Liefde voor de kunst en de kunst van de liefde…
‘Drie vrienden, een huis (en een klusjesman)’ is de nieuwste feelgood roman van Astrid Harrewijn. Een boek wat heerlijk wegleest met een gezonde dosis humor. Ook de kunstliefhebber komt met deze roman aardig aan zijn trekken. Noor is op zoek naar het ‘geluk’, maar wat is ‘geluk eigenlijk’?
Noor van de Broek verruilt haar leventje in Itteren bij Maastricht voor de bruisende hoofdstad Amsterdam. Ze is afgestudeerd in kunstgeschiedenis en heeft een aanbod gekregen van het Van Gogh Museum om daar als conservator te gaan werken. In principe is het maar voor twee jaar denkt Noor. Ewald haar vriend waar ze al achttien jaar mee samen is is niet blij met hun ‘weekendrelatie’ en laat dat duidelijk aan Noor merken. Ze betrekt samen met haar zus Kiki en Joost, een vroegere studievriend, een grachtenpand aan de Herengracht.
‘Nummer 86 is een schattig klein grachtenpandje met zo’n fantastisch natuurstenen trappetje en een bewerkt metalen hekwerk. Het zit ingesloten tussen restaurant Lieve en Brasserie Bâton met zijn gezellige terras.’
Het huis was in de jaren zeventig helemaal ‘state-of-the-art’ en moet flink opgeknapt worden. Het drietal huurt het huis van een vriend van Joost die het gekocht heeft en meteen bij de koop een klusjesman geregeld heeft. Helaas moest hij voor zijn werk naar Singapore en kon er daardoor niet zelf in gaan wonen. Nora, Kiki en Joost, die alle drie in de kunstwereld werken, hebben als regel aangenomen dat er thuis niet over het werk gesproken wordt. Dit veranderd als Noor op een groot schandaal in de kunstwereld stuit. Ondertussen heeft Noor een moeizame relatie met haar moeder. Deze verwijt haar dat ze naar Amsterdam is gegaan en Ewald aan zijn lot heeft overgelaten. Ewald en Noor groeien steeds verder uit elkaar doordat Noor vaak voor haar werk naar afspraken moet en zodoende niet bij haar vriend kan zijn. Als de relatie tussen de twee wordt verbroken spoort Kiki haar zus aan om te gaan ‘leven’.
‘Ik zou willen dat je gaat leven, Noor. Dat je gaat genieten. Altijd maar dat eeuwige voldoen aan de verwachtingen van anderen. Je moet gaan genieten van het leven, Noor, alsof het de laatste dag is. Zorg dat je een doel hebt. Ga niet zwabberen, breng er structuur in. Maak een onderscheid tussen werk en privé. Bepaal wat je doel is en organiseer hoe je daar wilt komen. Overleven is één ding, de boel weer op de rit krijgen is een tweede. Hoe eerder je dat laatste voor elkaar hebt, hoe eerder je weer kunt openstaan voor andere dingen.’
Vervolgens besluit Noor om er alles aan te doen om ‘gelukkig te worden’ in Amsterdam.
Astrid Harrewijn (1963) studeerde rechten en was daarna werkzaam als vertaalster. Na het winnen van een schrijfwedstrijd debuteerde ze in 2006 met de roman Ja kun je krijgen. Inmiddels heeft ze meerdere titels op haar naam staan.
Harrewijn zorgt ervoor dat je tot aan de laatste bladzijde aan het boek gekluisterd blijft. Haar schrijfstijl is sprankelend en mooi. Lichtvoetig en boeiend met de nodige dosis humor en veel herkenning. Ze neemt je mee in de Kunstwereld van Amsterdam met haar museums. De liefde voor de kunst straalt van de bladzijden af. De karakters zijn mooi en voldoende uitgewerkt om een reëel beeld van hen te krijgen. Met name Noor komt heel sympathiek over, je kunt je goed in haar inleven. Het verschil tussen de bedachtzame Noor en de lichtvoetige Kiki wordt mooi uitgediept, ze vullen elkaar goed aan. Het boek waarborgt kunst, een vleugje romantiek en ook de nodige spanning waardoor het één geheel wordt. Al met al een zeer geslaagd origineel boek waar je veel leesplezier aan beleeft.
‘Drie vrienden, een huis (en een klusjesman)’ is de nieuwste feelgood roman van Astrid Harrewijn. Een boek wat heerlijk wegleest met een gezonde dosis humor. Ook de kunstliefhebber komt met deze roman aardig aan zijn trekken. Noor is op zoek naar het ‘geluk’, maar wat is ‘geluk eigenlijk’?
Noor van de Broek verruilt haar leventje in Itteren bij Maastricht voor de bruisende hoofdstad Amsterdam. Ze is afgestudeerd in kunstgeschiedenis en heeft een aanbod gekregen van het Van Gogh Museum om daar als conservator te gaan werken. In principe is het maar voor twee jaar denkt Noor. Ewald haar vriend waar ze al achttien jaar mee samen is is niet blij met hun ‘weekendrelatie’ en laat dat duidelijk aan Noor merken. Ze betrekt samen met haar zus Kiki en Joost, een vroegere studievriend, een grachtenpand aan de Herengracht.
‘Nummer 86 is een schattig klein grachtenpandje met zo’n fantastisch natuurstenen trappetje en een bewerkt metalen hekwerk. Het zit ingesloten tussen restaurant Lieve en Brasserie Bâton met zijn gezellige terras.’
Het huis was in de jaren zeventig helemaal ‘state-of-the-art’ en moet flink opgeknapt worden. Het drietal huurt het huis van een vriend van Joost die het gekocht heeft en meteen bij de koop een klusjesman geregeld heeft. Helaas moest hij voor zijn werk naar Singapore en kon er daardoor niet zelf in gaan wonen. Nora, Kiki en Joost, die alle drie in de kunstwereld werken, hebben als regel aangenomen dat er thuis niet over het werk gesproken wordt. Dit veranderd als Noor op een groot schandaal in de kunstwereld stuit. Ondertussen heeft Noor een moeizame relatie met haar moeder. Deze verwijt haar dat ze naar Amsterdam is gegaan en Ewald aan zijn lot heeft overgelaten. Ewald en Noor groeien steeds verder uit elkaar doordat Noor vaak voor haar werk naar afspraken moet en zodoende niet bij haar vriend kan zijn. Als de relatie tussen de twee wordt verbroken spoort Kiki haar zus aan om te gaan ‘leven’.
‘Ik zou willen dat je gaat leven, Noor. Dat je gaat genieten. Altijd maar dat eeuwige voldoen aan de verwachtingen van anderen. Je moet gaan genieten van het leven, Noor, alsof het de laatste dag is. Zorg dat je een doel hebt. Ga niet zwabberen, breng er structuur in. Maak een onderscheid tussen werk en privé. Bepaal wat je doel is en organiseer hoe je daar wilt komen. Overleven is één ding, de boel weer op de rit krijgen is een tweede. Hoe eerder je dat laatste voor elkaar hebt, hoe eerder je weer kunt openstaan voor andere dingen.’
Vervolgens besluit Noor om er alles aan te doen om ‘gelukkig te worden’ in Amsterdam.
Astrid Harrewijn (1963) studeerde rechten en was daarna werkzaam als vertaalster. Na het winnen van een schrijfwedstrijd debuteerde ze in 2006 met de roman Ja kun je krijgen. Inmiddels heeft ze meerdere titels op haar naam staan.
Harrewijn zorgt ervoor dat je tot aan de laatste bladzijde aan het boek gekluisterd blijft. Haar schrijfstijl is sprankelend en mooi. Lichtvoetig en boeiend met de nodige dosis humor en veel herkenning. Ze neemt je mee in de Kunstwereld van Amsterdam met haar museums. De liefde voor de kunst straalt van de bladzijden af. De karakters zijn mooi en voldoende uitgewerkt om een reëel beeld van hen te krijgen. Met name Noor komt heel sympathiek over, je kunt je goed in haar inleven. Het verschil tussen de bedachtzame Noor en de lichtvoetige Kiki wordt mooi uitgediept, ze vullen elkaar goed aan. Het boek waarborgt kunst, een vleugje romantiek en ook de nodige spanning waardoor het één geheel wordt. Al met al een zeer geslaagd origineel boek waar je veel leesplezier aan beleeft.
Image
Marinus van de Velde
Ik ben Marinus van de Velde, van bouwjaar 1984. Ik mag mezelf de eigenaar noemen van ThrillZone! Ik lees al van jongs af aan. Mijn interesses liggen breed; Scandi, Nederlandstalig, spionage, maar ik vind Baldacci en Lee Child bijvoorbeeld ook geweldig. Lezen voor ThrillZone betekent soms het oprekken van je comfortzone en dat lukt goed!
‘Drie vrienden, een huis (en een klusjesman)’ is de nieuwste feelgood roman van Astrid Harrewijn. Een boek wat heerlijk wegleest met een gezonde dosis humor. Ook de kunstliefhebber komt met deze roman aardig aan zijn trekken. Noor is op zoek naar het ‘geluk’, maar wat is ‘geluk eigenlijk’?
Noor van de Broek verruilt haar leventje in Itteren bij Maastricht voor de bruisende hoofdstad Amsterdam. Ze is afgestudeerd in kunstgeschiedenis en heeft een aanbod gekregen van het Van Gogh Museum om daar als conservator te gaan werken. In principe is het maar voor twee jaar denkt Noor. Ewald haar vriend waar ze al achttien jaar mee samen is is niet blij met hun ‘weekendrelatie’ en laat dat duidelijk aan Noor merken. Ze betrekt samen met haar zus Kiki en Joost, een vroegere studievriend, een grachtenpand aan de Herengracht.
‘Nummer 86 is een schattig klein grachtenpandje met zo’n fantastisch natuurstenen trappetje en een bewerkt metalen hekwerk. Het zit ingesloten tussen restaurant Lieve en Brasserie Bâton met zijn gezellige terras.’
Het huis was in de jaren zeventig helemaal ‘state-of-the-art’ en moet flink opgeknapt worden. Het drietal huurt het huis van een vriend van Joost die het gekocht heeft en meteen bij de koop een klusjesman geregeld heeft. Helaas moest hij voor zijn werk naar Singapore en kon er daardoor niet zelf in gaan wonen. Nora, Kiki en Joost, die alle drie in de kunstwereld werken, hebben als regel aangenomen dat er thuis niet over het werk gesproken wordt. Dit veranderd als Noor op een groot schandaal in de kunstwereld stuit. Ondertussen heeft Noor een moeizame relatie met haar moeder. Deze verwijt haar dat ze naar Amsterdam is gegaan en Ewald aan zijn lot heeft overgelaten. Ewald en Noor groeien steeds verder uit elkaar doordat Noor vaak voor haar werk naar afspraken moet en zodoende niet bij haar vriend kan zijn. Als de relatie tussen de twee wordt verbroken spoort Kiki haar zus aan om te gaan ‘leven’.
‘Ik zou willen dat je gaat leven, Noor. Dat je gaat genieten. Altijd maar dat eeuwige voldoen aan de verwachtingen van anderen. Je moet gaan genieten van het leven, Noor, alsof het de laatste dag is. Zorg dat je een doel hebt. Ga niet zwabberen, breng er structuur in. Maak een onderscheid tussen werk en privé. Bepaal wat je doel is en organiseer hoe je daar wilt komen. Overleven is één ding, de boel weer op de rit krijgen is een tweede. Hoe eerder je dat laatste voor elkaar hebt, hoe eerder je weer kunt openstaan voor andere dingen.’
Vervolgens besluit Noor om er alles aan te doen om ‘gelukkig te worden’ in Amsterdam.
Astrid Harrewijn (1963) studeerde rechten en was daarna werkzaam als vertaalster. Na het winnen van een schrijfwedstrijd debuteerde ze in 2006 met de roman Ja kun je krijgen. Inmiddels heeft ze meerdere titels op haar naam staan.
Harrewijn zorgt ervoor dat je tot aan de laatste bladzijde aan het boek gekluisterd blijft. Haar schrijfstijl is sprankelend en mooi. Lichtvoetig en boeiend met de nodige dosis humor en veel herkenning. Ze neemt je mee in de Kunstwereld van Amsterdam met haar museums. De liefde voor de kunst straalt van de bladzijden af. De karakters zijn mooi en voldoende uitgewerkt om een reëel beeld van hen te krijgen. Met name Noor komt heel sympathiek over, je kunt je goed in haar inleven. Het verschil tussen de bedachtzame Noor en de lichtvoetige Kiki wordt mooi uitgediept, ze vullen elkaar goed aan. Het boek waarborgt kunst, een vleugje romantiek en ook de nodige spanning waardoor het één geheel wordt. Al met al een zeer geslaagd origineel boek waar je veel leesplezier aan beleeft.