Als langzaam maar zeker het normale leven, na de Covid-pandemie, weer op gang begint te komen, is de tijd ook weer gekomen voor auteurs om hun boeken fysiek aan het publiek te tonen en daar hun verhaal bij te vertellen.
Op donderdag 17 maart had Paagman in Den Haag Tomas Ross de gelegenheid gegeven om zijn nieuwe boek te presenteren aan zo’n zeventig geïnteresseerde lezers van de verhalen van Ross.
De inmiddels 77-jarige Ross is met De man zonder gezicht toe aan zijn 77e boek (!). En bij aanvang van zijn lezing verontschuldigde hij zich bij zijn toehoorders om het lezen van een blaadje. Dat deed hij omdat hij in inmiddels al midden in het proces van zijn 78e boek zit. Van stilzitten is geen sprake bij de vitale auteur.
De man zonder gezicht begint op 10 september 1944 vlak voor de Operatie Market Garden in Arnhem, maar speelt zich voor het grootste gedeelte af in de hoogtijdagen van de Amsterdamse Provo-protesten in Amsterdam.
Zoals het een echte Ross betaamt is dit dus ook weer een ‘faction’ boek. Fictieve en geschiedkundige gebeurtenissen worden door elkaar gebruikt. En de kunst van Ross is dat de grens tussen deze gegevens vaak vrij dun is. Want wat is in het verhaal nu fictie en wat is waargebeurd?
Het schrijven van faction, zeker als het verhaal zich in niet al te verre geschiedenis heeft afgespeeld, vergt een accuratesse op het gebied van research. Zeker als je als auteur gebruik maakt van het beschrijven van de omgeving.
Daarover vertelt Ross een anekdote die betrekking heeft op zijn eerdere boek De koerier van Sarajevo. Nadat dat boek was verschenen, waar Ross erg zijn best had gedaan om de omgeving tot in de puntjes te omschrijven, krijgt hij enige tijd later een brief van de ambassadeur. Deze complimenteert de auteur met zijn prachtige boek, maar heeft nog wel vier kantjes aan opmerkingen die voornamelijk over zijn omschrijvingen over Sarajevo gaan.
In een zin noemt Ross tijdens de boekpresentatie een gesprek met wijlen Robert Ludlum, van wie bekend was dat hij zijn research niet zo nauw nam. Toen Tomas Ross richting Ludlum een opmerking maakte over de beweging dat een AWACS op het vliegveld van Saba kon landen en over de stranden van dit eiland (die er gewoon niet zijn), kreeg Ross als antwoord van de mateloos populaire schrijver “in het verleden wel”. En daar kon hij het mee doen.
Dit zijn een paar van de anekdotes die Ross tijdens zijn boekpresentatie vertelt en waarmee hij de bezoekers aan zijn lippen heeft hangen. “Het verhaal van het boek vertellen doe ik niet, jullie kopen het boek maar om achter dit verhaal te komen”. Natuurlijk krijgt men wel in grote lijnen waar het verhaal over gaat, maar Tomas Ross wil vanavond zijn luisteraars meenemen op een tocht door Den Haag.
En dan met name die gebouwen die met spionage te maken hebben gehad of nog steeds hebben. Ross is opgegroeid in een klimaat van geheime diensten. Zijn vader was een man die aan de oprichting van de BVD heeft gestaan. Maar binnen het gezin was dat nooit echt bekend. Toen zijn vader dit aan zijn zoon probeerde te vertellen, lag deze vijf minuten lang te rollen op de grond van het lachen, alleen al om het idee dat zijn vader dit soort werk deed. Hij wist niet beter dan zijn vader een functie had bij Buitenlandse Zaken.
Dat dit niet altijd een voordeel was merkte Ross toen hij ging studeren in Amsterdam aan de huidige UVA. Zijn vader bracht hem naar zijn kamer in de hoofdstad en toen hij uitstapte, zei hij: “Als ik merk dat je lid ben geworden van die radicale linkse studentenclubjes, kom ik terug naar hier om persoonlijk je benen te breken”. En zo reed pa Hoogendoorn weg.
Aan de hand van foto’s laat hij gebouwen en huizen zien die gebruikt werden door de Russen en Oost-Duitsers voor spionageactiviteiten, een gegeven wat ook in dit boek terugkomt. En juist hier merkt men de gedrevenheid, maar ook de kennis van Tomas Ross.
Het verhaal in De man zonder gezicht blijft overigens niet beperkt tot Den Haag maar loopt via Amsterdam, Haarlem, Zuid-Limburg naar West-Duitsland en Oost-Berlijn en naar Italië.
Na bijna een uur zijn verhaal verteld te hebben, klinkt het applaus voor Tomas Ross. Een applaus wat eigenlijk nooit lang genoeg kan zijn, gezien het omvangrijke aantal prachtverhalen die hij aan de Nederlandse literatuur heeft toegevoegd.
Dit 77e verhaal van Ross belooft weer een nieuw hoofdstuk te worden in zijn rijke carrière en de 78e komt eraan. Als extra laat hij al wel weten waar het nieuwe verhaal zich af gaat spelen, namelijk in Afghanistan.
Maar eerst De man zonder gezicht. Na afloop van de boekpresentatie is er gelegenheid om het nieuwe boek aan te schaffen en te laten voorzien van een persoonlijke noot van de schrijver. En dat is voor ondergetekende een niet te missen kans. Eindelijk weer een fysieke boekpresentatie, we krijgen er geen genoeg van!