Deze eerste maand van het nieuwe jaar heeft voor de lezers van thrillers een nieuw boek gebracht, wat met verwachting naar werd uitgekeken. Kleinste kwaad van Floris Kleijne is op 11 januari verschenen, als een vervolg op zijn succesvolle Klaverblad, waarmee hij de Schaduwprijs voor de beste debuutthriller van het jaar 2021 binnensleepte. Daarnaast werd hij als enige debutant ook nog genomineerd voor de Gouden Strop.
Als debutant zijn dit opmerkelijke prestaties en zorgt ervoor dat de lat voor de tweede thriller al vrij hoog ligt. Kleijne mocht dan wel voor het genre thriller als een debutant worden gezien, maar deze geboren Amsterdammer had met name als schrijver voor korte verhalen al een aantal goed ontvangen publicaties op zijn naam staan, maar dan niet zo zeer in Nederland.
Sterker nog, in 2003 was hij finalist voor de gerenommeerde Writers of the Future Award. Deze L. Ron Hubbard’s Writers of the Future contest is een gelegenheid voor debuterende schrijvers van science fiction en fantasy om hun werk te laten beoordelen door een aantal van de topauteurs in dat genre. Deze prijs is in 1985 in het leven geroepen door L. Ron Hubbard, een schrijver die je op zijn zachtst gezegd vrij productief kon noemen. Hij schreef in een periode van ongeveer vijftig jaar meer dan 300 boeken en korte verhalen.
Deze Writers of the Future Award wordt viermaal per jaar uitgereikt en in 2004 was het raak voor Floris Kleijne. Hij wist de felbegeerde prijs te winnen met zijn verhaal Meeting The Sculptor, wat later in het Nederlands vertaald zou worden onder de naam Ontmoeting met vormgever en in 2013 werd uitgebracht.
In een interview uit 2014 ging Kleijne uitgebreid in op deze prijs en de gevolgen die dit had op zijn schrijverscarrière. Hij stelde daarin dat hij alles wat hij sindsdien als schrijver had bereikt mede had te danken aan de twee verhalen die hij voor deze award schreef.
“Het is niet dat de uitgevers direct op de stoep staan bij je, maar met zo’n prijs op je CV zijn ze zeker eerder bereid om je werk serieus te nemen. En met name bij veel tijdschriften is dit een aanleiding om sneller door een selectie heen te komen.”
“Daarvoor had ik alleen nog maar een suspense- verhaal verkocht en nu mocht ik workshops bijwonen, in de VS, van schrijvers die ik verder alleen maar vanuit mijn boekenkast kende en mocht ik in smoking een prijs in ontvangst nemen. En stonden mijn verhalen in het soort internationale bundels die ik zelf mijn hele leven al verslond. Voor mij als een chronisch twijfelende schrijver was dit een enorme opsteker en kon ik blijkbaar toch wel iets”.
Uitgeverij LINK gaf in 2013 de twee werken van Kleijne in het Nederlands uit. De reden dat Kleijne over was gegaan tot het schrijven van zijn korte verhalen in het Engels was dat er gewoon te weinig markt was voor korte verhalen in het Nederlands. Maar met name door deze fondsen werd het mogelijk om zijn werk dus ook in het Nederlands uit te brengen.
Ontmoeting met vormgever gaat over de dertiger Mark, een seksist met een alcoholprobleem en zijn antagonist Jolo. Dat is een amorele estheet uit de toekomst die met Mark zijn leven speelt voor zijn eigen artistieke doeleinden.
“In een roman zouden de persoonlijke geschiedenislessen van hun beiden de ruimte krijgen, maar in dit korte verhaal maak ik twee tijdstippen relevant en de rest wordt allemaal gehint en gesuggereerd. Ik vind dat als schrijver en als lezer erg bevredigend. Ik krijg als lezer maar ook als schrijver veel meer de ruimte om zelf zaken in te vullen. En daarom wordt de verbeelding ook maximaal geprikkeld” volgens Kleijne in 2014.
Deze zienswijze gebruikte hij wederom toen hij in 2020 twee totaal verschillende korte verhalen uitbracht. Wiegelied is een prachtig ingetogen verhaal waarbij de auteur rouwverwerking een gezicht heeft gegeven en dit op een hele waardige manier op papier weet te zetten.
Het tweede korte verhaal, Zomerfeest bij gaslicht, is juist het tegenovergestelde. De ingetogenheid die hij in zijn vorige verhaal toonde is compleet overboord gegooid en laagje voor laagje wordt dit verhaal opgebouwd en mondt uit in een einde waar alle mystiek die in het verhaal is samengebracht tot uiting komt.
Beide korte verhalen zijn gebundeld en uitgegeven in 2021. En in deze twee verhalen laat Kleijne zien wat voor een veelzijdig auteur hij is. Het maakt niet zo heel veel uit welk genre hij schrijft, hij weet telkens zijn lezers te verbazen met zijn talent voor afwisseling.
Maar de toekomst die Kleijne zelf voor zich zag was een toekomst met het schrijven van een ‘serieus’ boek zoals hij dit zelf omschrijft. Zo’n beetje in 2015 of 2016 besloot hij hiertoe maar had eigenlijk nog geen idee welke kant hij als schrijver op wilde. Vanaf het moment dat hij begon te schrijven had hij alle genres aangestipt; van fantasy tot horror naar spanning en zelfs mierzoete romantiek. Zelf heeft hij zich nooit willen vastpinnen op een bepaald genre, maar altijd het verhaal geschreven waar hij op dat moment mee in zijn hoofd zat.
In een interview van 2021 ging Kleijne in hoe hij tot de beslissing kwam om uiteindelijk zijn eerste thriller, Klaverblad te gaan schrijven.
“Ik had een half dozijn verschillende ideeën in uiteenlopende genres en ook in diverse talen. Epische fantasy, harde SF, een mainstream verhaal in het hedendaagse Nederland, een weerwolf whodunit of een Michael Crichton achtig verhaal over een pandemie en het idee wat uiteindelijk tot Klaverblad heeft geleid. Alle ideeën waren mij even dierbaar en ik vond ze ook allemaal interessant om te gaan uitwerken”.
“Waarom reden waarom ik bij klaverblad ben uitgekomen was, dat als ik hier serieus werk van wilde maken, moest voor mij de randvoorwaarden zo laagdrempelig mogelijk maken. Heet boek werd dus een nadrukkelijk Nederlands idee, wat betekende dat agenten en uitgevers veel gemakkelijker toegankelijk waren, omdat ze zich in hetzelfde land bevonden. En thrillers worden veel meer gelezen en uitgegeven, zodat mijn kansen werden vergroot om voor dit genre te gaan” aldus Kleijne.
Klaverblad is door de structuur van het verhaal en de inhoud wel als een corporate thriller betiteld, iets waar Kleijne zich wel in kan vinden. De vergelijking met Charles den Tex is dan ook snel gemaakt en daar kan de auteur zich wel in vinden.
Vooral omdat de boeken van Den Tex laten zien dat verhalen die zich in het bedrijfsleven en de technologie afspelen zeker wel levensvatbaar zijn en succesvol kan zijn. Dit was voor Kleijne niet zozeer een inspiratie, maar meer een aanmoediging dat hij best wel eens op het goede spoor kon zitten.
En dat bleek, want Klaverblad werd een instant success in de thrillerwereld en zoals al gezegd werd hij direct voorzien van de Schaduwprijs voor beste debutant in 2021 en een nominatie voor de Gouden Strop.
Naast het verhaal wat Kleijne zijn lezers voorschotelt zijn met name de personages die hij opvoert iets wat het boek meer dan de moeite waard is. Met Roelant lijkt hij op het eerste gezicht een standaard privédetective op te willen voeren, maar gedurende het verhaal wordt deze eerste gedachte steeds meer ontkracht en aan het einde van het verhaal is er niet veel meer over van deze gedachte. Kleijne weet binnen het verhaal dit personage steeds meer van het originele uitgangspunt te verwijderen.
Naast deze privédetective staat eigenlijk het personage van Zorah, een creatie van Kleijne die het boek een enorme impuls geven. Zij is een vrouw met een enorm trauma vanuit haar vroegere jeugd. Haar moeder is in haar bijzijn vermoord en de auteur krijgt het voor elkaar om dit gegeven zo authentiek mogelijk te verwerken in zijn verhaal.
“Ik heb niet echt veel gericht onderzoek gedaan om het personage van Zorah te verzinnen. Ik heb mij in haar ingeleefd en opgeschreven hoe ik dacht dat ze in mijn belevenis zou zijn, met alles wat ze had meegemaakt. Ik heb het karakter verzonnen op hoofdlijnen, veel over haar nagedacht en in mijn hoofd met de mogelijkheden gespeeld. Het is dus eigenlijk niet zozeer een gemiddelde, wetenschappelijk goed onderbouwde manier van omgaan met trauma, maar op de manier waarvan ik in mijn gedachte met Zorah bezig was”.
Wat met name ook opvallend is aan Klaverblad is dat de verhaallijnen van Zorah en Roelant niet gelijk lopen, wat eigenlijk door de auteur bewust is gedaan om deze verhaallijnen zo goed mogelijk van elkaar te kunnen onderscheiden, waarbij hij er ook voor koos om Zorah in de eerste persoon te vertellen en Roelant in de derde persoon.
Daarnaast ontstaat er al snel in het boek een seksuele spanning tussen Zorah en Roelant, die naarmate het verhaal vordert en met name het personage van Roelant verandert neemt ook deze spanning af. Dit is bewust zo gedaan omdat Kleijne aan wilde geven dat beide personages in het begin van het verhaal iets in elkaar herkenden en naar elkaar snakten, maar dit op termijn voor beide niet goed meer werkte.
Aan het einde van het interview van 2021, waar in dit achtergrondverhaal uit wordt geciteerd, wordt Kleijne de vraag gesteld of we na Klaverblad ook nog een vervolg kunnen verwachten. “Hiervoor ben ik overgeleverd aan de genade van de Boekerij, maar er zitten al jaren een aantal vervolgverhalen in mijn hoofd. Een daarvan heb ik al onderhanden. In dat boek komen allerlei personen vanuit Klaverblad weer terug, inclusief uiteraard Zorah en Roelant. Gelukkig is mijn redacteur net zo dol op die twee als ikzelf”.
En dat heeft dus geresulteerd in de tweede thriller van Floris Kleijne. Kleinste Kwaad, waarin Roelant en Zorah elkaar weer tegen zullen komen. Al met al is het best een uitdaging voor Kleijne om Klaverblad te evenaren of zelfs te overstijgen. In ieder geval is dit boek iets voor de liefhebbers om te bevestigen of Kleijne zijn succes kan continueren.