Tom Buijtendorp is onderzoeker en auteur. Hij is oud-journalist van NRC Handelsblad en Quote. Buijtendorp heeft een grote fascinatie voor vergeten historische plaatsen, de cold cases van de archeologie. Na enkele non-fictie boeken zoals Het Jaar 117 en Caesar in de Lage Landen, maakt Tom Buijtendorp nu onder het pseudoniem Tom Vanderlaken zijn fictiedebuut met De Geheime Oorsprong. Lees onze recensie daarvan hier. Hij vertelt aan ThrillZone over het schrijfproces, de transitie van non-fictie naar fictie en zijn geheime bronnen.
Wat heeft je doen besluiten om ditmaal met het schrijven van De Geheime Oorsprong de kant van de fictie op te gaan?
“Ik heb me ooit laten inspireren door de Da Vinci Code van Dan Brown. Dat was een boek waar je over door blijft lezen en waar je dingen verder over gaat uitzoeken. Aanvankelijk had ik het te druk met mijn non-fictie boeken. Toen heb ik op een gegeven moment Het ware paradijs geschreven en tijdens het onderzoek naar dat verhaal kwam bij me op dat ik ook wel eens een fictieboek wilde schrijven. Niet alleen om een breder publiek te kunnen bereiken, maar ook met het verhaal van Dan Brown in mijn achterhoofd.”
Welke valkuilen ben je als non-fictieschrijver tegengekomen bij het schrijven van de fictionele stukken in De Geheime Oorsprong?
“Dat je te veel wil uitleggen. En ik maakte nog wel echt een paar beginnersfouten. Bij het schrijven van non-fictie leer je dat je bepaalde woorden vooral niet moet herhalen en dat je synoniemen moet zoeken, zoals in dialogen met ‘hij zei’ en ‘zij zei’ had ik in het begin zoiets van dat wordt vervelend, maar dat schijnt in het hoofd van de lezer helemaal geen probleem te zijn. Ik had dan de neiging om ‘hij antwoordde’ of ‘hij zuchtte’ toe te voegen om er zo variatie in te brengen. Dat is helemaal niet nodig.”
Waarom heb je ervoor gekozen om de Geheime Oorsprong onder het pseudoniem ‘Tom Vanderlaken’ te schrijven? Je doet namelijk niet geheimzinnig over uw ware identiteit.
“Dit werd geadviseerd door de uitgever, omdat ik wetenschappelijke artikelen schrijf en ook non-fictie boeken blijf schrijven. Mensen kunnen je fictie en non-fictie werk door elkaar gaan halen. Als ik dan bijvoorbeeld in een fictieboek iets schrijf wat verzonnen is, kan het zomaar zijn dat mensen in de wetenschap je daarop gaan aanspreken. Dat is voor mij de reden geweest om dit advies over te nemen.”
Heeft de naam ‘Vanderlaken’ ook nog een speciale betekenis voor je?
“Het verwijst naar de meisjesnaam van mijn moeder aan wie ik het boek opdraag. Als ik naar haar was genoemd, had ik zo geheten. Ze is nog steeds een hele krachtige vrouw. Dat thema van de krachtige vrouw speelt ook in het boek, dus dat is een mooi verband. En haar familie woont al sinds begin 17e eeuw in Leiden waar het boek zich deels afspeelt. Dat maakt het tot een mooi geheel.”
Kunnen we nu met het fictiedebuut in de vorm van De Geheime Oorsprong meer historische fictie van je verwachten in de toekomst?
“Ja, absoluut. Ik vond het geweldig om te doen en ik vond het ook heel bijzonder dat bij fictie het verhaal vanzelf begint te ontstaan. Het ‘in de flow’ komen, heb ik bij het schrijven van non-fictie nog nooit zo gehad. Ik krijg nu de eerste reacties van lezers terug en dat geeft moed. Zo was een lezer over het boek gaan nadenken en wil nu dingen anders gaan doen. Dat vond ik wel heel erg bijzonder.”
Wat is het bouwwerk op de kaft van het boek?
“Dat is de inmiddels verwoeste Moskee in Aleppo. Eerst hadden we een getekende kaft met geheimzinnige tekens. Maar als ‘true quest’ wil ik een eigen genre schrijven waarin het mysterie en de aanwijzingen echt zijn, net als het decor en een deel van de personages. Daarom een echte foto bij wat daadwerkelijk de grootste manuscriptroof van de 20e eeuw is die tot voor kort geheim was gehouden. In het boek lees je hoe dat echt is gegaan, inclusief de rol van de Mossad. Daarmee wordt het bizarre vervolg ook geloofwaardig.”
Je hebt je naar het voorbeeld van Cees Nooteboom laten inspireren om de bestemmingen uit het boek zo beeldend en sfeervol mogelijk weer te geven. In welke scène uit het boek is dat naar jouw mening het best gelukt?
“De scene aan de grens tussen Syrië en Libanon vind ik geslaagd, omdat je echt die spannende sfeer proeft. Bij een andere hachelijke scène gaf een meelezer aan echt duizelig geworden te zijn. Prachtig! Verder heb ik geprobeerd de capriolen met een sportvliegtuigje zo levensecht te beschrijven zoals ik dat nog nergens gelezen heb. Ik deed dat op basis van eigen vliegervaring, waarna een piloot meelas om te zorgen dat tot in detail klopt hoe het werkt en wat je voelt.”
Heb je een eigen theorie m.b.t. de systematische verwijdering van het begin van Genesis uit alle Christelijke Bijbels en later ook uit de oudste, complete Hebreeuwse Bijbel?
“Ik vond het in ieder geval opmerkelijk, ook dat je er nooit iets over leest. Ik wil dit, als ik tijd heb, verder gaan uitzoeken. Een wetenschapper die op de achterkant van het boek staat was ook erg enthousiast toen hij dit verhaal las. Het zijn hele oude boeken en het is op zich denkbaar dat de eerste stukken van die boeken per ongeluk verloren zijn gegaan. Maar het idee dat er mogelijk meer aan de hand is, fascineert me, temeer omdat het oorsprongsverhaal sinds de laatste manuscriptroof ook ontbreekt uit de Aleppo codex.”
Waarom vinden genootschappen als de ribbroeders het zo ernstig als het ware oorsprongsverhaal en het paradijsverhaal openbaar zouden worden gemaakt?
“De ribbroeders uit het verhaal zijn fictie. Maar ik zou me wel kunnen voorstellen dat er in de fundamentele hoek bepaalde types aan het ribverhaal de superioriteit van de man ontlenen. Als dat ribverhaal niet bij de originele tekst hoort, valt dat fundament onder hun vermeende superioriteit weg. Daarnaast is Jeruzalem voor zowel de Islam als het Christendom het religieuze centrum. Daar ligt in de Heilig Grafkerk de schedel van Adam, passend bij het beeld dat de Heilige Stad niet al te ver van het paradijs ligt, een beeld dat dan vooral zo moet blijven. Maar dan heb je het over kleine fundamentalistische stromingen. In de Islam en het Christendom zijn veel meer mensen vrijdenkend en menen dat het een tekst is die je vooral symbolisch moet lezen.”
Zie je raakvlakken tussen jezelf en jouw hoofdpersonage Nicholas Dampierre? Heb je bijvoorbeeld karaktereigenschappen van jezelf verwerkt in dit personage?
“Ik ben net als Nicholas Dampierre een persoon die in beelden denkt en we hebben een gedeelde interesse in oudheden. Mijn journalistieke ervaring hielp dat deel in te vullen voor de journaliste Gina Chimanti, de andere hoofdpersonage.”
Heb je alle plaatsen die Nicholas en Gina bezoeken voor hun ontdekkingstocht zelf ook bezocht? Zo niet, welke bestemming prijkt dan al eerste bovenaan je lijstje?
“Ik kon veel uit eigen ervaring beschrijven. Uitzondering zijn bijvoorbeeld het hoofdkantoor van de CIA en de villa van de Orde van Malta waarvoor ik wel goede bronnen had. Wat ik heel bizar vond is dat ik tijdens het schrijven van het boek door corona niet naar de Universiteitsbibliotheek in Leiden kon gaan, wat voor mij praktisch om de hoek is. Ik wilde nog wat details nakijken, maar ze konden me niet toelaten. Toen heb ik op basis van foto’s en dankzij een bibliotheekmedewerker die mijn tekst las, toch kunnen zorgen dat het alsnog klopte.”
Je noemt ‘zingeving’ als een belangrijk thema in het boek. En passie speelt daarin een belangrijke rol. Heb je al van kinds af aan een passie gehad voor schrijven?
“Ja, en ook heb ik al op vrij jonge leeftijd een passie gehad voor archeologie, wat ook in het boek behoorlijk doorklinkt. Op de basisschool begon ik met een stripverhaal. Op de middelbare school bracht een interview voor de schoolkrant Paramus over oorlog in Libanon me op het pad van de journalistiek. Daarna leerde ik het vak bij universiteitsblad Quod Novum. Geweldige collega’s met veel passie, wat ik later elders in de journalistiek ook tegenkwam.”
Valt vanuit deze invalshoek te verklaren waarom je met De Geheime Oorsprong jouw fictiedebuut hebt gemaakt? Is daarmee een lang gekoesterde wens in vervulling gegaan?
“Een jaar of zes geleden zat ik in een situatie dat ik mezelf afvroeg wat ik nog verder wilde met mijn leven. In die tijd had ik ook een coaching traject en die coach zei tegen me dat het wel eens heel goed kon zijn om terug te gaan naar je jeugd en te kijken naar wat je toen wilde. Daar kwam uit dat ik al vroeg journalist was en als kind ook al wel eens geschreven had. Uit dat gesprek kwam het besef dat de tijd rijp was om fulltime te gaan schrijven met een link naar de archeologie, mijn passie te volgen. Het nadenken over keuzes in je leven komt terug in het boek.”
Hoe komt het contact met een inlichtingenexpert van de CIA tot stand?
“De basis ligt in een ver verleden. Ik schreef ooit bij het universiteitsblad een stuk over de Nederlandse geheime dienst, omdat ik dat altijd intrigerend vond. Later interviewde ik een oud agent van de CIA, en bezocht voor een ander artikel een bedrijf dat spionage apparatuur maakte, waarvan ik er een in het verhaal gebruik. Daar heb ik uiteindelijk een aantal contacten aan overgehouden. Sommige mensen uit die wereld willen wel graag over hun werk vertellen, maar kunnen dat natuurlijk niet. Als je er dan strikt vertrouwelijk mee omgaat, willen ze er toch wel iets over kwijt.”
Hoe heb je het voor elkaar gekregen om een briefing van de CIA te mogen publiceren in het boek waarin ongeveer een maand voor de daadwerkelijke gebeurtenissen van 9/11 de president van de Verenigde Staten wordt gewaarschuwd voor een aanslag door Osama Bin Laden?
“Het is niet met toestemming. Dat is een stuk dat ze grijze informatie noemen, zoals beschreven in het boek. De notitie is met de juiste zoektermen wel te vinden op het internet, en niet al te diep. Maar je moet wel weten waar. Een anonieme bron las later het boekmanuscript mee en waarschuwde mij dat ik de notitie niet helemaal goed citeerde. Toen toonde ik hem de originele kopie en zei die ‘oh wauw’ omdat het wel degelijk exact klopte. Met dergelijk research kon ik veel meer beschrijven, tot en met het salaris van een geheim agent. Om alle feiten kloppend te krijgen zit er jaren research in, waarna ik zo'n anderhalf jaar heb gedaan over het schrijven zelf.”
Hoe maak je uiteindelijk van alle feiten en informatie een lopend verhaal dat toch spannend is?
“In een spreadsheet in Excel heb ik per hoofdstuk onder meer de ontwikkeling van de personages en de ontrafeling van het raadsel gezet. Ik heb voor mezelf op een rijtje gezet welke aanwijzing ik waar in het boek geef en ook het tijdsverloop. Als je gaat schrijven gaan er echter toch weer dingen anders en daar heb ik op een gegeven moment het schema op aangepast. Soms ontdek je dan dat een aanwijzing ontbreekt of een aanwijzing verder geen rol speelt, waardoor het wel echt een puzzel is geweest. Maar toen ik eenmaal een raamwerk had en wist dat de hoofdlijn klopte, schiep dat creatieve vrijheid. Het schrijven van de scènes en dialogen ging daardoor heel soepel. Ik zag het verhaal dan voor me en wist wat er in de dialoog moest gebeuren.”
Het boek wordt vergeleken met de Da Vinci Code van Dan Brown. Wat vind je van deze vergelijking?
“Wat ik wel mooi vond was dat het Noordhollands Dagblad op internet kopte dat de literaire thriller De Geheime Oorsprong Dan Brown en Umberto Eco naar de kroon steekt. Het is de spanning van Dan Brown, en de literaire diepgang van Umberto Eco. Eco heeft de neiging om in het begin bewust de lezer het wat moeilijk te maken. Dat heb ik niet bewust gedaan, maar terugkijkend, krijg je in het eerste deel de meeste informatie mee. In combinatie met wat mysterieuze beginscénes, kan dat bijdragen aan het gevoel dat het als lezer echt een quest is. Iets waar je zelf ook moeite voor moet doen. Als je uit je comfortzone komt, sta je volgens bepaalde onderzoeken meer open voor de nieuwe perspectieven en kansen op zelfreflectie die je later in het avontuur tegenkomt. Dat zijn wat Umberto Eco elementen erin. En wat betreft Dan Brown; daar heb ik het element van de reli-thriller vandaan. Daarbij wil ik geen kopie zijn en kies ik met de ‘true quest’ een eigen pad. Zoals de ‘true crime’ voortbouwt op een echte misdaad, en de van Tomas Ross bekende ‘faction’ op een ware gebeurtenis, draait het hier om een door een echt mysterie ingegeven quest. En ik probeer bijvoorbeeld anders dan Dan Brown een brug te slaan over religieuze grenzen heen. Maar per saldo was ik trots op de dubbele vergelijking.”
DR. Peter van der Veen, archeoloog en bijbelwetenschapper aan de Johannes Gutenberg Universiteit in Mainz, heeft het volgende over het boek geschreven: ‘Een prachtige en goed onderbouwde literaire thriller met nieuwe perspectieven die uitdagen tot verder onderzoek.’ Is het bij je bekend of dat ‘verdere onderzoek’ nog een vervolg krijgt?
“Nee. Het boek is nog vrij kort uit, dus ik heb nog niet heel veel reacties gekregen. Ik wil er zelf meer onderzoek naar doen, en het zou mij niets verbazen als iemand anders het ook oppakt. Toevallig heeft een paar dagen geleden de Universiteit van Leiden wel een stukje aan mijn boek gewijd op hun website. En in het huidige nummer van Geschiedenis Magazine staat een bericht. Dat vond ik bijzonder, dat uit een roman nieuws wordt gehaald, echt een ‘true quest’. True quest is een nieuw genre dat ik introduceer met De Geheime Oorsprong en wat is afgeleid van true crime. Met true quest wordt de in het boek beschreven ontdekkingstocht bedoeld langs gebouwen en locaties die grotendeels allemaal echt bestaan.”
Is bij het schrijven van dit boek een hoger doel geweest om mensen te bewegen opnieuw naar onze oorsprong te kijken?
“Het is niet zo dat ik vind dat iedereen die het boek heeft gelezen dat moet gaan doen. Ik vind het ook leuk als ik van iemand terug hoor dat die het met veel plezier gelezen heeft, het boek spannend vond en dat was het. Het is niet een soort missie, maar ik vind het inderdaad wel mooi als mensen door het boek wat meer gaan reflecteren op hoe we met elkaar omgaan, en hoe we heel erg geneigd zijn heel beperkt vanuit ons eigen perspectief te kijken naar bijvoorbeeld het geloof als je niet gelovig bent en ook andersom. En het inzicht in de geheime oorsprong helpt me zelf, ook als schrijver.”