In Kwaad bloed, geschreven door de Vlaamse Tine Bergen, draait alles rond een gesloten-kamermoord (een ‘locked-room mystery’) in de universiteitsstad Leuven. Gestaag timmert Bergen aan de weg. Als schrijver is ze veelzijdig; dit heeft ze reeds bewezen met de publicatie van jeugdboeken, fictie en non-fictie voor een volwassen lezerspubliek.
Zeven jonge mensen wonen samen in een studentenhuis. Een ervan, Vinz, wordt dood aangetroffen in de gezamenlijke keuken. Serge neemt meteen het voortouw, hij is immers de beste kompaan van het slachtoffer. Hij weigert evenwel de politie in te schakelen en speelt liever zelf voor speurneus. Zijn medebewoners sluit hij op in de keuken, waar Serge koste wat het kost de dader wil ontmaskeren. Op het eerste gezicht lijkt iedereen zuiver op de graat, desalniettemin heeft iemand een moord op zijn of haar geweten. Elkeen kan in elk geval een motief hebben gehad om Vinz te doden. Wie heeft kwaad bloed gezet? Lees en zoek de dader.
‘Serge gooit triomfantelijk zijn kin in de lucht. Eindelijk, eindelijk komen ze ergens. De adrenaline giert door zijn lijf.’
Over de proloog hangt een waas van geheimzinnigheid; het is een mistige start die pas later in het boek helemaal opklaart. Aanvankelijk lijkt het zelfs ietwat complex en overladen; geen nood, alles valt wel in de juiste plooien. Als lezer puzzel je mee; vanaf het begin besef je dat één van de zes overlevenden een potentiële moordenaar is. Het gaat hier niet alleen om de schuldige te vinden; het hoe en waarom zijn ook van belang.
In korte en ongenummerde hoofdstukken komen alle mogelijke verdachten uitvoerig aan het woord. Mondjesmaat verneem je steeds meer over hun achtergrond en karakter. Op deze manier leer je ze grondig kennen, dit geldt evenzeer voor de overleden Vinz. Uiteindelijk valt de dader door de mand. Als klap op de vuurpijl tovert Bergen aan het eind nog een opzienbarende plotwending uit de mouwen.
‘Als een ander opmerkte dat bier toch beter was dan wijn, dronk Vinz een liter bier om uit te testen wie er gelijk had.’
De constante perspectiefwisselingen zorgen voor enige vaart. Nochtans behoud je vlotweg het globale overzicht. Een degelijk uitgewerkt moordmysterie, dus. Het boek is ietwat te lang uitgesponnen en bevat te veel herhalingen. De onderhuidse spanning is de hele tijd aanwezig; tevens kunnen de emoties bij momenten hoog oplopen. Bepaalde intriges zijn echter overtrokken en onaannemelijk. Dit laatste zorgt ervoor dat je als lezer regelmatig de wenkbrauwen fronst met de vraag of het vertelde wel mogelijk is.
Los van de moord op Vinz, behandelt de auteur een aantal thema’s: identiteitscrisis, studentendopen, medische experimenten, drugs en kwaad bloed (zonder iets hierover te onthullen). Dit alles vertelt Bergen in een heldere taal en ze hanteert een toegankelijke stijl.
Kwaad bloed is een beklemmend misdaadverhaal, verpakt in een psychologische thriller.