Het boek Dracula van Bram Stoker is volgens velen de basis voor nagenoeg alle gothic-horrorverhalen. Niet alleen voor de boekenkasten vol geschreven met verhalen over vampiers en andere bijbehorende creaties. Dracula heeft ook zowel op het toneel als in de films met grote regelmaat regisseurs en toneelmakers geïnspireerd tot het produceren van hun ideeën hoe deze fictieve Graaf in hun ogen vormgegeven moest worden.
Dracula is door de vele publicaties en verfilmingen een nog grotere mythe geworden, iets waarvan Bram Stoker alleen maar gedroomd kan hebben. Ook nu nog is de Graaf met zijn kenmerkende hoektanden een gewild item in de diverse feestwinkels rond Halloween. Aan populariteit nog steeds geen gebrek, en het ziet er niet naar uit dat dit snel gaat veranderen. Waarom?
Het gebruik van de naam Dracula heeft in de geschiedenis een ongekende wildgroei en een ongebreidelde uitbuiting van deze creatie doorgemaakt. Met name dit en de familiegeschiedenis van de Stokers heeft de Canadese auteur Dacre Stoker, wie een verre achterneef van Bram Stoker is, doen besluiten om dit gebruik van de naam in te kapselen. En met name boeken te gaan schrijven die de naam Stoker weer moest gaan dragen.
Hij besloot om een sequel te schrijven, die de lijn van Dracula zou volgen. “Ik wilde samen met scriptschrijver Ian Holt de creatieve controle terugpakken met de naam Stoker”. “Wij wilden teruggaan naar de bron van het verhaal, die de geest van Bram Stoker moest belichamen”.
In 2009 kwam Dracula: The Un-dead uit. Beide auteurs maakten gebruik van de karakters en handgeschreven notities en plottwisten, die in de originele versie geen plek hadden gekregen. Tezamen met de uitbereide onderzoeken die Dacre Stoker voor dit boek had gedaan was dit boek, waarmee hij de naam Stoker weer direct aan Dracula wilde koppelen, zijn debuut.
Opvallend was dat dit boek zo verschillend werd gewaardeerd door het publiek. Er volgden totaal verschillende recensies, alsof lezers twee verschillende boeken hadden gelezen. Op de site Goodreads zijn de verschillen duidelijk; lezers die absoluut met het boek weglopen en lezers die het een compleet zonde van het papier vinden.
In de herfst van 2012 bracht Dacre Stoker, in samenwerking met Elisabeth Miller, het verloren gewaande Dublin Journal uit. Jarenlang was men er van uit gegaan dat dit Dublin Jounal was vernietigd. Maar het was al deze jaren in het bezit van de familie Stoker, met name bij het achterkleinkind van Bram Stoker, Neil Dobbs. Dit manuscript is eigenlijk een aaneenschakeling van ideeën en gedachten van Bram Stoker die hij later zou uitwerken in Dracula. Dit Dublin Journal gaf voor de Dracula-kenners een mooi inzicht in de gedachtegang van Bram Stoker in de periode toen hij Dracula begon te schrijven.
We stappen door naar 2023: nu verschijnt van de hand van Dacre Stoker in samenwerking met J.D. Barker Dracul. Dit verhaal speelt zich af in de periode dat Bram Stoker een jong ventje en permanent ziek was, veel thuis moest blijven en verzorgd moest worden. De fictieve verhaallijn gaat met name over de verzorgster van Bram, die zich zeer merkwaardig gedraagt.
Dracula blijft dus een bron van inspiratie voor vele auteurs en regisseurs. Maar wie was nu eigenlijk de geestelijke vader van Dracula, Bram Stoker?
Hij is geboren op 8 november 1847 in Clontarf, wat aan de noordzijde van Dublin ligt. Bram was het derde kind uit een gezin die uiteindelijk zeven kinderen zou krijgen. Vader Abraham was ambtenaar, wat in die tijd nog een baan was waar tegenop werd gekeken. Moeder Charlotte Thornley was, zoals dat in die tijd gewoon was, altijd thuis, maar wel met bedienden en verzorgers om haar heen. De familie Stoker was niet onbemiddeld.
Bram was in zijn jeugd, zoals al aangehaald, bedlegerig. Men wist eigenlijk niet zo heel goed wat hij nu eigenlijk mankeerde. Uitgerekend in deze periode kwam hij met de meest uiteenlopende fantasieën die hij later grofweg in het Dublin Journal zou vermelden, en zou uitwerken in Dracula. Het boek wat Dacre Stoker en JD Barker hebben geschreven, Dracul, speelt zich af in deze tijd.
Toen hij op 7-jarige leeftijd naar school ging, verdwenen de ziekteverschijnselen en bleek dat hij ook geen lichamelijke gevolgen had overgehouden aan deze aandoening. Hij zou dan ook opgroeien tot een gezonde jongeman, die uiteindelijk een prima rugbyspeler zou worden op het Trinity College, welke hij bezocht van 1864 tot 1870 en waar hij in 1875 zijn diploma behaalde.
Terwijl hij studeerde raakte hij steeds meer geïnteresseerd in het theater en toen hij ging werken voor de Irish Civil Service, kon hij daarnaast beginnen als theaterrecensent voor de Dublin Evening Mail. Omdat het theater in die tijd voornamelijk een bezigheid was voor ‘Happy Few’, werd er nogal arrogant en neerbuigend tegen theater recensenten aangekeken. Maar Stoker trok al snel op een positieve manier de aandacht en dat met name door de kwaliteit van zijn recensies. Hierdoor raakte hij beter bekend in de beau monde van het theater.
Maar Stoker had meer op met het schrijven en naar aanleiding van zijn succes als recensent wilde hij meer. Hij durfde het ook wel aan om zelf te gaan publiceren. Hij begon met het schrijven van korte verhalen, die in diverse bladen werden gepubliceerd. Zo verscheen in 1872 in The London Society zijn debuutverhaal Crystal Cup. Later schreef hij voor The Shamrock, een Iers blad The Chain of Destiny, welke in vier delen werd afgedrukt.
In 1876 begon hij met het schrijven van zijn eerste non- fictie verhaal, welke verscheen in 1879. Deze The Duties of Clerks of Petty Sessions in Ireland werd direct een succes en zo was de Stoker niet alleen in de theaterwereld doorgebroken maar maakte hij nu ook naam als auteur.
Twee jaar later trouwde Stoker met Florence Balcombe, een jonge dame van goede komaf en een prima partij voor diverse gegoede families. Zij verkoos Stoker boven Oscar Wilde, een keuze die in deze periode wel wat stof deed opwaaien. Dat was namelijk niet de eerste de beste…
Het echtpaar verhuisde na hun huwelijk naar Londen, waar Stoker zakelijk business manager werd van het Lyceum Theatre in West end, een baan die hij 27 jaar lang zou uitoefenen. Door de contacten in de theaterwereld maakte hij kennis met Sir Arthur Conan Doyle, die hem op het spoor zette om zijn auteurschap weer serieus te gaan nemen. Maar de werktijden in het theater waren lang. Zo lang dat Stoker niet veel tijd over had om serieus tijd te steken in het schrijven.
Dat schrijven deed hij in de vakantieperiode als het gezin zich een maand lang verstopte in Cruden Bay in Schotland. Twee van zijn boeken spelen zich ook af in dit Schotse dorp ; The Watters Mou uit 1895 en The Mystery of the sea uit 1902. Dit was ook de plek waar hij in 1895 zijn fantasieën uit het verleden en zijn gedachten uit The Dublin Journal bij elkaar haalde en begon te schrijven aan Dracula. Het kasteel van Slains (Slains Castle) is naar alle waarschijnlijkheid het kasteel wat model heeft gestaan voor wat Castle Dracula wordt genoemd.
Het laatste zetje wat Stoker nodig had om zijn fantasieën op papier te zetten was de ontmoeting met de Hongaarse schrijver Armin Vambery, die verhalen schreef die wel wat weg hadden van de manier waarop Stoker Dracula heeft geschreven. Dus was hij duidelijk door deze auteur geïnspireerd. Hij schreef het boek dan ook in de stijl van Vambery. Daarnaast heeft Stoker met name veel Centraal- en Oost-Europese verhalen en folklore uitgeplozen om de juiste sfeer te pakken, zoals hij dacht dat bij het verhaal zou horen. Hij combineerde dit met onderzoek naar mythologische verhalen rond vampiers.
Dracula is een roman die is opgebouwd via realistische maar compleet fictionele dagboekverslagen, telegrammen, brieven, logboeken van schepen en stukken uit diverse kranten. Op deze manier probeerde Stoker een realistisch geheel van zijn verhaal te creëren. Deze manier van het opbouwen van het verhaal is in de tijd dat Dracula zou verschijnen eigenlijk al ouderwets en achterhaald genoemd. De reden dat Stoker toch voor deze stijl van schrijven koos had met name te maken dat hij zijn verhaal door deze manier meer diepgang mee wilde geven en daardoor dit uit diverse perspectieven bezien kan worden. Hierdoor wordt het verhaal niet uit de alwetende verteller opgebouwd, maar wordt het boek uit verschillende kanten beleefd.
Ondanks dat Dracula dus op een ouderwetse manier werd geschreven, was het boek zeker niet ouderwets. Integendeel. Dit boek wordt gezien als een roman die de worsteling tussen traditionele waarden en de niet af te stoppen modernisatie, tijdens het einde van de 19e eeuw.
Stokers roman behandelt het groeiende conflict tussen het verleden met folklore, legendes en religie en de steeds sneller groeiende moderne wereld, met de technologie en vooral het positivisme die aan het einde van de 19e eeuw zo gemeengoed was en zou duren tot het begin van de Eerste Wereldoorlog.
Kenmerkend voor deze tegenstelling is het personage Van Helsing, die gebruik maakt van methodes die voor die tijd vrij modern genoemd mochten worden. Maar om toch een beetje tegenwicht te geven heeft Stoker bedacht dat Van Helsing ook wel vasthield aan zijn geloof in het bovennatuurlijke.
Deze tegenstellingen maken van Dracula een boek dat niet door iedereen juichend werd ontvangen. Het verhaal riep verschillende emoties en reacties op en daardoor werd het zeker in het begin van verschijning geen doorslaand succes. Echter in de wat gegoede kringen werd het boek goed ontvangen.
Ook de recensies in de kranten waren in grote lijnen positief en met name de Daily Mail vond het boek van Stoker “een uitstekend voorbeeld hoe gothic horror moet worden geschreven”. Ondanks deze positieve grondhouding werd het boek eigenlijk pas populair bij de lezers van een generatie later. De meeste lezers uit het Victoriaanse tijdperk vonden Dracula vooral een prima avonturenboek. Pas later kreeg het de status van horrorklassieker.
In totaal schreef Stoker vijftien romans en drie collecties met korte verhalen en met name de verhalen die na Dracula uitkwamen behandelden meer dan eens het occulte.
Bram Stoker overleed in Londen op 20 april 1912, nadat hij een aantal maal een beroerte had gehad. Sommige biografen van Stoker gaven als reden voor de dood van de schrijver dat dit met zijn overwerktheid te maken had. Het was bekend dat hij een workaholic was. Maar de officiële reden van zijn dood was een langdurig verwaarloosde syfilisinfectie.
Hij maakte de eerste verfilmingen van het verhaal wat hem beroemd maakte dan ook niet meer mee. Hier werd dus duidelijk dat het met de bescherming van de naam Dracula niet goed geregeld was. De betreffende film, Nosferatu met Max Schreck in de hoofdrol werd een filmklassieker, maar niet zozeer om de reden waar de regisseur naar zocht.
De nabestaanden van Stoker wilde niets van deze verfilming weten en spande een rechtszaak aan tegen de makers. De zaak zou meer dan vier jaar duren en uiteindelijk kregen de nabestaanden gelijk. De kopieën van de film moesten worden vernietigd. Één kopie is nooit vernietigd en heeft later de cultstatus gekregen.
Het copyright van Dracula is helaas nooit goed geregeld en uitgerekend een ver familielid van Bram Stoker heeft zich tot taak gemaakt om dit terug te brengen naar de familie en de rechten terug te halen. Hij streeft ernaar om de naam Stoker weer direct in lijn te brengen zodat de wildgroei in de naam Dracula beperkt kan worden. Een nobel streven maar of dit filmmakers en schrijvers afschrikt valt maar te bezien. Voorlopig lijkt er geen rem te zitten op de emotie die Dracula nog steeds oproept. En eigenlijk is dit het grootste compliment wat Bram Stoker ooit kon krijgen.