‘Daêvabad komt op de eerste plaats.’
Bovenstaande uitspraak – een gezegde dat de koninklijke Geziri-familie vaak gebruikt – is de rode draad in de korte verhalenbundel De zilveren rivier. Dit relatief dunne boek bevat vijftien korte verhalen die zich afspelen in of rondom de magische, brons ommuurde stad. De wereld geschapen door S.A. Chakraborty. Wie de trilogie – en onze recensies – heeft gelezen, weet dat het een ongelofelijk uitgebreid epos is, met alles erop en eraan. Toch geeft Chakraborty in het voorwoord van De zilveren rivier toe dat ze niet alles uit de kast heeft gehaald in de drie boeken. “Het manuscript dat ik deelde zag eruit zoals ik vond dat epische fantasyverhalen eruit hoorde te zien […] vergezeld van pagina’s vol gedetailleerde achtergrondverhalen, ingewikkelde geschiedenis en uitgebreide beschrijvingen. Je zou kunnen zeggen dat mijn schrijfgroep daar anders over dacht.”
De zilveren rivier is een (her)ontmoeting met de bekende protagonisten uit de Daêvabad-trilogie, en ook een kennismaking met nieuwe karakters. De uitwerking en detailrijke verdieping van deze beide groepen is uitermate boeiend. Zo lezen we – in een klein, dromerig verhaal – over een shafit-schoonmaakster die wordt betrapt door de Baga Nahid (Rutsem, de broer van Manizeh) als ze in zijn magische tuin stiekem zaadjes plant. Groter is het verhaal rondom Jamshid e-Pramukh, de kapitein van de Koninklijke Wacht en de geheime liefde van kroonprins Muntadhir, en hoofdpersoon Ali. In de nacht dat Ali door een sluipmoordenaar wordt aangevallen, redt Jamshid hem, zonder dat iemand daar weet van heeft. De lezer krijgt nu dat daadwerkelijke reddingsverhaal te lezen. Maar Chakraborty laat ons ook meer van het verleden zien, in bijvoorbeeld het hoofdstuk dat koning Ghassan en Hatset elkaar ontmoeten. Of het stuk dat men de zachte kanten van Manizeh leert kennen, in plaats van de nietsontziende, wraaklustige Daeva die ze in de trilogie is.
In elk afzonderlijk verhaal hertekent Chakraborty de pracht en praal van Daêvabad. Ze doet dan in de kenmerkende sprookjesachtige stijl van schrijven, met levensechte dialogen, een fantasierijke scene beschrijving en grandioze sfeerbepaling. Daêvabad was een stad die gedijde op leugens, listen en dodelijke politieke spelletjes van voornamelijk koning Ghassan, maar door Nahri en Ali hervormt tot een stad gebouwd op gelijkheid en rechtvaardigheid. Die ontwikkeling is in de drie oorspronkelijke boeken een langzame evolutie, met strijd, liefde, oorlog en moeilijke keuzes als ingrediënten. En in De zilveren rivier is die groei nog eens extra belicht en toegelicht door middel van fascinerende korte verhalen.
Er zou beschuldigend gewezen kunnen worden naar de schrijfgroep van Chakraborty over het feit dat deze korte verhalen stuk voor stuk een grotere uitwerking en verdieping verdienen, en in de oorspronkelijke trilogie verweven zou moeten zitten. Maar dan hadden we deze prachtige verhalenbundel niet gehad, dat als heerlijk toetje dient voor de fans. Het ronddwalen in de pracht en praal van Daêvabad, met de inmiddels vertrouwde en geweldige personages, kan niet lang genoeg duren. Of het nu de kleurrijke bloemenvelden zijn, de sierlijke tuinen, de uitgestrekte woestijn, de rumoerige straatjes; het is fijn weer even terug te zijn en de herinneringen aan het lezen van de trilogie naar boven te halen. De zilveren rivier is een feest van herkenning, een krachtige toevoeging aan het reeds vertelde en een welkome handreiking voor alle lezers.