Wie ‘spannende thriller’ zegt, kan niet om de Britse auteur MJ (Matthew) Arlidge heen. In een relatief kort tijdsbestek veroverde hij de harten van veel thrillerliefhebbers. De aftrap van zijn succes was de thriller Iene Miene Mutte, waarmee de lezer kennismaakte met de eigenaardige politierechercheur Helen Grace. Inmiddels zijn we alweer aanbeland bij deel 10 in de reeks, Niemand zeggen.
In Niemand zeggen wordt Southampton, de thuisbasis van Grace, overspoeld door én een hittegolf, én een misdaadgolf. In korte tijd vinden er random moorden plaats. Het begint met de brand in een keet waarin de privédetective McManus woont. Hij verbrandt bij deze aanslag. Kort daarop wordt de jonge studente Eve dood aangetroffen in een park. En dat is het nog niet; daarna volgen nog een aantal willekeurige moorden.
Wanneer Helen Grace op de zaak wordt gezet, weet zij al snel; er moet een connectie zijn tussen deze doden. Weet ze in deze stormachtige situatie het hoofd boven water te houden en de zaak op te lossen?
Niemand zeggen bestaat uit een kleine 500 pagina’s, ingedeeld in de kenmerkende korte hoofdstukken van Arlidge. Hij bedient zich wederom van een vlotte, beeldende schrijfstijl. Toch is de aftrap niet zo snel als we van de auteur gewend zijn. Met name in het begin worden er in een relatief kort tijdsbestek veel personages geïntroduceerd, wat verwarrend kan overkomen. Arlidge neemt even de tijd om de stukken op het schaakbord te positioneren. En als dat dan is gebeurd, trapt de auteur het gas in en is het wederom genieten geblazen.
De moordzaken in Niemand zeggen zijn niet de enige uitdagingen voor Grace in dit deel. Zo is haar collega Charlie Brooks nog steeds met zwangerschapsverlof en dat is voor de balans in haar team niet voordelig. Temeer omdat ex-lover van Helen Grace, Joseph Hudson, ook onderdeel is van het rechercheteam. En nadat Grace hun relatie beëindigde, komt zijn narcistische inslag pijnlijk naar voren. Er is nog nooit zo hard aan de stoelpoten van Grace gezaagd als in dit deel; en journaliste Emilia Garanita doet daarvoor ook nog een duit in het zakje.
Kortom, er gebeurt veel, heel veel in Niemand zeggen. De lezer zal het ietwat trage begin even moeten slikken om in de geliefde versnelling te komen die we van Arlidge kennen. Na ongeveer de helft van het boek zijn we weer waar we willen zijn; de snelle, afwisselende en spannende vertelsels van de auteur. En ook nu weer bedient hij zich van een bizarre climax die de lezer zeer waarschijnlijk niet had zien aankomen. Arlidge verbindt daarin soepel alle losse eindjes zodat de lezer naar adem snakkend achterblijft en smachtend uitkijkt naar het volgende deel.
Met Niemand zeggen laat MJ Arlidge zien dat hij tot de onbetwiste top behoort in het genre van de ‘snelle thriller’. Zelfs een wat tragere eerste helft van dit boek doet daar niets aan af.