Overslaan en naar de inhoud gaan
Afbeelding
De omslag afbeelding van het boek Fabbri, Robbert - Alexanders erfenis: de sterkste wint
Auteur(s) Robert Fabbri
Uitgeverij(en) Karakter
Jaar van uitgave
Thrillzone score
4
Review date 22 april 2020
Categories Thriller
Deel deze recensie

Tijdens de boekpresentatie van het laatste deel van zijn serie over keizer Vespasianus, was de laatste vraag die aan de schrijver Robert Fabbri werd gesteld, wat hij nu met al zijn vrije tijd ging doen nu hij klaar was met zijn geesteskind. En, niet onbelangrijk, met de langdurige research die hij voor zijn boeken had gedaan. Fabbri lachte wat voor zich uit en meldde dat de lezer voorlopig nog niet van hem af was want hij had al twee delen klaarliggen van een nieuwe serie over Alexander de Grote: Alexanders erfenis. Het eerste deel heet De sterkste wint.

Het eerste deel van dit epos, wat uiteindelijk uit tien delen moet gaan bestaan, is inmiddels uitgegeven. Het boek kan gezien worden als een nieuwe start voor de levenslustige en vriendelijke Zwitserse auteur. Maar is dit boek eigenlijk wel iets compleet nieuws voor Fabbri of is het eigenlijk niet meer dan het doortrekken van de lijn die hij in de Vespasianus serie heeft neergezet? Als een auteur aangeeft een ander pad te willen bewandelen, dan wil je als lezer daar dan ook van overtuigd worden in zijn nieuwe boek.

Na het lezen van De sterkste wint, moet menig lezer toch achterblijven met een tweeledig gevoel. Wel zeker heeft Fabbri weer een prachtig verhaal geschreven en moet men de schrijver een compliment maken over de manier waarop hij zijn vele personages, zij het in een laat stadium in het boek, tot één verhaal weet te maken en niet ontspoort in een brij van allerlei verhaallijnen.

Maar tegelijkertijd is het toch zoeken naar vernieuwende paden die de schrijver wil bewandelen. In grote lijnen komt het neer op de kenmerken die Fabbri in zijn eerdere serie heeft gebruikt. Dat is overigens geen schande, maar juist een genot voor de liefhebbers.

Babylon, 323 v. Chr.: Alexander de Grote ligt op sterven en laat het grootste en angstaanjagendste rijk achter dat de wereld ooit heeft gezien. Terwijl hij zijn laatste adem uitblaast in een kamer met zeven lijfwachten, weigert Alexander zijn opvolger te benoemen. Maar wie neemt het van hem over als er geen natuurlijke opvolger is?

Zodra het nieuws over de onverwachte dood van de koning ook de meest afgelegen uithoeken van het rijk heeft bereikt, heerst er vooral ongeloof. Maar al snel begint de gewetenloze strijd om de troon. In een web van intriges, complotten en samenzweringen wisselen de bondgenootschappen elkaar in een snel tempo af. Wie komt er als winnaar uit de strijd? Iedereen blijkt dus zijn eigen agenda te hebben.

Fabbri staat erom bekend dat hij met een aantal non-fictie feiten een verhaal kan voorgeven, waarbij het grootste deel dus niet op waarheid berust hoeft te zijn. Deze vorm van schrijven, faction, is in Nederland vooral bekend gemaakt door Tomas Ross. Verschil met Ross is dat hij over periodes schrijft waarover veel meer daadwerkelijk bekend is en de marge klein is voor verdere aanvullingen. Bij de periode waarover Fabbri schrijft is de marge tussen fictie en non- fictie aanzienlijk anders. Fabbri heeft een veel grotere ruimte om zijn fantasie de vrije loop te laten gaan. Dit is ook vaak de kritiek die op hem wordt geleverd door historici en wetenschappers. Zijn verhalen worden te veel voorzien van verzinsels waardoor de bewezen feiten op de achtergrond verdwijnen. In antwoord op deze kritiek geeft Fabbri aan geen geschiedschrijver te zijn, maar een schrijver van romans. En daar heeft de Zwitser natuurlijk een punt. Hij alleen heeft de vrijheid om zijn verhaal zo te omkleden zoals alleen hij dat wil.

Zoals we van Fabbri zijn gewend zijn de personages in De sterkste wint goed uitgewerkt en weet hij, ondanks dat er veel personages de revue passeren, zijn lezers scherp te houden en alle verhaallijnen uiteindelijk tot een goed lopend verhaal te smeden. En net zoals in zijn Vespasianus serie heeft hij ook in De sterkste wint zich niet ingehouden om de moorden tot in detail in alle gruwelijkheid te beschrijven. Dat is een gegeven wat bij Fabbri altijd opvalt. Hij heeft geen boodschap aan een slachtoffer dat door een enkele dolksteek wordt vermoord. Waarschijnlijk zal het bij de tijd horen waarover hij schrijft maar soms komt het een beetje als letterlijk overkill over en mag het zo nu en dan een beetje minder.

Het verhaal zit boordevol intriges, complotten en samenzweringen en daarin komt het beste in de schrijver bovendrijven. Hij weet als geen ander om zijn lezers bij zijn verhaal te trekken en zij moeten hun best doen geen detail te missen. Dat vergt een zekere oplettendheid van de lezers maar door de manier van schrijven van Fabbri is dat niet een al te grote opgave.

De schrijver van De Sterkste wint heeft na zijn eerdere succes voornamelijk op oude voet voortgeborduurd en dat gaat hem nog steeds goed af. Hij heeft een prestatie van formaat geleverd met het begin van deze nieuwe serie, maar echt vernieuwingen ziet men niet naar voren komen. Dat is jammer, maar waarom zou je een succesformule wijzigen als daar geen enkele aanleiding voor is? Als de format die je gebruikt nog steeds werkt is dat niet nodig, maar als hij zich heeft voorgenomen om tien delen te schrijven dan is het gevaar dat na vijf delen een aantal lezers zal afhaken omdat zij dan veel van hetzelfde krijgen voorgeschoteld.

Voorlopig hoeft Fabbri zich daarover niet druk te maken, want met De sterkste wint heeft hij een uitstekend en waardig begin geschreven van zijn Alexanders erfenis. En zoals de Zwitser zelf zegt, “Ik schrijf voor mijzelf. Ik vraag mij altijd af wat ik zou willen lezen”. Een mooi streven, zeker als dat ook nog eens succesvol is. Fabbri mag gezien worden als een van de beste schrijvers van historische thrillers.

Joop Hazenbroek

Wat vinden lezers...

Super Admin

25 november 2024 8:02

0
Tijdens de boekpresentatie van het laatste deel van zijn serie over keizer Vespasianus, was de laatste vraag die aan de schrijver Robert Fabbri werd gesteld, wat hij nu met al zijn vrije tijd ging doen nu hij klaar was met zijn geesteskind. En, niet onbelangrijk, met de langdurige research die hij voor zijn boeken had gedaan. Fabbri lachte wat voor zich uit en meldde dat de lezer voorlopig nog niet van hem af was want hij had al twee delen klaarliggen van een nieuwe serie over Alexander de Grote: Alexanders erfenis. Het eerste deel heet De sterkste wint.

Het eerste deel van dit epos, wat uiteindelijk uit tien delen moet gaan bestaan, is inmiddels uitgegeven. Het boek kan gezien worden als een nieuwe start voor de levenslustige en vriendelijke Zwitserse auteur. Maar is dit boek eigenlijk wel iets compleet nieuws voor Fabbri of is het eigenlijk niet meer dan het doortrekken van de lijn die hij in de Vespasianus serie heeft neergezet? Als een auteur aangeeft een ander pad te willen bewandelen, dan wil je als lezer daar dan ook van overtuigd worden in zijn nieuwe boek.

Na het lezen van De sterkste wint, moet menig lezer toch achterblijven met een tweeledig gevoel. Wel zeker heeft Fabbri weer een prachtig verhaal geschreven en moet men de schrijver een compliment maken over de manier waarop hij zijn vele personages, zij het in een laat stadium in het boek, tot één verhaal weet te maken en niet ontspoort in een brij van allerlei verhaallijnen.

Maar tegelijkertijd is het toch zoeken naar vernieuwende paden die de schrijver wil bewandelen. In grote lijnen komt het neer op de kenmerken die Fabbri in zijn eerdere serie heeft gebruikt. Dat is overigens geen schande, maar juist een genot voor de liefhebbers.

Babylon, 323 v. Chr.: Alexander de Grote ligt op sterven en laat het grootste en angstaanjagendste rijk achter dat de wereld ooit heeft gezien. Terwijl hij zijn laatste adem uitblaast in een kamer met zeven lijfwachten, weigert Alexander zijn opvolger te benoemen. Maar wie neemt het van hem over als er geen natuurlijke opvolger is?

Zodra het nieuws over de onverwachte dood van de koning ook de meest afgelegen uithoeken van het rijk heeft bereikt, heerst er vooral ongeloof. Maar al snel begint de gewetenloze strijd om de troon. In een web van intriges, complotten en samenzweringen wisselen de bondgenootschappen elkaar in een snel tempo af. Wie komt er als winnaar uit de strijd? Iedereen blijkt dus zijn eigen agenda te hebben.

Fabbri staat erom bekend dat hij met een aantal non-fictie feiten een verhaal kan voorgeven, waarbij het grootste deel dus niet op waarheid berust hoeft te zijn. Deze vorm van schrijven, faction, is in Nederland vooral bekend gemaakt door Tomas Ross. Verschil met Ross is dat hij over periodes schrijft waarover veel meer daadwerkelijk bekend is en de marge klein is voor verdere aanvullingen. Bij de periode waarover Fabbri schrijft is de marge tussen fictie en non- fictie aanzienlijk anders. Fabbri heeft een veel grotere ruimte om zijn fantasie de vrije loop te laten gaan. Dit is ook vaak de kritiek die op hem wordt geleverd door historici en wetenschappers. Zijn verhalen worden te veel voorzien van verzinsels waardoor de bewezen feiten op de achtergrond verdwijnen. In antwoord op deze kritiek geeft Fabbri aan geen geschiedschrijver te zijn, maar een schrijver van romans. En daar heeft de Zwitser natuurlijk een punt. Hij alleen heeft de vrijheid om zijn verhaal zo te omkleden zoals alleen hij dat wil.

Zoals we van Fabbri zijn gewend zijn de personages in De sterkste wint goed uitgewerkt en weet hij, ondanks dat er veel personages de revue passeren, zijn lezers scherp te houden en alle verhaallijnen uiteindelijk tot een goed lopend verhaal te smeden. En net zoals in zijn Vespasianus serie heeft hij ook in De sterkste wint zich niet ingehouden om de moorden tot in detail in alle gruwelijkheid te beschrijven. Dat is een gegeven wat bij Fabbri altijd opvalt. Hij heeft geen boodschap aan een slachtoffer dat door een enkele dolksteek wordt vermoord. Waarschijnlijk zal het bij de tijd horen waarover hij schrijft maar soms komt het een beetje als letterlijk overkill over en mag het zo nu en dan een beetje minder.

Het verhaal zit boordevol intriges, complotten en samenzweringen en daarin komt het beste in de schrijver bovendrijven. Hij weet als geen ander om zijn lezers bij zijn verhaal te trekken en zij moeten hun best doen geen detail te missen. Dat vergt een zekere oplettendheid van de lezers maar door de manier van schrijven van Fabbri is dat niet een al te grote opgave.

De schrijver van De Sterkste wint heeft na zijn eerdere succes voornamelijk op oude voet voortgeborduurd en dat gaat hem nog steeds goed af. Hij heeft een prestatie van formaat geleverd met het begin van deze nieuwe serie, maar echt vernieuwingen ziet men niet naar voren komen. Dat is jammer, maar waarom zou je een succesformule wijzigen als daar geen enkele aanleiding voor is? Als de format die je gebruikt nog steeds werkt is dat niet nodig, maar als hij zich heeft voorgenomen om tien delen te schrijven dan is het gevaar dat na vijf delen een aantal lezers zal afhaken omdat zij dan veel van hetzelfde krijgen voorgeschoteld.

Voorlopig hoeft Fabbri zich daarover niet druk te maken, want met De sterkste wint heeft hij een uitstekend en waardig begin geschreven van zijn Alexanders erfenis. En zoals de Zwitser zelf zegt, “Ik schrijf voor mijzelf. Ik vraag mij altijd af wat ik zou willen lezen”. Een mooi streven, zeker als dat ook nog eens succesvol is. Fabbri mag gezien worden als een van de beste schrijvers van historische thrillers.

Write your review!

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.