Wat hebben de geheime (kunst)schatten van Adolf Hitler en de verkiezingscampagne van John F. Kennedy met elkaar gemeen? Het zijn twee ogenschijnlijk losse gebeurtenissen, ver van elkaar verwijderd in tijd en omvang. A.C. Porter (1979), een pseudoniem van een internationaal strafrechtadvocaat, durft dit vraagstuk aan en schreef er de factionthriller De erfgenamen over.
Ezra, Salo, Elias en Samuel zijn 4 Joodse weeskinderen die anno 1945 ondergedoken zitten in een afgelegen huis aan de bossen van het stadje Berchtesgaden. Wat zij niet weten – maar hun behoedster Frau Beer zeer waarschijnlijk wel – is dat dit huis midden in het bolwerk van het Nazisme staat, met onderkomens van Adolf Hitler en topleden van de SS. Het is daarom ten strengste verboden het huis te verlaten, maar brutaal als de kinderen zijn, onderneemt Ezra een nachtelijke tocht en belandt in ondergrondse schuilkelders vol bijzondere spullen. Wanneer er plots vuurgevechten uitbreken, vindt Ezra op haar vlucht naar huis een opmerkelijk koffertje, dat ze besluit mee te nemen. De gevolgen van deze vondst kan ze dan nog niet inzien, maar zal hun leven voorgoed veranderen. Dat gebeurt al deels als Salo onverwacht dood wordt aangetroffen.
Jaren later zijn de nog levende wezen neergestreken in Amerika, wonend bij de familie van senator Walsh. Elias en Samuel werken in het Senaat, en ook Ezra heeft een baan in de politiek gevonden. In het campagneteam van de opkomende senator John F. Kennedy bereidt ze de zogeheten primaries voor, de voorverkiezingen van de Amerikaanse presidentsverkiezingen, zonder daarbij nog aan het verleden te denken. Maar wanneer Elias op brute wijze wordt vermoord, beseft Ezra dat de gebeurtenissen uit het verleden nog niet vergeten zijn.
De erfgenamen is een fijne combinatie van fictie en feiten. Zonder de geschiedenis te veranderen, geeft A.C. Porter stemmen aan historische personen als Hitler, JFK, maar ook de zus van Hitler en de vader van Kennedy. Hoofdzakelijk draait het verhaal om Ezra Walsh. Vanuit haar oogpunt beleven we het verhaal en ontdekken we de geheimen die de vier in hun jeugd hebben meegemaakt. Alleen Ezra heeft het gevoel dat hun ontdekkingen niet onopgemerkt zijn gebleven en dat ze zodoende allemaal gevaar lopen. Porter weet de spanning langzamerhand op te bouwen, en versnelt op driekwart van het verhaal. Middels flashbacks ontdekt ook de lezer de geheimen, en Ezra weet dat alleen zij de dreiging en het gevaar kan stoppen. Ze moet daarvoor terug naar waar het voor hen allemaal begon.
Het type verhaal is als een kruising tussen Robert Harris en Tomas Ross, al mogen we A.C. Porter bewonderen om zijn eigen kwaliteiten. Hij schrijft met een vlotte pen, waarbij hij feitelijke scènes afwisselt met spannende actie en suspense. De passage waarin de jonge Ezra de geheimen van Hitler ontdekt tijdens een risicovol uitstapje vanuit het onderduikadres, terwijl de kogels tussen de bomen door schieten, levert enkele adembenemende leesminuten op. Maar ook de politieke beslissingen waar de adolescente Ezra zich mee bemoeit, bevatten de nodige spanning. Waar de verschillende historische tijdspaden op voorhand als een vraagstuk worden gezien, weet A.C. Porter gedurende het verhaal de thema’s moeiteloos te verweven. Het is interessant, leerzaam en vermakelijk.
Met De erfgenamen presenteert A.C. Porter zich op het thrillertoneel. Zijn originele invalshoeken en zijn meeslepende manier van vertellen maken dit boek een indrukwekkende thriller. Wetende dat het pas zijn debuut is, legt Porter zijn lat behoorlijk hoog, al zal hij gezien zijn ervaringen en inspiratie daarover heen kunnen springen in een mogelijk volgend boek. Hopelijk komt dat ervan, want dit smaakt naar meer.