Het is alweer een tijdje geleden dat John le Carré overleed. De grootmeester van de spionagethriller bracht ons boeken als Spion aan de muur en De toegewijde tuinier. Zijn hoogtijdagen waren onder andere de Koude Oorlog, een periode die in het spionagegenre nog steeds tot de verbeelding spreekt. Maar er zijn meer auteurs die voorzichtig proberen dit era weer tot leven te brengen. Zo ook Patrick Worrall, een vroegere leraar en journalist, die met De partizaan neerstrijkt in en rond de tijd van de Berlijnse Muur.
We schrijven het jaar 2004. Ene Greta staat bij een Litouws monument van twee neergeschoten partizanen uit de Tweede Wereldoorlog. Ze vindt dat het monument fouten bevat, en gaat hierover in gesprek met een mevrouw van de gemeente die het monument ooit liet ontwerpen.
Het is het begin van een terugblik naar het Litouwen in WOII én de tijd erna, tijdens de Koude Oorlog. In de Tweede Wereldoorlog was Greta een partizaan, die samen met de neergeschoten vrouwen het leven van de Duitsers zuur maakte. Direct na de oorlog kwamen de Sovjets en ook die kregen het ervan langs.
Naast die verhaalijn, dalen we ook in 1961 neer. Daar ontmoeten de Engelse Michael en de Russische Joelia elkaar tijdens een Engels schaaktoernooi. Het is het begin van een liefdesrelatie, maar tegelijkertijd moet Michael ook spioneren voor de Britse geheime dienst.
Bovenstaande klinkt overzichtelijk, toch? Daar lijkt het de eerste pagina’s van De partizaan ook op. De personages worden netjes geïntroduceerd en de lezer krijgt een idee wie wie is, en wanneer leeft. Maar daarna gaat Worrall de mist in. Hij vermengt tijdlijnen met elkaar, en wil in korte tijd zoveel vertellen, dat de lezer het spoor snel bijster is.
Dat is jammer, want De partizaan heeft veel potentie. Het raakt de pijnlijke geschiedenis van de Baltische staten bijvoorbeeld aan; eerst door de Sovjets bezet, daarna door de Duitsers en dan weer door de Sovjets. Resultaat; tienduizenden burgerdoden, vervolgingen en genocide op de Joden door de eigen bevolking. Het is deze heftige historie die Worrall als kapstok voor het verhaal gebruikt. Ambitieus, maar het siert de auteur tegelijkertijd ook. Daarnaast is de Koude Oorlog altijd een interessante achtergrond voor een spionageverhaal en ook die periode zet Worrall goed weg.
Het zijn echter de vele verhaallijnen die van De partizaan een soms warrig en onsamenhangend geheel maken. Het is net alsof Worrall teveel ingrediënten had, en ze koste wat kost allemaal in het boek wilde verwerken. Het maakt De partizaan er helaas niet sterker van, integendeel; de lezer zal soms wel wat geïrriteerd kunnen raken door de verwarring.
Jammer, want Worrall laat zien wel te kunnen schrijven. Zijn personages zijn goed neergezet, en zijn schrijfstijl trekt ook. Het is het teveel willen vertellen wat Worrall de das omdoet. Helaas, iets meer uitleg en iets minder verhaallijnen hadden van De partizaan een mooie aanvulling van het spionage-arsenaal kunnen maken.