Het komt niet vaak voor dat een auteur zowel op het gebied van het schrijven van thrillers en het schrijven van romans in beide genres de toppen van zijn kunnen weten te behalen. Vaak komt een bepaald genre dan te kort. Maar Pierre Lemaitre krijgt het voor elkaar om zowel met zijn serie over Commissaris Camille Verhoeven als met zijn Interbellum-serie een waanzinnig hoog niveau te halen. Dat deze Fransman inmiddels is overladen met verschillende prijzen is niet meer dan terecht.
In 2013 verscheen Au Revoir La Haut, het eerste deel van zijn Interbellum-trilogie en de recensenten waren laaiend enthousiast. Het werd een meesterwerk genoemd en toen in 2014 de Nederlandse vertaling verscheen, Tot ziens daarboven, was dit niet anders. Ook hier was men eensgezind in de beoordeling en niet voor niets won Lemaitre in 2014 de Prix Concours. En werd het boek in 2017 verfilmd door Albert Dupontel, die ook een van de hoofdrollen voor zijn rekening nam. Vanaf 2006 tot 2012 heeft Lemaitre zich gestort op de verhalen van Commissaris Verhoeven met titels als Alex, Irene en Camille waarbij deze boeken vooral bekend stonden als rauw en keihard, maar werkelijk prachtig geschreven. Ook met deze boeken verdiende Lemaitre vele prijzen in zowel binnen als buitenland.
Met al deze loftuitingen ging Lemaitre beginnen aan zijn tweede roman van de trilogie en probeer dan maar eens het niveau van het eerste deel te benaderen. Het is niet voor niets dat hij meer dan vijf jaar de tijd heeft genomen om Couleurs de l’incendie of in de Nederlandse vertaling De kleuren van de brand, uit te brengen. Deze tijd die hij heeft genomen is voornamelijk opgegaan aan de research van de Interbellumtijd (de periode tussen beide Wereldoorlogen) en dat is duidelijk te merken in dit verhaal. Lemaitre weet perfect de tijdgeest neer te zetten in een werkelijk prachtig verhaal, dat zeker niet onder hoeft te doen voor Tot ziens daarboven. Hij neemt je mee aan de hand in het Parijs van 1927 en verder de jaren dertig in tegen een achtergrond van een veranderend Frankrijk dat van overwinnaar uit de Eerste Wereldoorlog wordt meegezogen in de recessie van de jaren dertig. Pierre Lemaitre weet zijn lezers in het verhaal te trekken en laat je niet meer los tot de laatste letter is gelezen.
In februari 1927 komt de Parijse elite bijeen om de begrafenis van de welvarende en gerespecteerde bankier Marcel Pericourt bij te wonen. Als de begrafenisstoet zich in gang wil zetten gebeurt er een afschuwelijk ongeluk die de familie Pericourt en met name het leven van Madeleine Pericourt en haar zevenjarige zoontje voor altijd zal veranderen. Marcel Pericourt heeft in zijn testament Madeleine de leiding gegeven over zijn financiële imperium. Zonder ook maar enig verstand van de financiële wereld, komt ze terecht in een wereld van hebzucht en van corruptie. Ze probeert met alles wat ze in zich heeft overeind te blijven met in de achtergrond een dreigende crisis en in een land dat machteloos moet toezien hoe een volgende Wereldoorlog met rasse schreden dichterbij komt. Met name de mensen die ze haar kapitaal heeft toevertrouwt en die tot zijn dood loyaal zijn geweest aan haar vader, zijn degenen die Madeleine aan de rand van de afgrond willen brengen.
Er zijn een aantal hoofdthema’s waaruit het verhaal is opgebouwd. Het gaat over een land dat langzaam maar zeker van een arrogante overwinnaar van de Eerste Wereldoorlog veranderd in een land die de staatsschuld alleen maar ziet oplopen en in een crisis belandt. Ook proberen de fascisten, met als voorbeeld de beweging van Mussolini in Italië, zich in de politiek en met name in de journalistiek te nestelen. Maar het hoofdthema van het boek is de prachtig beschreven plaats van Madeleine in een door mannen geregeerde wereld en de manier waarop zij tegen de stroom in zwemt om haar wraak te behalen.
Lemaitre omschrijft op een ingehouden manier de strijd die zij levert en hoe ze zich ook moet overgeven aan het plegen van chantage om haar doel te bereiken. Met name de gespeelde wereldvreemdheid is een van de pijlers waar de schrijver zich in uitleeft. Soms heb je als lezer het idee dat Lemaitre sneller wil gaan dan dat het verhaal het toelaat, maar dit weet hij prachtig te pareren. Zijn beschrijvingen van de personages zijn uitgediept en filmisch omschreven, alsof hij een script voor zijn volgende verfilming heeft klaarliggen. Vooral Madeleine begint vanaf het eerste moment dat zij in het verhaal verschijnt te leven in de karakterbeschrijving die Lemaitre van haar maakt.
De schrijfstijl is in het begin even wennen omdat hij de gewoonte heeft om zijn lezers direct aan te spreken in de trant van ‘U als lezer zal dit wel begrijpen’ en dat is zeker in het begin van het verhaal regelmatig het geval. De lezer moet niet zijn concentratie laten verslappen want bijna iedere zin heeft een betekenis in het boek en als men een stukje overslaat dan heeft dat gevolgen voor het verdere leesplezier.
Naarmate De kleuren van de brand vordert wordt de sfeer zowel in het land als binnen de familie Pericourt steeds grimmiger en worden verhoudingen definitief op scherp gesteld en juist daarin weet Lemaitre zijn top te bereiken. Onderhuids voelt men dat hij een verwijzing maakt naar de huidige tijd waarin hij een aantal punten aanduidt die toen speelde maar nu ook de kop opsteken. Zo worden de belastingstakingen van begin jaren dertig aangehaald, de oplopende staatschuld van Frankrijk, het opkomende antisemitisme maar met name de kloof tussen rijk en arm die voor onrust zorgt.
De kleuren van de brand heeft het in zich om het vorige deel, Tot ziens daarboven , naar de kroon te steken. Na het lezen van beide delen kan men stellen dat Lemaitre tot grote hoogte weet te komen en zichzelf moet overtreffen om het derde deel op dit niveau te krijgen. Een waarlijk epos!
In 2013 verscheen Au Revoir La Haut, het eerste deel van zijn Interbellum-trilogie en de recensenten waren laaiend enthousiast. Het werd een meesterwerk genoemd en toen in 2014 de Nederlandse vertaling verscheen, Tot ziens daarboven, was dit niet anders. Ook hier was men eensgezind in de beoordeling en niet voor niets won Lemaitre in 2014 de Prix Concours. En werd het boek in 2017 verfilmd door Albert Dupontel, die ook een van de hoofdrollen voor zijn rekening nam. Vanaf 2006 tot 2012 heeft Lemaitre zich gestort op de verhalen van Commissaris Verhoeven met titels als Alex, Irene en Camille waarbij deze boeken vooral bekend stonden als rauw en keihard, maar werkelijk prachtig geschreven. Ook met deze boeken verdiende Lemaitre vele prijzen in zowel binnen als buitenland. Lees hier onze recensies nog eens terug.
Met al deze loftuitingen ging Lemaitre beginnen aan zijn tweede roman van de trilogie en probeer dan maar eens het niveau van het eerste deel te benaderen. Het is niet voor niets dat hij meer dan vijf jaar de tijd heeft genomen om Couleurs de l’incendie of in de Nederlandse vertaling De kleuren van de brand, uit te brengen. Deze tijd die hij heeft genomen is voornamelijk opgegaan aan de research van de Interbellumtijd (de periode tussen beide Wereldoorlogen) en dat is duidelijk te merken in dit verhaal. Lemaitre weet perfect de tijdgeest neer te zetten in een werkelijk prachtig verhaal, dat zeker niet onder hoeft te doen voor Tot ziens daarboven. Hij neemt je mee aan de hand in het Parijs van 1927 en verder de jaren dertig in tegen een achtergrond van een veranderend Frankrijk dat van overwinnaar uit de Eerste Wereldoorlog wordt meegezogen in de recessie van de jaren dertig. Pierre Lemaitre weet zijn lezers in het verhaal te trekken en laat je niet meer los tot de laatste letter is gelezen.
In februari 1927 komt de Parijse elite bijeen om de begrafenis van de welvarende en gerespecteerde bankier Marcel Pericourt bij te wonen. Als de begrafenisstoet zich in gang wil zetten gebeurt er een afschuwelijk ongeluk die de familie Pericourt en met name het leven van Madeleine Pericourt en haar zevenjarige zoontje voor altijd zal veranderen. Marcel Pericourt heeft in zijn testament Madeleine de leiding gegeven over zijn financiële imperium. Zonder ook maar enig verstand van de financiële wereld, komt ze terecht in een wereld van hebzucht en van corruptie. Ze probeert met alles wat ze in zich heeft overeind te blijven met in de achtergrond een dreigende crisis en in een land dat machteloos moet toezien hoe een volgende Wereldoorlog met rasse schreden dichterbij komt. Met name de mensen die ze haar kapitaal heeft toevertrouwt en die tot zijn dood loyaal zijn geweest aan haar vader, zijn degenen die Madeleine aan de rand van de afgrond willen brengen.
Er zijn een aantal hoofdthema’s waaruit het verhaal is opgebouwd. Het gaat over een land dat langzaam maar zeker van een arrogante overwinnaar van de Eerste Wereldoorlog veranderd in een land die de staatsschuld alleen maar ziet oplopen en in een crisis belandt. Ook proberen de fascisten, met als voorbeeld de beweging van Mussolini in Italië, zich in de politiek en met name in de journalistiek te nestelen. Maar het hoofdthema van het boek is de prachtig beschreven plaats van Madeleine in een door mannen geregeerde wereld en de manier waarop zij tegen de stroom in zwemt om haar wraak te behalen.
Lemaitre omschrijft op een ingehouden manier de strijd die zij levert en hoe ze zich ook moet overgeven aan het plegen van chantage om haar doel te bereiken. Met name de gespeelde wereldvreemdheid is een van de pijlers waar de schrijver zich in uitleeft. Soms heb je als lezer het idee dat Lemaitre sneller wil gaan dan dat het verhaal het toelaat, maar dit weet hij prachtig te pareren. Zijn beschrijvingen van de personages zijn uitgediept en filmisch omschreven, alsof hij een script voor zijn volgende verfilming heeft klaarliggen. Vooral Madeleine begint vanaf het eerste moment dat zij in het verhaal verschijnt te leven in de karakterbeschrijving die Lemaitre van haar maakt.
De schrijfstijl is in het begin even wennen omdat hij de gewoonte heeft om zijn lezers direct aan te spreken in de trant van ‘U als lezer zal dit wel begrijpen’ en dat is zeker in het begin van het verhaal regelmatig het geval. De lezer moet niet zijn concentratie laten verslappen want bijna iedere zin heeft een betekenis in het boek en als men een stukje overslaat dan heeft dat gevolgen voor het verdere leesplezier.
Naarmate De kleuren van de brand vordert wordt de sfeer zowel in het land als binnen de familie Pericourt steeds grimmiger en worden verhoudingen definitief op scherp gesteld en juist daarin weet Lemaitre zijn top te bereiken. Onderhuids voelt men dat hij een verwijzing maakt naar de huidige tijd waarin hij een aantal punten aanduidt die toen speelde maar nu ook de kop opsteken. Zo worden de belastingstakingen van begin jaren dertig aangehaald, de oplopende staatschuld van Frankrijk, het opkomende antisemitisme maar met name de kloof tussen rijk en arm die voor onrust zorgt.
De kleuren van de brand heeft het in zich om het vorige deel, Tot ziens daarboven , naar de kroon te steken. Na het lezen van beide delen kan men stellen dat Lemaitre tot grote hoogte weet te komen en zichzelf moet overtreffen om het derde deel op dit niveau te krijgen. Een waarlijk epos!