Inmiddels is-ie niet meer weg te denken, maar in 1989 kende de wereld Bernard 'Bernie' Gunther nog niet. De protagonist van de Schotse auteur Philip Kerr stal de harten van thrillerlezers over de hele wereld. En inmiddels zijn we bij de 12de Gunther thriller aanbeland. Maar het begon ooit met Een Berlijnse kwestie, die het begin van de Berlijnse trilogie was.
Gunther is een gewezen Berlijnse politierechercheur en ex-hoteldetective bij het vermaarde Adlon. Nu is hij een privédetective die zich voor alles laat lenen, "behalve voor echtscheidingszaken, want daar heb ik teveel klappen voor ontvangen", naar eigen zeggen. We schrijven de zomer van het jaar 1936. De kenners zullen weten dat de Olympische Spelen op het punt staan te beginnen. Jesse Owens, de donkere hardloper uit de V.S., zal hoge ogen gooien met zijn wedstrijden. Tegen die achtergrond wordt Gunther gevraagd onderzoek te doen naar een fatale woningbrand, waarbij twee mensen zijn omgekomen: Paul Pfarr en zijn partner, de dochter van de steenrijke industrieel Hermann Six. Die vraag Gunther onderzoek te doen naar de moorden en de, wat het lijkt, roof van juwelen uit de kluis. Maar al snel blijkt er veel meer aan de hand te zijn, waarbij de hoogste nazibazen een rol lijken te hebben...
Bernie Gunther is een van de bekendste personages uit de hedendaagse thrillerwereld. In meer dan tien delen heeft Philip Kerr het karakter van Gunther gestalte weten te geven tot de bekendheid die hij nu is. Het is daarom erg interessant om Een Berlijnse kwestie te lezen. Meteen is in deze noir thriller namelijk de stempel van Kerr zichtbaar. Gunther is een ex-detective, die met snijdende humor en een hoge mate van zelfspot door het leven gaat. In het Berlijn van de jaren '30 is het lastig om je als niet-nazi staande te houden. Het is een wereld die Kerr perfect tot leven weet te roepen in het boek. De angst van het steeds op je hoede moeten zijn; de surrogaatproducten die nergens naar smaken terwijl het voor de buitenwereld koek en ei is; en de eerste tekenen van rassenhaat die niet zo onschuldig meer zijn als het in eerste instantie wel werd ervaren ('het valt allemaal wel mee'). Het is een duistere wereld, waar Bernie zich moeiteloos en met een lach staande weet te houden. Het is ook bijzonder om te zien dat veel mensen zich weinig van Hitler proberen aan te trekken en aan de andere kant juist de gelegenheidsnazi's te zien opstaan. In Kerr's boek heten deze mensen 'maartse viooltjes' en waarom, dat spreekt voor zich. De research die voor dit boek gedaan is, is fenomenaal. Alles lijkt te kloppen, tot in de kleinste details. Dit loont het om het boek rustig te lezen en soms zelfs nog eens terug te bladeren.
Een Berlijnse kwestie is vlot en goed geschreven. De hoge mate van gedetailleerdheid doet remt het verhaal daarbij geenszins af. Het meesterschap van Kerr is in zijn eerste boek dus al duidelijk zichtbaar, al is het soms wel too much. Met name de als humor bedoelde vergelijkingen ('een snor als een walrus', 'haar met een kleur als mosterd') die je om de oren vliegen, zullen op een bepaald moment gaan vervelen. In latere boeken heeft Kerr dit leerpunt zeker tot zich genomen.
Waar het boek in uitblinkt, zijn de snelle en gevatte dialogen. Helemaal die met bekende personages zoals Hermann Goerring en Reinhard Heydrich spreken tot de verbeelding. Het is die mix die van de Gunther-serie zo'n succes maakte.
De plot die Philip Kerr in Een Berlijnse kwestie oplepelt, is afwisselend en brengt Gunther op velerlei plekken waar hij evenzoveel voor zijn leven moet vrezen. Wel is het allemaal redelijk complex: als lezer hou je haast niet bij welke twist er nu weer gebeurd is. Ook hier is het soms dus too much, maar het zij Kerr vergeven.
Een Berlijnse kwestie is het eerste deel in De Berlijnse trilogie en in wat later de wereldberoemde Bernie Gunther-serie zou worden. Een aangename kennismaking met Gunther, waarin nog wel wat schoonheidsfouten zitten. Wel is het vakmanschap van Philip Kerr als thrillerauteur hier al goed te zien en is het bij tijd en wijlen genieten geblazen. Voor de liefhebbers verplichte kost.
Gunther is een gewezen Berlijnse politierechercheur en ex-hoteldetective bij het vermaarde Adlon. Nu is hij een privédetective die zich voor alles laat lenen, "behalve voor echtscheidingszaken, want daar heb ik teveel klappen voor ontvangen", naar eigen zeggen. We schrijven de zomer van het jaar 1936. De kenners zullen weten dat de Olympische Spelen op het punt staan te beginnen. Jesse Owens, de donkere hardloper uit de V.S., zal hoge ogen gooien met zijn wedstrijden. Tegen die achtergrond wordt Gunther gevraagd onderzoek te doen naar een fatale woningbrand, waarbij twee mensen zijn omgekomen: Paul Pfarr en zijn partner, de dochter van de steenrijke industrieel Hermann Six. Die vraag Gunther onderzoek te doen naar de moorden en de, wat het lijkt, roof van juwelen uit de kluis. Maar al snel blijkt er veel meer aan de hand te zijn, waarbij de hoogste nazibazen een rol lijken te hebben...
Bernie Gunther is een van de bekendste personages uit de hedendaagse thrillerwereld. In meer dan tien delen heeft Philip Kerr het karakter van Gunther gestalte weten te geven tot de bekendheid die hij nu is. Het is daarom erg interessant om Een Berlijnse kwestie te lezen. Meteen is in deze noir thriller namelijk de stempel van Kerr zichtbaar. Gunther is een ex-detective, die met snijdende humor en een hoge mate van zelfspot door het leven gaat. In het Berlijn van de jaren '30 is het lastig om je als niet-nazi staande te houden. Het is een wereld die Kerr perfect tot leven weet te roepen in het boek. De angst van het steeds op je hoede moeten zijn; de surrogaatproducten die nergens naar smaken terwijl het voor de buitenwereld koek en ei is; en de eerste tekenen van rassenhaat die niet zo onschuldig meer zijn als het in eerste instantie wel werd ervaren ('het valt allemaal wel mee'). Het is een duistere wereld, waar Bernie zich moeiteloos en met een lach staande weet te houden. Het is ook bijzonder om te zien dat veel mensen zich weinig van Hitler proberen aan te trekken en aan de andere kant juist de gelegenheidsnazi's te zien opstaan. In Kerr's boek heten deze mensen 'maartse viooltjes' en waarom, dat spreekt voor zich. De research die voor dit boek gedaan is, is fenomenaal. Alles lijkt te kloppen, tot in de kleinste details. Dit loont het om het boek rustig te lezen en soms zelfs nog eens terug te bladeren.
Een Berlijnse kwestie is vlot en goed geschreven. De hoge mate van gedetailleerdheid doet remt het verhaal daarbij geenszins af. Het meesterschap van Kerr is in zijn eerste boek dus al duidelijk zichtbaar, al is het soms wel too much. Met name de als humor bedoelde vergelijkingen ('een snor als een walrus', 'haar met een kleur als mosterd') die je om de oren vliegen, zullen op een bepaald moment gaan vervelen. In latere boeken heeft Kerr dit leerpunt zeker tot zich genomen.
Waar het boek in uitblinkt, zijn de snelle en gevatte dialogen. Helemaal die met bekende personages zoals Hermann Goerring en Reinhard Heydrich spreken tot de verbeelding. Het is die mix die van de Gunther-serie zo'n succes maakte.
De plot die Philip Kerr in Een Berlijnse kwestie oplepelt, is afwisselend en brengt Gunther op velerlei plekken waar hij evenzoveel voor zijn leven moet vrezen. Wel is het allemaal redelijk complex: als lezer hou je haast niet bij welke twist er nu weer gebeurd is. Ook hier is het soms dus too much, maar het zij Kerr vergeven.
Een Berlijnse kwestie is het eerste deel in De Berlijnse trilogie en in wat later de wereldberoemde Bernie Gunther-serie zou worden. Een aangename kennismaking met Gunther, waarin nog wel wat schoonheidsfouten zitten. Wel is het vakmanschap van Philip Kerr als thrillerauteur hier al goed te zien en is het bij tijd en wijlen genieten geblazen. Voor de liefhebbers verplichte kost.