingen waar wij nu om gaan glimlachen, probeert de nog jonge Henri meer inzicht te krijgen over de overvallen. Geen DNA-test, geen ingewikkelde databanken, nee, gewoon logisch denken en de juiste personen aanspreken, daar liggen de kansen om een zaak op te lossen. De auteur weet de sfeer uit die tijd goed in te kleuren in het fictieve verhaal. Ook de onzekere burgemeesterszoon komt niet direct over als een zelfbewuste speurder die snel en doeltreffend naar de oplossing zoekt. Dat is ook tevens de charme van het verhaal want de lezers zien Conscience-junior zich snel ontwikkelen. Cloostermans gebruikt die periode om de wereld-van-toen meer specifiek te maken. Lemen plaggenhutten staan in groot contrast met de weelderige levensstijl van ‘mijnheer de burgemeester’ die trots in zijn Hippomobile rondrijdt.
Schrijf jouw recensie!