Er zijn auteurs, die voordat ze succes krijgen, al een illuster leven achter de rug hebben. Maar je zal zelden een verhaal zo bijzonder tegenkomen als dat van Richard Coles. Deze 60-jarige Brit heeft zijn thrillerdebuut gemaakt met Moord voor de avonddienst, met als hoofdpersonage pastoor Daniel Clement.
In 1986 had de popband The Communards en hit met Don’t leave me this way. In de videoclip die in dat jaar tot vervelens te zien was op MTV, speelt Coles piano. Hij speelde vanaf 1983 saxofoon in Bronski Beat, een band die openlijk homoseksueel was en met deze boodschap ook hits scoorde. Daarna vormde Coles samen met Jimmy Sommerville dus The Communards.
Na dit avontuur in de popmuziek besloot Richard Coles een studie Theologie te gaan doen en zich in te laten schrijven in The Church of England. Dit met een verleden van drugsgebruik en zijn geaardheid zorgde voor veel wantrouwen, maar zoals Coles al in het verleden had geleerd is doorzetten de beste manier om succes te hebben.
Op deze manier heeft hij ook zijn eerste thriller, Moord voor de avonddienst geschreven. Dit boek kreeg al snel de tegenwoordig zo populaire benaming ‘cosy crime’ opgeplakt. En als men dit boek oppervlakkig zou lezen dan zou dit ook wel een prima benaming zijn. Maar gezien de achtergrond van Coles is dit niet zomaar een niemendalletje. Hij weet in zijn boek de Britse samenleving op een hilarische manier enorm herkenbaar neer te zetten. De hang naar traditie die alle Britten bijna religie is, wordt heel vilein met de grond gelijkgemaakt.
En dit in combinatie met de zelfspot die hij inbrengt over de kerk en het geloof, maakt Moord voor de avonddienst een boek wat je met een constante glimlach zal uitlezen. Ook de omschrijving van de routinematige dagelijkse handelingen van Daniel Clement, zijn moeder en beide teckels, zijn zo herkenbaar. En tegelijkertijd ook zo authentiek.
Pastoor Daniel Clement woont al jaren in de pastorie van Champton, samen met zijn eigenwijze moeder en twee teckels. Wanneer Daniel een plan aankondigt om een toilet in de kerk te installeren, raakt de parochie plotseling verdeeld. Terwijl iedereen in de parochie fel stelling neemt, dreigen lang verborgen geheimen de schijnbare rust in het dorp te verstoren.
En dan wordt iemand in de kerk dood aangetroffen, gestoken met een snoeischaar. Terwijl de politie de zaak onderzoekt, vallen er meer doden. Daniel probeert ondertussen zijn ruziënde gemeenschaap bij elkaar te houden en een moordenaar te pakken te krijgen.
Richard Coles weet ook in de beschrijving van de personages precies de juiste toon aan te slaan. ‘Very British’ kan je direct op ieder personage plakken. En juist dit maakt het verhaal. Het leven in Champton, zoals beschreven door Coles is zo herkenbaar en dat is de sterkte van dit boek. En met Daniel Clement heeft hij prachtig personage gecreëerd.
Het verhaal over de moorden blijft daar echter wat op achter. Dit maakt niet zo’n impressie in dit verhaal als de vorm die Coles er omheen plakt. De verhaallijnen passen keurig in elkaar maar het is alsof twee verhalen in elkaar zijn verweven, waarbij het thrillergedeelte het moet afleggen.
Daarmee is niet gezegd dat ook dit gedeelte niet keurig is geschreven, maar daar mist de lezer toch net dat beetje vilein om dit boek tot een pareltje te maken. Dit doet echter niets onder voor het leesplezier wat men aan dit boek heeft.
Richard Coles heeft een heerlijk boek geschreven waarbij hij de Britse humor prachtig op papier over weet te brengen. En weg met die omschrijving cosy crime, dit is gewoon een boek dat je móét lezen!