Toen Helen Fields, na twee zelf uitgebrachte boeken, zichzelf als voltijds auteur ging profileren wilde zij dit voornamelijk als schrijfster van thrillers gaan doen. Dan is het altijd wel handig als je als auteur beslagen ten ijs kan komen.
Dat gold zeker voor Fields die dertien jaar als advocaat in familiezaken werkzaam was geweest, voordat ze met haar man een filmproductiemaatschappij oprichtte. Voor deze maatschappij schreef ze scripts en was ze werkzaam als producer.
Fields stelde wel wat eisen aan zichzelf om als auteur naam te willen maken. Ze wilde er vooral voor waken dat ze niet dezelfde verhalen zou schrijven. Ze wilde haar verhalen ook wat sexyer maken en een wat meer gelaagde aantrekkingskracht tussen haar hoofdpersonages aanbrengen.
Maar vooral de zaken die zij wilde beschrijven moesten speciaal en bijzonder worden. Hiervoor kon ze dus putten uit een ruime ervaring in de advocatuur. En toen in 2017 haar eerste thriller uitkwam, Perfecte resten, waren we ineens twee markante hoofdpersonages rijker. Met Ava Turner en Luc Callanach heeft Fields personages gecreëerd die haar verhalen nog meer dimensie geven.
Na Perfecte resten kwam Perfecte prooi en nu heeft het derde deel Perfecte dood het levenslicht gezien. Na de eerste twee delen is het de vraag of Helen Fields het hoge niveau kan vasthouden. Antwoord: dat kan ze zeker en Perfecte dood is zelfs nog beter dan haar eerdere boeken.
Een seriemoordenaar heeft Edinburgh stevig in zijn greep, zonder dat Luc Callanach en Ava Turner er enig weet van hebben. Hij slaat berekenend en gewetenloos toe. Hij schakelt zijn slachtoffers uit doormiddel van gif, zodat ze langzaam en op een pijnlijke wijze sterven, zonder dat ze ook maar een moment in de gaten hebben dat het gif door hun bloedbaan stroomt.
Maar hoe sla je een moordenaar in de boeien die zich verborgen houdt? Deze moordenaar observeert zijn slachtoffers op afstand en weet op die manier uit handen van de politie te blijven. Het lijkt dat Callanach en Turner dit keer voor een onmogelijke taak staan.
Het verhaal heeft in principe twee verhaallijnen. Maar de verstandhouding tussen de twee hoofdpersonages is eigenlijk ook een lijn. Turner en Callanach kunnen elkaar in korte tijd zowel aantrekken en weer afstoten, maar de chemie is zo duidelijk aanwezig. Het is een kunst om de gelaagdheid die deze partnerschap met zich meebrengt op deze manier op papier te zetten.
Dit is echter niet alleen het sterke aan dit boek. Fields weet de morbiditeit en genialiteit van de gifmoorden op een aparte manier op te schrijven. Ze doet dit uit het oogpunt van de moordenaar en kan dit heel klinisch beschrijven, waardoor je bijna de moorden relativeert.
De boeken kunnen stand alone gelezen worden, maar als je de eerdere verhalen hebt gelezen dan is het gemakkelijker om direct weer de herkenning te vinden. En het is geenszins een straf, want ook de eerdere delen zijn van hoog niveau.
Zoals gezegd probeert ze een stijl te ontwikkelen die niet gelijk is aan wat nu de top van het genre is en daar slaagt ze erg goed in. Haar boeken zijn zeker niet vergelijkbaar met de meer populaire Britse auteurs. Maar hier hoeft ze zeker niet voor onder te doen, integendeel; ze stijgt er op een aantal punten bovenuit.
Er moet wel gezegd worden dat het verhaal een aanloopje nodig heeft. In het begin van het boek is het wachten op de literaire ontploffing en als die komt is er geen houden meer aan. Fields trekt alle registers open en dit gepaard met de onderhuidse aantrekkingskracht van haar hoofdpersonages, is Perfecte dood een voorlopig hoogtepunt.
Begin september 2021 komt het volgende deel, Perfecte stilte uit. Soms kan je erg uitkijken naar hele kleine dingen.