Een Brusselse satire luidt de ondertitel bij Het lijk in de boomgaard. Met zo’n titel kan natuurlijk sowieso al amper van iets anders sprake zijn dan een satire. Het verhaal laat zich gemakkelijk genoeg samenvatten. Er wordt op de grens van Brussel en het platteland een lijk in een boomgaard gevonden. Het slachtoffer heeft een doorgesneden keel en het is aan het team van commissaris Kluft om de moordenaar in de kladden te grijpen. Dat is nog niet zo gemakkelijk omdat het slachtoffer een bijzonder onaangenaam mens was en er honderden mensen rondlopen die een motief kunnen hebben gehad om het slachtoffer naar het hiernamaals te sturen. Bovendien is het moordwapen spoorloos en het is zelfs onduidelijk welk type mes er precies is gebruikt.
Het verhaal wordt bevolkt door op zijn zachtst gezegd kleurrijke personages en moeten beter niet al te serieus genomen worden. Commissaris Kluft is een immer chagrijnige vetzak, die constant met een geblokkeerde rug en schouders rondloopt en die zijn medewerkers roeptoeterend en met veel misbaar op allerlei onaangename klussen zet. Zijn inspecteur Demir, een gepassioneerde man van Turks slash Napolitaanse komaf, rijdt hem voortdurend rond in zijn krappe Fiat 500, waarin hij voortdurend tot groot ergernis van Kluft op vol volume allerlei opera’s opzet. Het secretariaat van commissaris Kluft wordt aangevoerd door Aziza Boon, een Syrische vrouw die al bijna even chagrijnig is als de commissaris en die bij het minste of geringste in woedeaanvallen uitbarst. Het is allemaal een beetje over de top, maar dat mag de pret niet drukken. Dat de verschillende personages de karikatuur niet ontstijgen zal de lezer voor lief moeten nemen en anders is het beter om dit boek toch links te laten liggen.
Geert van Istendael (1947) was lange tijd verslaggever en nieuwslezer voordat hij zich in 1993 volledig op het schrijven ging toeleggen. Van Istendael is zowel essayist, columnist, dichter als prozaschrijver. Met Het lijk in de boomgaard leverde hij een roman af dat zich moeilijk in een hokje laat plaatsen. Het lijk laat zich lezen als een whodunnit, maar dan gelardeerd met allerlei grappen en grollen. Het boek moet het niet van een heel bijzonder verhaal hebben. Ook niet van de spanning trouwens. Als je alle grappen en grollen wegdenkt is het een klassiek misdaadverhaal zonder al te veel verrassingen. Er is een moord, er zijn verschillende verdachten met verschillende motieven en het is aan het speurdersduo Kluft/Demir om de dader aan te wijzen.
Het is de humor die het verhaal voortdrijft, want afgezien daarvan is gebeurt er niet zoveel buiten het standaard speurwerk. Verschillende verdachten worden ondervraagd, een zoektocht naar het moordwapen vindt plaats en verschillende alibi’s worden nagetrokken. Kluft heeft een slecht voorgevoel bij deze zaak en denkt dat deze zaak vanwege de vele verdachten en het verdwenen moordwapen nog wel eens onoplosbaar zou kunnen zijn, maar echt invoelbaar wordt dit voor de lezer verder niet gemaakt. De speurders gaan redelijk onverstoorbaar hun gang en volgen de meest voor de hand liggende aanwijzingen. Af en toe gebruiken ze daarbij onconventionele middelen, zoals het inroepen van de vader van Demir en de vader van de man die het slachtoffer in de boomgaard heeft aangetroffen. Dit leidt meteen ook tot het leukste en boeiendste gedeelte van het boek. De beide vaders weten alles maar er maar te weten valt of het gebied van messen die in de tuinhandel en de plantsoenendienst worden gebruikt en gaan uitgebreid met elkaar in conclaaf. De conversatie die daaruit volgt is niets minder dan hilarisch. Een manco aan Het lijk in de boomgaard is dat de dader nogal plotseling uit de hoge hoed wordt getoverd. Er zijn geen aanwijzingen die een kritische en aandachtige lezer had kunnen zien en dat voelt toch een beetje als een tekortkoming. Het lijk in de boomgaard is al met al een leuk en luchtig tussendoortje voor iedereen die van een speurdersverhaal houdt en daarbij een lichte en komische toets weet te appreciëren.
Het verhaal wordt bevolkt door op zijn zachtst gezegd kleurrijke personages en moeten beter niet al te serieus genomen worden. Commissaris Kluft is een immer chagrijnige vetzak, die constant met een geblokkeerde rug en schouders rondloopt en die zijn medewerkers roeptoeterend en met veel misbaar op allerlei onaangename klussen zet. Zijn inspecteur Demir, een gepassioneerde man van Turks slash Napolitaanse komaf, rijdt hem voortdurend rond in zijn krappe Fiat 500, waarin hij voortdurend tot groot ergernis van Kluft op vol volume allerlei opera’s opzet. Het secretariaat van commissaris Kluft wordt aangevoerd door Aziza Boon, een Syrische vrouw die al bijna even chagrijnig is als de commissaris en die bij het minste of geringste in woedeaanvallen uitbarst. Het is allemaal een beetje over de top, maar dat mag de pret niet drukken. Dat de verschillende personages de karikatuur niet ontstijgen zal de lezer voor lief moeten nemen en anders is het beter om dit boek toch links te laten liggen.
Geert van Istendael (1947) was lange tijd verslaggever en nieuwslezer voordat hij zich in 1993 volledig op het schrijven ging toeleggen. Van Istendael is zowel essayist, columnist, dichter als prozaschrijver. Met Het lijk in de boomgaard leverde hij een roman af dat zich moeilijk in een hokje laat plaatsen. Het lijk laat zich lezen als een whodunnit, maar dan gelardeerd met allerlei grappen en grollen. Het boek moet het niet van een heel bijzonder verhaal hebben. Ook niet van de spanning trouwens. Als je alle grappen en grollen wegdenkt is het een klassiek misdaadverhaal zonder al te veel verrassingen. Er is een moord, er zijn verschillende verdachten met verschillende motieven en het is aan het speurdersduo Kluft/Demir om de dader aan te wijzen.
Het is de humor die het verhaal voortdrijft, want afgezien daarvan is gebeurt er niet zoveel buiten het standaard speurwerk. Verschillende verdachten worden ondervraagd, een zoektocht naar het moordwapen vindt plaats en verschillende alibi’s worden nagetrokken. Kluft heeft een slecht voorgevoel bij deze zaak en denkt dat deze zaak vanwege de vele verdachten en het verdwenen moordwapen nog wel eens onoplosbaar zou kunnen zijn, maar echt invoelbaar wordt dit voor de lezer verder niet gemaakt. De speurders gaan redelijk onverstoorbaar hun gang en volgen de meest voor de hand liggende aanwijzingen. Af en toe gebruiken ze daarbij onconventionele middelen, zoals het inroepen van de vader van Demir en de vader van de man die het slachtoffer in de boomgaard heeft aangetroffen. Dit leidt meteen ook tot het leukste en boeiendste gedeelte van het boek. De beide vaders weten alles maar er maar te weten valt of het gebied van messen die in de tuinhandel en de plantsoenendienst worden gebruikt en gaan uitgebreid met elkaar in conclaaf. De conversatie die daaruit volgt is niets minder dan hilarisch. Een manco aan Het lijk in de boomgaard is dat de dader nogal plotseling uit de hoge hoed wordt getoverd. Er zijn geen aanwijzingen die een kritische en aandachtige lezer had kunnen zien en dat voelt toch een beetje als een tekortkoming. Het lijk in de boomgaard is al met al een leuk en luchtig tussendoortje voor iedereen die van een speurdersverhaal houdt en daarbij een lichte en komische toets weet te appreciëren.
Image
Marinus van de Velde
Ik ben Marinus van de Velde, van bouwjaar 1984. Ik mag mezelf de eigenaar noemen van ThrillZone! Ik lees al van jongs af aan. Mijn interesses liggen breed; Scandi, Nederlandstalig, spionage, maar ik vind Baldacci en Lee Child bijvoorbeeld ook geweldig. Lezen voor ThrillZone betekent soms het oprekken van je comfortzone en dat lukt goed!
Het verhaal wordt bevolkt door op zijn zachtst gezegd kleurrijke personages en moeten beter niet al te serieus genomen worden. Commissaris Kluft is een immer chagrijnige vetzak, die constant met een geblokkeerde rug en schouders rondloopt en die zijn medewerkers roeptoeterend en met veel misbaar op allerlei onaangename klussen zet. Zijn inspecteur Demir, een gepassioneerde man van Turks slash Napolitaanse komaf, rijdt hem voortdurend rond in zijn krappe Fiat 500, waarin hij voortdurend tot groot ergernis van Kluft op vol volume allerlei opera’s opzet. Het secretariaat van commissaris Kluft wordt aangevoerd door Aziza Boon, een Syrische vrouw die al bijna even chagrijnig is als de commissaris en die bij het minste of geringste in woedeaanvallen uitbarst. Het is allemaal een beetje over de top, maar dat mag de pret niet drukken. Dat de verschillende personages de karikatuur niet ontstijgen zal de lezer voor lief moeten nemen en anders is het beter om dit boek toch links te laten liggen.
Geert van Istendael (1947) was lange tijd verslaggever en nieuwslezer voordat hij zich in 1993 volledig op het schrijven ging toeleggen. Van Istendael is zowel essayist, columnist, dichter als prozaschrijver. Met Het lijk in de boomgaard leverde hij een roman af dat zich moeilijk in een hokje laat plaatsen. Het lijk laat zich lezen als een whodunnit, maar dan gelardeerd met allerlei grappen en grollen. Het boek moet het niet van een heel bijzonder verhaal hebben. Ook niet van de spanning trouwens. Als je alle grappen en grollen wegdenkt is het een klassiek misdaadverhaal zonder al te veel verrassingen. Er is een moord, er zijn verschillende verdachten met verschillende motieven en het is aan het speurdersduo Kluft/Demir om de dader aan te wijzen.
Het is de humor die het verhaal voortdrijft, want afgezien daarvan is gebeurt er niet zoveel buiten het standaard speurwerk. Verschillende verdachten worden ondervraagd, een zoektocht naar het moordwapen vindt plaats en verschillende alibi’s worden nagetrokken. Kluft heeft een slecht voorgevoel bij deze zaak en denkt dat deze zaak vanwege de vele verdachten en het verdwenen moordwapen nog wel eens onoplosbaar zou kunnen zijn, maar echt invoelbaar wordt dit voor de lezer verder niet gemaakt. De speurders gaan redelijk onverstoorbaar hun gang en volgen de meest voor de hand liggende aanwijzingen. Af en toe gebruiken ze daarbij onconventionele middelen, zoals het inroepen van de vader van Demir en de vader van de man die het slachtoffer in de boomgaard heeft aangetroffen. Dit leidt meteen ook tot het leukste en boeiendste gedeelte van het boek. De beide vaders weten alles maar er maar te weten valt of het gebied van messen die in de tuinhandel en de plantsoenendienst worden gebruikt en gaan uitgebreid met elkaar in conclaaf. De conversatie die daaruit volgt is niets minder dan hilarisch. Een manco aan Het lijk in de boomgaard is dat de dader nogal plotseling uit de hoge hoed wordt getoverd. Er zijn geen aanwijzingen die een kritische en aandachtige lezer had kunnen zien en dat voelt toch een beetje als een tekortkoming. Het lijk in de boomgaard is al met al een leuk en luchtig tussendoortje voor iedereen die van een speurdersverhaal houdt en daarbij een lichte en komische toets weet te appreciëren.